Dezelfde fruits de mer voor de halve prijs
Even een paar dagen aan de Franse zuidkust geweest en dan bewust eens niet naar de Côte d’Azur, maar de strook aan de Middellandse Zee, die valt onder de streek Hérault, met als steden Montpellier en Béziers. En badplaatsen zoals La Grande Motte, Sète, Le Cap-d’Agde en Valras-Plage. Ook hier een boel toeristen natuurlijk, hoewel het in juli nog redelijk overzichtelijk is. Dat zal in augustus wel anders zijn.
Het positieve is alvast dat hier de kust niet, zoals in Spanje en in bijvoorbeeld Knokke en Oostende, is volgebouwd met beton. Waarschijnlijk is de nationale of lokale overheid zo slim voor geweest om dat soort plannen onmogelijk te maken. Daardoor is de laagbouw overheersend en zijn de dorpen en stadjes vooral aardig autenthiek. Een gewin voor het oog.
Aan de Côte d’Azur valt de betonnen hoogbouw ook reuze mee trouwens, al zijn de heuvels rondom bijvoorbeeld Cannes en Nice wel behoorlijk volgepropt met villa’s. Daar is in die zin meer ruimte voor vermogende mensen. De mondaine boulevards in St. Tropez en Cannes varen er wel bij. De restaurants ook. Die vragen prijzen die ik twee keer zo hoog schat als in bijvoorbeeld Sète.
De proef op de som is mijn vertrouwde ‘plateau fruits de mer’. Doe zo’n selectie oesters, gamba’s, wulken en nog wat zeevruchten op ijs, een glaasje rosé erbij, en mij hoor je niet meer. Alleen, daar betaal ik in Cannes dan pakweg € 45 voor (vanafprijs), in Sète van de week € 22. Kon ik langs het kanaal midden in de stad ook nog genieten van een Venetiaans schouwspel, dat een traditie is geworden. Mannen in witte Venetiaanse kledij bekampen elkaar op boten met houten speren. De boot die de meeste mannen in het water heeft weten te duwen, heeft gewonnen! Och, het heeft niet veel om het lijf, maar de heerlijke Zuid-Franse banda, met van die opzwepende muziek van trompetten en trommels, maakt er iets bijzonders van.
Natuurlijk, de vissersboten liggen hier letterlijk voor de deur, dus verser kunnen de zeevruchten niet aangevoerd worden. Maar toch, het is hetzelfde land, naar ik aanneem dezelfde sociale lasten en andere kosten. En dan zo’n lage prijzen. Een heerlijke vissoep voor € 8, een kwalitatieve rosé voor nog geen € 20. Het prijsniveau is ongetwijfeld afgestemd op het publiek dat hier niet met een Bentley of Porsche rondrijdt, maar in een Peugeot of Renault. Maar toch, over smaak valt misschien wel te twisten, maar met de smaak van de oesters is niks mis in Sète.
Overigens heb ik zelden een grotere tegenstelling gezien dan hier. Het stadje zelf is lieflijk met prachtige oude huizen aan het water, geschilderd in provencaalse kleuren waar ik dol op ben. Echter, pal naast dit juweeltje ligt een mega oliehaven met olieraffinaderij. Met honderden grote olietankers. Ja, de schoorsteen moet roken, dat doet ie hier zeker, vooral in de kleur zwart. Maar toch, een dubbel gevoel.
Enfin, geen lokaal probleem, het moeilijke evenwicht tussen economisch gewin en schoonheid.
Jo Cortenraedt