Eindelijk weer het terras op
Dat gaat spannend worden. Ideaal weer maandag, maar gaan de terrassen, in aangepaste opstelling, ook vol zitten in Limburg? Ik denk van wel. Natuurlijk zijn er heel wat mensen die nog voorzichtig zijn. Of alles wel veilig is. En degenen die tot een kwetsbare groep horen, zoals bejaarden, hartpatiënten enzovoorts, die zullen zich wel twee keer bedenken.
Maar ik vermoed dat de gezonde mensen, of althans degenen die denken dat ze dat zijn, na zoveel weken ‘opsluiting’ ernaar snakken om naar buiten te gaan. Een terrasje pikken blijkt zowaar een van belangrijke levensbehoeften te zijn geworden. Een stad als Maastricht verliest zonder terrassen een flink deel van de charme.
Dus ik voorspel bij deze dat de terrassen in het algemeen goed bezet zullen zijn de komende dagen. Met passen en meten, dat wel. Niet de ouderwetse gezelligheid die we gewend waren. Maar het is niet meer tegen te houden. Je ziet de verschillende regeringen en hun teams van virologen nu nog spartelen. Het varieert van 1 tot 2 meter afstand, van 2 tot 10 mensen aan één tafel, al naar gelang het land of zelfs de deelstaat waar je woont. In België gaat de horeca een week later open. De Nationale Veiligheidsraad komt pas volgende week samen, vandaar. Sommige maatregelen die ze gaat nemen, zullen mosterd na de maaltijd zijn. Vanaf 8 juni zullen hopelijk de grenzen officieel open gaan. Maar in de praktijk zie ik bijna bij geen enkele grensovergang nog een politie-agent staan. Dus het is meer voor de politieke bühne.
Hoe dan ook, ineens gaat het snel. Landen als Frankrijk, Spanje, Italië en Griekenland weten niet hoe rap ze opeens hun grenzen open moeten gooien. Alle toeristen zijn welkom, terwijl er eerst nog vanuit werd gegaan dat de zomer alleen voor de binnenlandse toeristen beschikbaar was.
‘Leven in de brouwerij heeft een stad en zelfs een dorp wel nodig. We hebben bijna drie maanden er zonder gezeten, dat was niet fijn. Het wordt tijd voor een verstandige heropleving.’
Het doet blijkbaar toch teveel pijn in de portemonnee, een lange lockdown is economisch simpelweg niet vol te houden, hoezeer de dromers denken van wel. We schrokken ons te pletter toen in maart die gruwelijke beelden van de intensive care massaal opdoken. Een ramp voltrok zich. Iedereen bleef thuis, de straten waren leeg. Bukken, totdat de kogels waren overgevlogen.
Maar dat is voorbij, althans de cijfers gaan de goede kant op. De maatregelen, in welke vorm dan ook, zullen in het algemeen niet voor niks zijn geweest. Maar je houdt de mensen nu niet meer tegen. Of het nu gaat om 30, 40 of 50 mensen in een restaurant, om bediening op afstand of zelfbediening, de mensen hebben genoeg van de lockdown.
Natuurlijk, die periode had ook wel iets heel moois, iets poëtisch zelfs. Lege pleinen, stille straten, zoals op oude ansichtkaarten. Er verschenen ingezonden brieven in de kranten, van mensen die zeiden dat we terug moesten naar die tijd van toen. Niet meer al die drukte. Enerzijds begrijp ik dat. Want het is vaak wel heel veel massa. Rekenkundig gezien ook logisch omdat we met veel meer mensen op de aardbol zijn dan in de tijd van die ansichtkaarten. Dat is de echte reden.
Ik vind het wel mooi, die foto’s van een eeuw geleden met chic geklede mannen en vrouwen in Parijs, wandelend met hun mooie hoeden terwijl er fraaie handgemaakte rijtuigen voorbij kwamen.
Ik lees de meningen van hedendaagse inwoners van een binnenstad, met als kern dat we al die bezoekers niet nodig hebben. Veel te druk. Ik begrijp het. Ik ben ook een romanticus, met nostalgische trekjes zelfs. Tegelijkertijd is het ook een beetje elitair. Degenen die hun schaapjes op het droge hebben, die voelen niet de noodzaak om te zorgen voor leven in de tent. En over dat ‘leven’ kun je van smaak verschillen. Ik ben niet zo van de korte broeken, plastic tassen en hamburgers uit de hand. En al helemaal niet van motoren en bromfietsen die hun uitlaat eraf hebben gehaald om te kunnen bulderen door de straten en het rustieke landschap. Meteen op de schroothoop ermee.
Maar aantrekkelijk moet een stad wel blijven, willen al die mensen in de winkels, horeca en dienstverlening een boterham verdienen. De ‘boel’ met wel draaien, want grote fabrieken hebben we niet meer.
Nee, we willen geen Venetiaanse toestanden, waar de meeste winkels enkel nog prullaria aan toeristen verkopen en waar de winkels voor de lokale mensen verdwenen zijn, omdat de ‘locals’ er niet meer wonen. Maar degenen die van Maastricht geen tweede Venetië willen maken en pleiten voor duurzaamheid, vliegen wel met het grootste gemak naar hetzelfde Venetië om cultuur te snuiven. Het is best lastig om consequent te zijn.
Vanwege corona de klok een halve eeuw terugzetten lijkt me geen goed idee. Kwaliteitseisen stellen is een veel betere optie. Leven in de brouwerij heeft een stad en zelfs een dorp wel nodig. We hebben bijna drie maanden er zonder gezeten, dat was niet fijn. Het wordt tijd voor een verstandige heropleving. Als we daar nou eens maandag op toosten op het terras, met een licht gekoelde rosé, dan is dat alvast een mooi vooruitzicht!