Voor de klerenkast
Bij het opstaan sta ik tegenwoordig anders voor de klerenkast dan normaal gebruikelijk is. Doorgaans kijk ik in mijn agenda wat ik die dag te doen heb, met wie ik afspraken heb, welke locaties ik bezoek, of ik nog naar een theater of restaurant ga, of ik nog voor een camera moet, of dat ik bijvoorbeeld ‘een schrijfdag’ thuis heb. Aan de hand daarvan bepaal ik, rekening houdend met de weersomstandigheden en mijn eigen gemoed, mijn keuze.
Ik realiseer me dat de helft of meer van mijn kleren al een tijd lang helemaal niet gebruikt worden. En dat al sinds vorige lente. De zwarte en blauwe smoking zijn sowieso al een jaar onaangeraakt gebleven. Maar ook twee zwarte kostuums (zomer en winter), de beige en andere outfits die vallen onder de noemer ’tenue de ville’, heb ik veelal overslagen. Het lijkt wel alsof ik onbewust ben overgestapt naar ’tenue de village’. Wat losser en informeler.
Dat is niet een uitgestippelde keuze, maar de omstandigheden bepalen kennelijk voor een groot deel hoe je je kleedt, wie en wat je inspireert. Het is toch anders of je een aantal mensen tijdens een bijeenkomst fysiek treft of via zo’n zoom-verbinding.
Het lijkt wel alsof ik van tenue de ville ben overgeschakeld naar tenue de village
Ik zie dat ook aan de mensen die ik op dat beeldscherm tref. Velen werken van huis uit en zijn dan gehuld in een trui, een vest of een soort van wollen cowboy-shirt. Dan heb ik het over de mannen. De vrouwen dragen dan spullen waarin je net zo gemakkelijk de ramen zeemt. Waarmee ik niet wil zeggen dat dit een louter vrouwelijke bezigheid dient te zijn. Je moet oppassen voor je een van de ‘gendertypes’ in een verkeerde of zelfs stigmatiserende rol plaatst.
Enfin, de klerenkast dus. Ik merk dat ik het toch een beetje mis. Wellicht minder dan de modebewuste vrouwen die er een hele studie van kunnen maken. Ik kan mezelf niet als ‘dandy’ afschilderen, maar toch brengt het je in een bepaalde mood als je voor een bepaalde gelegenheid goed gekleed bent. Dan voel je je wat lekkerder, ik tenminste, en ik zie het ook wel als een galant gebaar naar de personen die je die dag gaat ontmoeten, zeker bij feestelijke gelegenheden. Mannen die het verzoek ‘black tie’ op een stijlvolle avond bewust rebels vertalen in een jeans en T-shirt, daar heb ik het niet zo op. Blijf dan lekker thuis zou ik zeggen.
Het voordeel van die lockdowns is in dit kader natuurlijk dat ik nauwelijks geld aan nieuwe kleren heb uitgegeven want ja, het functionele gebruik was veel minder frequent, dus er was geen dringende behoefte om naar de winkels te stappen, mochten die al geopend zijn. En ik ben bepaald niet het type dat broeken en schoenen online bestelt. Van elk model bijvoorbeeld vier exemplaren, waarvan je er dan drie weer opnieuw inpakt en via het postkantoor terugstuurt. Ik zie daar het nut niet van in.
Het voordeel dat ik net noemde is natuurlijk voor de modewinkels een enorm nadeel. Ik heb met die mensen te de doen. In het voorjaar van 2020 hebben ze de helft van de zomercollectie al moeten dumpen. Van de wintercollectie zullen ze ook maar heel weinig verkocht hebben. Dat kost bakken met geld, dat is haast niet op te brengen. En nu begint zo langzamerhand weer het zomerseizoen. Althans voor de vrouwen. Als man ga je niet gauw een zomeroutfit kopen als het 10 graden vriest. Nog altijd zijn de winkels in Nederland potdicht. Tja, je mag nu afhalen wat je online bestelt. Maar dat zet voor die ondernemers weinig zoden aan de dijk, ik vrees dat daar niet zo veel mensen gebruik van zullen maken. In België en Frankrijk zijn de winkels wel open, met gepaste maatregelen. Dat verloopt heel beheerst. Eigenlijk triestig dat een overheid zomaar maanden achter elkaar de handel volledig stil kan leggen. Als noodmaatregel voor een korte tijd, tot daar aan toe. Maar het loopt nu de spuigaten uit. Ondernemers gaan failliet en worden geestelijk en als gevolg daarvan ook lichamelijk ziek. Dat willen we toch ook niet?
Het wordt hoog tijd om op z’n minst de extreme kanten van die lockdown eraf te halen. Ondertussen alle oudjes zo rap mogelijk vaccineren, zonder verder gediscussieer en gelamenteer. Dan neemt de druk op de ziekenhuizen van zelf snel af. Dat zegt Jaap Goudsmit, opperviroloog aan de Harvard University, dus die heeft ervoor gestudeerd.
En dan stap voor stap terug naar een normaal leven. De politici zeggen wel dat ze dat ook graag zo willen, maar ik betwijfel of ze voldoende beseffen wat wordt aangericht.
In ieder geval, ik verlang naar de ochtenden dat ik weer eens monter een feestelijke keuze maak voor de klerenkast en me verheug op een dag vol ontmoetingen met inspirerende mensen. Live, niet via zoom.
Jo Cortenraedt