Wordt het zomer- of wintertijd ?
In pakweg een maand tijd schrijf ik voor de tweede keer positief over Jean-Claude Juncker, de voorzitter van de Europese Commissie. De eerste keer omdat hij president Trump in het hol van de leeuw tot kalmte wist te manen en zo een handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en Europa voorlopig wist te voorkomen. De bewoner van het Witte Huis richt nu zijn pijlen op China, Turkije en Canada.
En deze week was ik helemaal blij met Juncker, want hij zei iets wat bijna iedereen in Europa al lang dacht: laten we ophouden met die flauwekul van zomer- en wintertijd. Hij voegde meteen de daad bij het woord en kondigde een voorstel vanuit de Europese Commissie aan. Dat moet wel nog eerst naar het Europees Parlement en daar zou het nog wel even kunnen blijven liggen. Die 751 leden hebben het namelijk heel druk met het maandelijks indienen van hun huizenhoge declaraties, naast hun ruime salaris. Voordat je alle bonnetjes en afschrijvingen van restaurants, taxi’s, boeken, vliegtickets en andere zaken bij elkaar hebt, ben je natuurlijk wel even bezig.
Eerder is het thema bovendien al in het Europees Parlement geweest en toen voelden de heren en dames afgevaardigden uit heel Europa er in meerderheid niets voor om afscheid te nemen van die zomer- en wintertijd. Van hun kant uit gedacht wel slim, want ze wisten dat het zodoende nóg een keer als onderwerp langs zou komen. En zo krijgen ze tenminste weer eens iets om zich mee bezig te houden.
Juncker kent zijn pappenheimers en snapt dat er eens iets positiefs te melden moet zijn vanuit Brussel, als volgend jaar de Europese Verkiezingen worden gehouden. Dus enige daadkracht mag dan wel eens getoond worden. Daarom liep hij bewust voor de processie uit en gaf meteen ook zijn voorkeur aan: de zomertijd het hele jaar door aanhouden.
Vanochtend las ik de kranten al de eerste discussies tussen voorstanders van een permanente wintertijd en die van een permanente zomertijd. Positief is dus in ieder geval dat niemand meer het systeem van het halfjaarlijks verzetten van de klok verdedigt. Dat malle systeem zal dus sneuvelen. Gelukkig maar, want ooit bedacht door mensen die een job hebben om regeltjes te bedenken. Daar zijn er veel te veel van. Van die jobs en dus ook van de regeltjes. De meeste zijn nutteloos.
Dat we de klok niet meer hoeven te verzetten – hopelijk al vanaf volgend jaar – komt me heel goed uit. Los van het feit dat ik er nooit het nut van heb ingezien, zit ik namelijk ook met het praktische probleem dat ik nog een paar mechanische klokken thuis heb staan / hangen. Nee, helaas geen TEFAF-kwaliteit, dus voor het inbrekersgilde niet echt interessant. Maar persoonlijk vind ik ze niet misstaan, en ik heb er wat mee. Het tikken van zo’n klok, bij ons een drietal, dat heeft iets huiselijks. Zal wel iets vanuit mijn jeugd zijn. Maar zelfs mijn kinderen, opgegroeid in het digitale tijdperk, zijn eraan gewend. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens, nietwaar.
Elk half jaar moet je die oude klokken dan handmatig gaan corrigeren. De ene keer een uurtje, de andere keer elf uur maar liefst. Dan hoor je een half uur lang niks anders dan ‘boing boing boing’ door het huis. En hou ik er een lamme arm aan over.
Maar goed, nu dus nog de vraag of het definitief zomer- of wintertijd moet worden. Ik neig naar de zomertijd, vanwege die mooie lange zomeravonden. Je kunt ’s avonds gewoon veel meer doen. Lekker buiten, in de frisse lucht. Ik word er bijna depressief van als het in december tegen half 5 al donker begint te worden.
Ja, zeggen sommige ‘deskundigen’, maar als het ’s ochtends te laat licht wordt, dan moeten de kinderen in het donker naar school en dat is gevaarlijk. Nou ja, nu komen ze in het donker terug van school, dus dat verschil zie ik niet.
Ik ben vaak in Noord-Europa geweest. IJsland, Lapland en sowieso Finland. Héél lang geleden vanwege een romantische reden, maar daar ga ik niet over uitweiden. Het viel me wel op dat het in de winter pas tegen 10 uur licht werd, maar al om 2 uur in de middag weer donker. Tjonge jonge. Dat laat licht worden, dat kon ik nog wel hebben, maar dat het al pal na of nog tijdens de lunch weer donker werd, dat speelde op mijn gemoed. Ik heb trouwens nooit ergens zoveel depressieve mensen gezien als in Scandinavië. Logisch, want het is aangetoond dat licht een positieve invloed heeft op je geestesgesteldheid. Ik zou nooit kunnen werken in een ruimte, waar geen daglicht binnenvalt.
Kortom, ik stem voor een permanente zomertijd. Ik pieker wel nog over argumenten om die Europese Parlementsleden daartoe over te halen.
Ik denk er eentje gevonden te hebben: zij kunnen op die manier langer op het terras in Brussel en Straatsburg blijven zitten. De rekening kunnen ze toch declareren, op onze kosten.
Jo Cortenraedt