De natuur als inspiratie in stille tijden
Nee, ik ben niet aan de kalmeringspillen of andere middelen tegen depressies. Maar ik moet wel zeggen dat de rek er zo langzamerhand bij me uitgaat, na 9 maanden corona. Dat is zolang een zwangerschap duurt, althans bij de mens. Bij de vliegen en muggen gaat het – helaas – sneller.
Ik begin het normale leven ernstig te missen. De hartelijke contacten met vrienden en familie, met interessante beroepsmensen, met types die me weten te verrassen. Ik mis de aangename sfeer in de fijne restaurants en terrassen. En de spontane ontmoetingen op straat. Jawel, zelfs het handen schudden.
Je hoort mensen wel eens zeggen dat het nooit meer zo wordt zoals vroeger. Dat we elkaar als begroeting geen kus (1, 2 of 3) meer zullen geven, wellicht ook geen hand meer. Ik geloof er niks van. Want wij zijn mensen die behoefte hebben aan warmte, aan contact met soortgenoten. Natuurlijk, met de een hebben we meer dan met de ander. En ik hoef zeker niet iedereen te kussen. Daar moet ik nou ook weer niet aan denken. Maar toch, de spontaniteit, de levensvreugde, de verrassingen, ik heb er dringend nood aan.
Die digitale vergaderingen en afspraken zijn aardig als vervangmiddel, maar ik zit toch veel liever recht tegenover iemand om echt door te kunnen dringen tot zijn of haar gedachten. En andersom. Na zo’n digitale ‘Zoomdag’ heb ik het helemaal gehad en verlang ik naar ‘levende mensen’.
Máár, ik ga niet klagen. Zover ik weet ben ik gezond. Dat vindt mijn geweldige huisarts in ieder geval. Ik kom nog steeds fluitend van zijn spreekuur terug, ook al vanwege zijn gevatte opmerkingen en rake constateringen. Ik heb ruim voldoende te eten. En ik kom niet om van eenzaamheid.
Bovendien ga ik er zonder meer vanuit dat we vanaf het voorjaar stap voor stap terug kunnen naar het normale leven. Absoluut. Ieder gevaccineerd mens erbij is een coronakandidaat minder, dan gaat die curve vanzelf naar beneden. Daar hoef je geen viroloog of wiskundige voor te zijn.
Tot die tijd zoek ik vooral inspiratie in de natuur. Ik ga de tuin in de winter eens flink onderhanden nemen, zodat ie in het voorjaar picobello erbij ligt. Dat is althans mijn voornemen. Zagen en snoeien, harken en schoffelen, weer of geen weer. Heerlijk. En lekker wandelen, ook in de regen, al heb ik liever sneeuw.
Dat zou nou eens een faire deal zijn van moeder natuur, dat we als compensatie voor al die corona-ellende in ieder geval een witte kerst zouden krijgen. De voorspellingen wijzen voorlopig niet in die richting, maar wie weet.
En ik werk vooruit wat Chapeau en mijn andere journalistieke activiteiten betreft. De bijzonder positieve reacties op onze kersteditie zijn een mooie stimulans. We hebben aantal mooie projecten op stapel staan voor 2021, plus een ‘make-over’ van ons magazine, waar we in maart mee zullen verschijnen., Nu, in de ogenschijnlijk mistroostige winter, ga ik alvast zaaien om straks, als alles beter gaat, te kunnen oogsten. Bovendien, nog een dag of tien en dan worden de dagen weer langer. Meer licht, meer levensvreugde.
Jo Cortenraedt