Verlangen naar licht
Vanochtend kwam de zon op om 8.09 uur, althans ter hoogte van Maastricht. Het verschilt per regio. Straks gaat ie onder om 17.33 uur. Dat is mooi, als je weet dat de koperen ploert op 1 januari pas om 8.40 uur opkwam en al om 16.41 uur onderging. Dat is toch al een aardige winst van ruim een half uur ’s morgens en ’s avonds zelfs ruim 50 minuten.
Niet dat we de zon zelf nou überhaupt veel gezien hebben in januari, maar het feit dat de dagen langer worden, maakt me blij. Ik ben sowieso geen wintertype, hoewel ik de seizoenen wel als een geschenk van de natuur beschouw. Maar het is vooral die duisternis, waar ik toch echt niet vrolijk van word. Nee, depressief niet, dat valt wel mee. Maar als de dagen al zo kort zijn en het is dan ook nog de hele dag grijs en grauw, dat werkt toch wel op mijn gemoed. Ik word er niet chagrijnig van maar ik moet wel extra knokken om de energie te genereren waarmee ik normaal probeer door het leven te gaan.
Wat dat betreft zou ik familie kunnen zijn van de reptielen, die vooral op zonne-energie ‘lopen’. Ik hoop dat u als lezer die gelijkenis overigens niet al te vlug zult beamen. Dat beetje ijdelheid heb ik dan toch ook wel weer. Sowieso behoren de krokodillen en aanverwanten tot de koudbloedigen, daar reken ik mezelf niet toe.
Ik ben een groot voorstander van zonne-energie. Niet alleen op het dak van het huis, maar ook op mijn eigen hoofd en huid. Niet te lang, dat schijnt niet goed te zijn, ik weet het. Maar die natuurlijke warmte van de zonnestralen, daar kan geen warmtepomp en zelfs geen open haard tegenop.
Maar die natuurlijke warmte van de zonnestralen, daar kan geen warmtepomp en zelfs geen open haard tegenop.’
Jawel, het is in december gezellig met al die kerstlampjes en kaarsjes. Niks op tegen. Maar het blijft toch vooral heel erg donker. Ik ben in die periode wel eens in Lapland geweest. Daar werd het tegen 10 uur ’s morgen licht en rond half 2 ’s middags werd het weer donker. Ik was blij dat ik er weg was.
Ik begrijp heel goed dat onze verre voorouders allerlei ‘lichtfeesten’ hadden aan het einde van de winter, om te vieren dat de duisternis langzaam maar zeker verdween. Met fakkels en open vuren werd het donker verjaagd. Gelijk hadden ze. Die moeten we misschien weer herinvoeren. Dus niet alleen carnaval, maar ook een paar mooie feesten waarbij we met fakkels het veld in trekken.
Daar waar ik er invloed op heb, probeer ik zoveel mogelijk natuurlijk licht te vangen. Ons kantoor heeft behoorlijke raampartijen, zodat we niet afhankelijk zijn van al die kantoorverlichting met vreselijke TL-lampen. En het huis dat ik zelf bouwde (althans qua idee) vangt zoveel mogelijk licht. Dan moet je bij een hittegolf weliswaar weer andere maatregelen nemen, maar het licht komt op zoveel mogelijk plaatsen binnen.
Voor mensen die om welke reden dan ook zwaarmoedig zijn, kan licht een factor zijn om het leven iets lichter te maken. Een lichttherapie zogezegd. Werkt misschien beter dan alweer een kalmeringspil of een andere oppepper in poedervorm.
Ik zag vandaag al een paar krokussen in bloei in de tuin, naast de sneeuwklokjes. Dat maakt me vrolijk. Het is weliswaar nog geen lente, maar alleen al het verlangen ernaar geeft me kracht. Elke dag komen er weer een paar lichtminuten bij. Ik voel het!