Blog Jo Cortenraedt

Toch weer een zwarte zaterdag 

tekst Jo Cortenraedt

Met z’n allen op de Route du Soleil richting Zuid-Frankrijk, aanschuivend in files van een paar honderd kilometer, onder de brandende zon. Dat noemen ze de ‘zwarte zaterdag’. De Parijzenaars vertrekken dan met vakantie, een boel Belgen en Nederlanders volgen in hun spoor. En ondanks dat iedereen weet dat dit niet te doen is, vertrekken ze toch allemaal op hetzelfde moment.

Toch verbaast het mij dat het nu ook weer ‘zwarte zaterdag’ is. Je zou immers denken: er raast iets van een virus rond over de wereld, dan is het wellicht verstandiger om t huis te blijven. Nee hoor, daar trekken we ons niks van aan. Koffers inladen en op weg naar de overbevolkte stranden. Weliswaar met een mondkapje in de aanslag, maar voor de rest alles als vanouds.

De mens is een gewoontedier, zelfs in levensbedreigende situaties, zo blijkt maar weer. Zelf heb ik de geplande vakantie naar een leuk Spaans eiland al lang geannuleerd. Ik had er geen zin in om daar in een sfeer van mondkapjes op het terras en in de restaurants terecht te komen. En met de vraag of ik bij thuiskomst eventueel nog in quarantaine moet of niet. Dat is voor mij geen vakantiegevoel.

Als alternatief zijn het twee verlengde weekenden geworden aan de Belgische en Nederlandse kust. Dan ben je sneller terug, mocht het misgaan. Voor het ontwijken van de drukte hoef je het niet te doen. Het weekend met Oostende als uitvalsbasis toonde aan dat ook daar iedereen gewoon erop uittrekt. Dat was toen nog in de ‘bubbel van 15’, terwijl die in Nederland maar uit 4 personen mocht bestaan. Ik vond het al een beetje vreemd. Bomvolle restaurants met lange tafels met grote groepen mensen. Alleen het personeel droeg dan een mondkapje, vaak ook nog onder de neus. Dat moest dus mis gaan.

‘Ik laat deze vakantiepolonaise dit jaar aan me voorbij gaan en installeer me vanavond thuis met een fles koele rosé. Al wandelend door de tuin maak ik dan m’n eigen Route du Soleil, zonder file.’

 

Het verblijf aan de Belgische kust was voor mij ook een bevestiging waarom ik daar geen gewoonte van maak. Het achterland is mooi, zeker tot en met Brugge. Maar al die betonnen flats op de boulevard, daar kan ik niet warm van worden. Voor de vastgoedeigenaren een zegen natuurlijk, maar met architectuur heeft dat niet veel te maken. Terwijl in de straten erachter de mooiste panden staan. De tegenstellingen zijn ook groot. Oostende is een echte stad, wel een beetje vergane glorie. Maar je kunt er prima vis eten. Knokke is het andere uiterste. Zonder Ferrari, Landrover of Aston Martin behoor je daar niet echt tot de scène. Dat voelt ook onwerkelijk aan. Hoewel, dat moet gezegd worden, je kunt er als het ware van de straat eten, zo schoon en goed onderhouden is het er.

De Nederlandse kust is dan weer heel anders. Gelukkig geen betonnen muren op de boulevard. Wat niet wegneemt dat zo’n populaire badplaats als Zandvoort dan wat schamel uitziet met simpele huisjes en hier en daar wat verwaarloosde locaties. De strandpaviljoens doen goede zaken, je zit er lekker, hoewel in de meeste gevallen de keuken wel heel hip maar niet culinair is.

Het achterland daarentegen is prachtig. Met beeldschone plaatsen zoals Bloemendaal en Haarlem, echte plaatjes hoor, waar je heerlijk doorheen kunt fietsen. Waarom de lelijkheid zich langs het water concentreert, is me niet duidelijk. Je zou denken dat de zee beter verdient.

Maar nou lees ik dat de weg naar Zandvoort ook zorgt voor een ‘zwarte zaterdag’  met enorme files en bomvolle treinen. Ook hier geen besef van corona dus.

Ik laat deze vakantiepolonaise dit jaar aan me voorbij gaan en installeer me vanavond thuis met een fles koele rosé. Al wandelend door de tuin maak ik dan m’n eigen Route du Soleil, zonder file.

Deel dit artikel:
Meer artikelen over:
Blog Jo Cortenraedt

Jo Cortenraedt

Hoofdredacteur, uitgever en allround journalist

Jo Cortenraedt is allround journalist met tientallen jaren ervaring in Nederland en daarbuiten. Hij werkte onder meer voor het ANP, het NOS-journaal en De Telegraaf. Hij startte in 1997 als hoofdredacteur en uitgever Chapeau Magazine, in hetzelfde jaar was hij betrokken bij de start van de regionale televisie in Limburg.

Voor beide media is hij nog steeds volop actief met verhalen, reportages, columns en beschouwingen. In de eerste fase van zijn carrière stonden vooral het actuele nieuws en politiek centraal. Tegenwoordig zijn dat eerder specialisaties zoals kunst- en cultuur, gastronomie, human interest en de kwaliteit van leven.

Zijn brede netwerk, van TEFAF tot André Rieu, draagt bij aan de positie van Chapeau in zowel Limburg, als ook in de rest van Nederland en in België.

Jo Cortenraedt 's topic(s):
Uitgelicht

Gerelateerd nieuws