De corpsballen weten zich geen raad met vrouwen
De Amsterdamse universiteiten reageerden bezorgd. Ze betreurden wat er gebeurd was. Nou nou, wat een statement zeg. Slappe hap. Nee, dat was geen fijne taal die werd uitgekraamd op een bijeenkomst van de oudste studentenvereniging van ’s lands hoofdstad. Ze waren na vorige misstappen weliswaar bezig met een ‘cultuurverandering’ maar daar bleek niets van toen tijdens speeches van het mannelijke corps hun vrouwelijke collega’s simpelweg voor hoer werden uitgemaakt. En, om de smakeloosheid compleet te maken, werden ze vergeleken met ‘sperma-emmers’. Tja, meer citaten zijn niet nodig.
In eerste instantie werd ik kwaad om zoveel agressieve stompzinnigheid. Maar toen het wat bezonken was, vond ik die knapen vooral ontzettende zielepoten. Want hiermee gaven zij aan dat ze geen enkel benul hebben van het vrouwelijk wezen en er totaal niet mee om kunnen gaan. Dan ben je een vent van niks. Dan bedoel ik niet alleen die flapdrollen die deze domme teksten uitspraken, maar ook alle mannelijke toehoorders die volop applaudisseerden en juichten.
Wat is het toch blijkbaar moeilijk voor een aanzienlijk deel van de mannelijke wereldbevolking om met de andere sekse, de vrouw, om te gaan?
Natuurlijk werd het nadien door die – excusez le mot – lamzakken afgedaan als ‘een grap’, maar het gaf wel degelijk een inkijk in hun ziekelijke geest. Van dronken voetbalsupporters die eveneens allerlei vreselijke teksten zingen op de tribunes, worden we terecht gauw misselijk met z’n allen. Maar deze studenten moeten straks gaan functioneren als verstandige advocaten, artsen, wetenschappers en andere hoog aangeschreven beroepen. Nou, dat is maar weer eens het bewijs dat ook in die kringen lang niet altijd verstandige en evenwichtige mensen werken. Ze kunnen misschien kennis hebben of krijgen van een bepaald vak, dat wil niet zeggen dat ze doordrongen zijn van enig maatschappelijk benul, laat staan algehele wijsheid in pacht hebben. Sociologen en aanverwanten werden in er de talkshows en kranten bijgesleept om een en ander te relativeren onder het mom van ‘groepsdruk’. Alsof je er zelf ook niks aan kunt doen wat uit je mond komt.
Wat is het toch blijkbaar moeilijk voor een aanzienlijk deel van de mannelijke wereldbevolking om met de andere sekse, de vrouw, om te gaan? In sommige culturen moeten ze zich volledig bedekken omdat de man anders te zwak is om zijn hormonale driften te kunnen bedwingen. Alsof vrouwen die niet hebben. Of ze worden eenvoudig weg als tweederangsburger neergezet, volledig afhankelijk van de man. Zoals je in feite met een huisdier omgaat.
Anderzijds beginnen in onze westerse samenleving quasi progressieve lui te spreken over ‘menstruerende mensen’ als ze vrouwen bedoelen. Dat vind ik toch ook geen benaming waar de bewondering van afstraalt. Als we vrouwen nou eens gewoon als vrouwen behandelen, als bijzondere wezens met hun specifieke eigenschappen. Wat mij betreft anders dan de man, daar ben ik heel blij om. Maar wel volledig gelijkwaardig. Het lijkt niet zo heel moeilijk, maar we zijn er al eeuwen mee aan het worstelen en we komen er niet veel verder mee.
Wat het nog moeilijker maakt, dat is het fenomeen dat er maar weinig mannen zijn die het karakter hebben om een lallende groep soortgenoten tegen te spreken. Die op een moment dat de groep uit de bocht vliegt, durven op te staan om te zeggen dat ze niet goed bezig zijn, dat ze moeten stoppen. Die laten zien dat ze wél hebben nagedacht. Is de kuddedrang dan zó sterk? Ik denk dat we de jongens en mannen die er normaler en dus genuanceerder en respectvoller over denken, moeten gaan stimuleren om de rest tot de orde te roepen. Wat dat betreft hebben we allemaal een taak. De ouders, de leerkrachten, de verenigingen, de hele maatschappij.