De Limburgse Wild Bitterbal
Dat de vakanties nou echt voorbij zijn, was deze week goed te merken. Allereerst dat onze kinderen weer naar school gingen, mocht ook wel na 9 weken vrij.
Maar ook het grote aantal activiteiten in de avonduren. Maandagavond waren we met een aantal relaties van Chapeau te gast in het vernieuwde Holland Casino in Valkenburg, waar we dinsdag voor de officiële opening nog eens teruggingen. Het meest interessante vind ik zelf in een casino om naar de mensen te kijken die inspannend bezig zijn aan de gok- en pokertafels. Ik heb dan het gevoel in een film te zitten. Wat gaat er door hen heen, wat beweegt hen? Heel uitlopende mensen, zowel qua afkomst, leeftijd als kleding. Blijkbaar geeft de spanning van de mogelijkheden om een flink bedrag te winnen – met een beetje geluk – hen een kick. Zelf nam ik genoegen met een smakelijk gerecht in het vernieuwde restaurant. Dat was alleszins kwalitatief in orde. Een tip zou nog kunnen zijn om een klimaatkastje aan te schaffen voor de rode wijn, want op kamertemperatuur is die in feite al te warm voor in het glas. Misschien dat een van de ruim vierhonderd spelautomaten daarvoor kan worden omgebouwd. Het is maar een idee. Een koelertje kan ook natuurlijk.
In het midden van de week had ik nog een aantal zakelijke relaties thuis op bezoek. Blijkbaar had ik me ooit tijdens een buitenlandse trip laten verleiden tot een ‘feestelijke ontvangst in de keuken’, en daar hebben ze me aan gehouden. En ook al roept dan iedereen: ‘hou het maar eenvoudig’, maar ik ben nou eenmaal meer van ‘goed of niet’, dus dan toch maar een heel menu, home made uiteraard, met goede producten. ‘Chez Joseph’. Enfin, het werd zeer gewaardeerd gelukkig.
Aan het einde van de week volgde dan een restaurantbezoek in het kader van de culinaire verhalen in Chapeau. Altijd leuk om te doen, samen met collega Erik Sauter, maar je moet wel de kop erbij houden en geen onzin en ongein opschrijven. Wij gaan sowieso uit van het adagium dat we naar zaken toe gaan waar we van denken dat ze goed werken, anders heeft een publicatie geen zin, want we gaan onze lezers niet over minder kwalitatieve adressen informeren. Doen we ook niet op gebieden zoals cultuur, kleding, toerisme en andere thema’s.
Inmiddels zijn we ook weer in het nieuwe televisieseizoen aanbeland en dat is dit jaar even schakelen voor wat betreft de werkwijze. Geen Limbourgeois meer (jammer voor harmonie Sainte Cécile uit Eijsden) maar ik snap dat bij L1 nu gekozen wordt voor een meer actuele formule. Voor mij en mijn vaste cameraman Ben Brack betekent dit dat we het onderwerp dat we draaien, niet rustig laten liggen tot het weekeinde voor montage en uitzending. Nee, het moet zo rap mogelijk op de zender, regelmatig zal dat zelfs live gebeuren. Och, andere receptuur, maar uiteindelijk gaat het toch om de goede smaak en de juiste vragen.
Als het goed is en maandag niet de pleuris uitbreekt in Limburg, dan zal ons eerste item van het nieuwe seizoen de lancering van ‘de Limburgse Wild Bitterbal’ worden. Jawel, een heuse snack uit eigen streek, die wordt gepresenteerd bij de opening van La Saison Culinaire, waarin tal van gastronomische evenementen en activiteiten gebundeld worden.
Nou ben ik zelf niet zo’n fervente fan van de gewone bitterbal, maar ik moet zeggen dat de smaak van deze Wild Bitterbal alleszins de moeite waard is. Ik ben gaan voorproeven en die blijk vakkundig gemaakt te worden. Met vers geschoten Limburgs wild zwijn en ree, en dan vervolgens aangevuld met een ragout op basis van wildbouillon en kruiden. Puur natuur in feite, daar komen geen poeders en andere chemische producten aan te pas.
Hopelijk krijgen ze de distributie goed op gang en kan de Limburgse consument dit product binnenkort in zoveel mogelijk winkels, supermarkten en andere adressen aanschaffen. Streekproducten, we hebben er de mond van vol, maar we moeten ze vooral proeven.
Jo Cortenraedt