Eerst een goeie trappist en dan een geweer
Voor menigeen zal het een opluchting zijn dat dry january voorbij is, want dit weekend hebben we toch écht behoefte aan een stevige slok na het telefoontje van Trump met Poetin en de toespraak van Vance in München.
Ik denk aan een stevige trappist, een dieprode Barolo of een op hout gerijpte Armagnac. Nee, met al deze ellende helpt een lichte rosé of een fluwelen chardonnay niet, we hebben voor nu even zwaarder materiaal nodig.
En als we na een paar glazen en enige rust dan weer wakker worden, dan beseffen we dat het geen droom was en dat we als Europa voortaan onze eigen boontjes moeten doppen. Mocht er weer iemand op het idee komen om heel Europa te veroveren, dan hoeven deze keer niet op de yankees te rekenen. Driemaal is scheepsrecht. En iemand als Poetin houdt wel van landjepik.
In mijn jeugd was ik vóór het gebroken geweertje. Dat hoorde bij de tijd ‘make love, no war’. Die gedachte trok me wel aan. Nog wel trouwens, maar de realiteit is dat je vreemd genoeg juist veel geweren moet hebben om de vrede te kunnen bewaren.
Waarom zouden wij allerlei geld over de balk gooien maar niet willen investeren in onze eigen verdediging?
Ik zou toch benieuwd zijn, mocht Trump in juni dan tóch naar de Amerikaanse militaire begraafplaats in Margraten komen. Dan krijg je een toespraak die nog lang zal nadreunen. Margraten als wereldnieuws.
Het schijnt overigens dat Trump helemaal geen alcohol drinkt. Misschien dat een stevige pint ‘m juist goed zou doen. Om even te relativeren.
Ik zie dezer dagen de veelal verwonderde reacties van veel Europeanen – ook in de politiek – op de houding van de nieuwe Amerikaanse regering. Want goh, we hadden toch dezelfde ideeën en gedachten?
Nou, dat valt nogal mee. Bij de Verenigde Staten denken wij al gauw aan New York, Miami, Los Angeles en allez, Las Vegas. Maar naar mijn idee zijn dat slechts de letterlijke flanken met een mondaine uitstraling. Maar tussen die twee kustlijnen is het één grote prairie met heel veel koeien en bijbehorende cowboys. En om de kilometer een houten kerkje.
Zo was ik eens in Missouri, daar wil je echt niet dood gevonden worden. De streng-protestanten uit Staphorst die op zondag niks mogen, van fietsen tot vleselijke genoegens, zijn er niks bij.
Kerkjes van alle stromingen, de een nog conservatiever dan de ander. En in elke supermarkt vind je ook een ‘gun-corner’. Daar kun je allerlei modellen vinden om mee te knallen.
M’n jongste zoon heeft net een nieuw dartsbord aangeschaft maar bij het uitpakken dacht ik of het niet beter zou zijn om alvast bij FN Herstal wat half-automatische wapens te bestellen in plaats van die pijltjes.
Nog wat vroeg waarschijnlijk, maar we moeten ons zelf gaan verdedigen jongens, de Amerikanen komen niet meer helpen. Ergens hebben ze nog gelijk ook. Waarom zouden wij allerlei geld over de balk gooien maar niet willen investeren in onze eigen verdediging? Ik ga eens in de tuin kijken, waar ik het beste de loopgraven kan uitspitten.