Blijf van de Italiaanse strandbedjes af
Indachtig het verdrag van Maastricht ben ik Europeaan in hart en nieren, maar dat wil niet zeggen dat ‘Brussel’ zich nou werkelijk met alles moet bemoeien. Pak nou deze week het nieuws dat de Europese Commissie wil gaan bepalen wie op de stranden in Italië de bedjes en parasols mag gaan verhuren. Die moeten ook Europees worden aanbesteed, zo luidt de oekaze. En zo niet, dan kan Italië een deel van de lawine aan Brussels geld wel vergeten.
Nou kan ik me iets voorstellen bij de gedachte dat er wel al heel veel Europese subsidiegelden de afgelopen jaren naar de laars zijn gesluisd. Dat levert afhankelijke infuusverschijnselen op, is geen gezond beeld.
Maar laat in Godsnaam die mensen die al decennia lang hun paviljoen runnen op een Italiaans strand, met rust. Dat zijn veelal familiebedrijfjes, die mensen kennen al hun klanten, weten wie liever vooraan of achteraan wil liggen, wie er nog een flesje water bij wil of liever wijn. Die kennen de kinderen en de kleinkinderen van hun klanten. Ze spreken hun taal, hebben dezelfde cultuur en gewoonten. Moeten die dan plaatsmaken voor pakweg een handige Hongaarse, Duitse of wie weet wel Nederlandse ondernemer, die net een beter bod heeft gedaan en daar zijn hele ‘businessmodel’ op loslaat? Met waarschijnlijk geen kennis van de Italiaanse cultuur en de taal. Iemand die geen van de klanten kent. En die puur op z’n rekenmachine tuurt, om alles zo efficiënt mogelijk te maken, lees minder service, minder sociale inleving en geen kennis van Italiaanse producten en de historie daarvan.
Het klinkt sympathiek en transparant, een Europese aanbesteding. Ingevoerd om prijsafspraken en kartels te doorbreken, zodat de consument er beter van wordt, namelijk door minder te betalen. Maar doe dat dan als het gaat om de grootschalige inkoop van energie, om eens wat te noemen. Maar niet als het gaat om lokale gebruiken en sociale netwerken.
Maar nee, vanuit Brussel vertrouwen ze ons niet zo.’
Niet dat alles in Italië zo transparant is, integendeel. Daar wordt ongetwijfeld heel wat af gesjoemeld. Maar volgens mij is de Europese Gemeenschap niet opgericht om op lokaal niveau alles op z’n kop te zetten.
Je ziet het vaker, de gedachte is legitiem, maar de uitvoering van de regels wordt vaak zo bureaucratisch, dat het onwerkbaar wordt. De overheden zelf komen onder die aanbesteding niet meer uit, want zij moeten ‘de regels’ volgen. Zo hoor ik van collega’s, die al vele jaren op verzoek teksten schrijven voor die overheid, dat er nu ineens een openbare aanbesteding komt op hun werkterrein. Ook al hebben ze al tientallen teksten geleverd, tot tevredenheid van de opdrachtgever, ineens moeten ze vanwege de procedure proefteksten gaan inleveren, zodat ze op hun kwaliteit beoordeeld kunnen worden. Door wie eigenlijk? De ambtenaren die er tussen zitten? Of duur ingehuurde krachten die dan vluchtig over die teksten heen kijken? Het resultaat is een hele carrousel die veel geld kost maar geen beter resultaat. Op basis van je geleverde werk en het vertrouwen dat je hebt opgebouwd, moet je toch verder kunnen in een dergelijke relatie, lijkt me.
Maar nee, vanuit Brussel vertrouwen ze ons niet zo. Of we nou verhalen schrijven of strandbedjes verhuren. Ik denk dat als je zou gaan kijken naar de prijs-kwaliteit-verhouding van het geleverde werk op de kantoren van de Europese Commissie zelf, dat je dan ook niet op een Bib Gourmand uitkomt.