Home > Blog Jo Cortenraedt > De tijdsgeest Ger Ruijters

De tijdsgeest Ger Ruijters

Bij het heengaan van vastgoedondernemer Ger Ruijters kon de niet ingewijde lezer van de regionale krant enkel tot de conclusie komen dat de goede man vooral veel ‘geregeld’ had in het verleden en zodoende zakelijke successen had geboekt.

Dat hij in een officieel onderzoek van de rijksoverheid geheel ‘schoon’ werd verklaard, dat werd amper vermeld, als ook nauwelijks de vele door hem uitgevoerde projecten die nu nog heel tastbaar zijn in Limburg en omgeving.

En passant leek het erop dat het megabedrag dat het verkochte parkeerbedrijf had opgeleverd, enkel op de familierekening terecht was gekomen, terwijl in werkelijkheid de meeste aandelen in handen waren van banken en pensioenfondsen. Och, de tijd dat media nog zochten naar de nuance, ligt ruim achter ons.

Bij de overlijdensadvertenties in dezelfde krant een andere teneur. ‘Visionair, aimabel, bescheiden, luisterend oor’, zo las ik. Alsof het over een ander persoon zou gaan.

Ik heb hem zelf leren kennen bij een reportage die ik in de jaren tachtig maakte als correspondent voor het NOS-journaal. Hij had het idee om ‘winkeltjes’ op de oude St. Servaasbrug in Maastricht te bouwen, naar het voorbeeld van Florence. Architect Harry Gulikers had het ontwerp al klaar, maar de Gemeente wilde er de vingers niet aan branden.

Niet elk idee van Ger Ruijters was goed, maar ambitieus was hij in ieder geval. Hij was vooral een voorbeeld van zijn tijdsgeest. Om goed zaken te doen moest je een breed netwerk hebben, een adagium dat nu trouwens nog altijd geldt. De banden met bestuurders van gemeenten en provincie waren nauw. En ongetwijfeld werd er regelmatig met kisten wijn geschoven of gingen er uitnodigingen naar bestuurders om samen naar voetbalwedstrijden te gaan, waar het volgen van de bal niet de grootste prioriteit had.

In die tijd, tot en met de jaren tachtig, deden zowat alle vastgoedondernemers, wegenbouwers en aannemers dat. Het hoorde er gewoon bij. Dat dit tot ongewenste situaties leidde, kunnen we terugblikkend wel nuchter vaststellen. Maar naar mijn idee moet je het dan eerder de bestuurders kwalijk nemen die er gevoelig voor waren, dan de ondernemers die probeerden opdrachten en werk binnen te halen.

In de huidige tijd is dat allemaal anders, men is veel voorzichtiger geworden, al vermoed ik dat het op menig continent – van Azië tot Amerika – nog altijd die sfeer eraan toe gaat. In Nederland en zeker ook in Limburg gelden nu veel strakkere regels om belangenverstrengeling tegen te gaan. En dat is een goede zaak. Maar het is wel tamelijk doorgeslagen, zoals dat op meer terreinen gebeurt. Een wethouder durft niet meer met een ondernemer in een restaurant te gaan zitten, want die wekt meteen de schijn van gevoeligheid voor corruptie. Terwijl ik denk dat het juist goed is om buiten de kantoren elkaar beter te leren kennen en bepaalde ideeën uit te werken. De eettafel is daar ideaal voor. En als de bestuurder gewoon zijn of haar rug recht houdt is er verder niks aan de hand. Het is ook beter voor de restaurants, dat zakenmensen en bestuurders weer eens gaan lunchen samen. Zoals elders in de wereld ook gebeurt. Als het maar transparant gebeurt, met een open vizier.

Als er gesproken wordt over ‘vastgoedmagnaat’ dan kun je allerlei vreemde ideeën krijgen bij iemand als Ger Ruijters. Maar in werkelijkheid was het gewone, joviale man die zich niet verheven voelde boven de rest. Hij had oog voor iedereen, van de schutter tot de bouwvakker. Iemand die ervan hield om ‘een pot bier’ te gaan drinken op de Bronk in Gronsveld of de kermis in Geleen. Gezellig ‘unne sjlaag awhore’, dat was Ger Ruijters. Met als uitgelopen ‘hobby’, de vastgoedmarkt. Die volgde hij op de voet. Meer voor het scoren en voor de ontwikkeling van Limburg dan voor het persoonlijk gewin. Want hij was niet de man van grote jachten en luxe reizen. In een restaurant was een fles Beaujolais voldoende, het hoefde geen Grand Cru met een duur etiket te zijn. Dan was hij vooral bezorgd of het nog wel goed ging met de restaurateur. Iemand een plezier doen, dat deed hem deugd. Een mondelinge afspraak, zo hoor je van veel kanten, was voor hem voldoende, dat was meer waard dan een handtekening bij de notaris.

Daar worden er niet meer veel van gemaakt.

 

show auteur

Auteur: Jo Cortenraedt

Hoofdredacteur, uitgever en allround journalist

Jo Cortenraedt

chapeau TV

Iedere week het beste
van Chapeau?

Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!

Vraag je
lidmaatschap aan

Toetreden tot de Chapeau Community kan al vanaf €24,50 per jaar. Daarnaast kunt u kiezen tussen een welkomstkorting of een welkomstgeschenk.

Iedere week het beste
van Chapeau?

Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!
Of word lid van onze community.