Herinneringen aan Jonnie Boer
Het was 2004, MECC Maastricht. De presentatie van de Nederlandse Michelin-gids. Ja, toen ook al. Groot feest. Jonnie Boer en Thérèse Boer barstten in tranen uit, toen ze hoorden dat ze met hun zaak De Librije de derde ster kregen. Ze gingen uit hun bol, samen met een van hun beste vrienden, Hans van Wolde, die op hetzelfde moment voor zijn toenmalig restaurant Beluga zijn tweede ster in ontvangst mocht nemen. Wát een ontlading. We hadden in de Chapeau-stand op de Fine Food Fair in datzelfde MECC een borrel georganiseerd waar alle aanwezige chefs en aanhang na de uitreiking op afkwamen. Samen met de toenmalige hoofdinspecteur van Michelin in de Benelux, Paul van Craenenbroeck. Een historisch moment, kippenvel. En het bleef die maandag nog lang ‘onrustig’ in de stad.
En dan, twintig jaar later, in 2024, opnieuw de uitreiking van de Nederlandse Michelin-gids in MECC Maastricht. Aan de vooravond bezocht ik met Werner Loens, de opvolger van Van Craenenbroeck en intussen nét met vervroegd pensioen, een diner bij Beluga Loves You, van de nieuwe eigenaar Servais Tielman. Er was een misverstand ontstaan, we zouden óók nog met Jonnie en Thérèse Boer en Hans van Wolde gaan eten bij het nieuwe restaurant WY. Een keuze voor een van de twee zou bij de ander zorgen voor een teleurstelling. Dus bedachten we een compromis, de eerste twee gerechten bij Beluga, het vervolg bij WY. Everybody happy.
Na een smakelijke start aan de ene kant van de Maas, kwamen we aan de andere kant in een kleine zaak van een jong koppel die pas één week open was. En dan hadden ze meteen de enige 3-sterrenchef van het land in huis. Beetje nervositeit. Maar Jonnie, Thérèse en Hans kwamen niet om te inspecteren, ze kwamen zich amuseren. Of we ook enige glazen van de al geopende flessen Chassagne Montrachet en Meursault wilden. Och, we waren niet kinderachtig en deelden mee in de sfeer.
Want hij was een grote bink met een klein hart
En of we na afloop nog even mee wilden voor een afdronk in de Kaasbar in de binnenstad. Voor een lekker glas bier. Hollandse krakers dreunden door de luidsprekers. Het was even stoom afblazen voor de chefs die zich het hele jaar de pleuris werken. Even na middernacht besloot ik in een spaarzame vlaag van verstand (zonder verbijstering), om de nachtrust op te zoeken. De volgende dag stond immers de hele Michelin-presentatie en ’s avonds het gala op de agenda. Ik begreep ’s anderendaags dat het nog lang gezellig was gebleven.
Het klinkt als een cliché, maar het klopte, Jonnie Boer was niet alleen een hardwerkende superchef, maar ook gewoon een heel aardige vent. Geen kapsones, recht voor z’n raap. En gewoon heel aardig en een groot ambassadeur voor al zijn vakgenoten.
Zo kwam hij ook een keer samen met Thérèse op onze uitnodiging naar de traditionele Chapeau sterrenlunch in De Barrier in Houthalen. Een prachtige dag met vierhonderd gasten en zowat alle Limburgse sterrenchefs op het prachtige buitenterras. Onze eregasten uit Zwolle kwamen de avond tevoren al en we hadden een aangenaam diner. Ook zijn Belgische 3-sterrencollega Geert van Hecke van het toenmalige restaurant Karmeliet in Brugge had gehoor gegeven aan onze oproep. Wij waren blij, maar vooral al die Limburgse sterrenchefs die hun komst als een extra opsteker en steun in de rug ervoeren.
Jonnie Boer had hart voor zijn vak én voor zijn collega’s. Hij was als vanzelfsprekend bij de uitvaart van de al even plotseling overleden Paul van de Bunt, om iedereen te troosten. Want hij was een grote bink met een klein hart. En ook om die reden inderdaad de godfather van de Nederlandse gastronomie. Een groot gemis.