Kijk je naar mij of naar de Apple Watch?
Alweer loop ik achter. Ik heb nog geen Apple Watch. Kan ook best zijn dat die er helemaal niet gaat komen. Ik blijf dan wel de enige in het gezin zonder zo’n ding. De twee nog thuiswonende kinderen hebben het zwarte apparaat keurig om de pols bevestigd, mijn vrouw heeft hun voorbeeld gevolgd. Het is pas vers, deze situatie, maar ik word er eigenlijk niet vrolijk van.
Allerlei geluidjes en andere signalen dringen via die apparaatjes voortdurend binnen, ook aan de keukentafel. We hadden al de regel dat tijdens het eten, het grote feestelijke samenzijn, de telefoons niet gebruikt worden en ook niet op tafel mogen liggen. No way. De eerstvolgende stap wordt waarschijnlijk om die horloges op een of andere manier even lam te leggen, als het op dat moment gewenst is met elkaar ‘live’ te communiceren. Oftewel een normaal gesprek, met woorden die uit de mond vertrekken, met gezichtsuitdrukkingen, met al dan niet doordingende of warme blikken.
Nee, ik ben niet tegen de algemene vooruitgang. En techniek kan ons in veel gevallen helpen. Maar lang niet altijd. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat veel mensen, vooral jongeren, in psychische problemen komen omdat ze niet meer goed weten hoe ze een normaal menselijk contact kunnen opbouwen. Ze zijn namelijk gewend om contact te maken via de smartphone. Dat is hun belangrijkste kanaal naar de buitenwereld. Er zijn niet eens onderzoeken voor nodig. Je ziet het om je heen. In de restaurants waar mensen zonder te praten tegenover elkaar zitten, elk bezig op de eigen smartphone. Of kijk eens bij een bushalte, waar niemand meer met elkaar spreekt maar enkel met de eigen telefoon bezig is. In een wachtkamer idem dito.
Dat polshorloge van de firma Apple is de volgende stap in het proces van vervreemding en miscommunicatie. Ik merk het ook bij zakelijke afspraken. Die ‘Watch’ is dan aanwezig. Sommigen konden zich nog beheersen, maar er waren er bij die midden in het gesprek, soms midden in een zin, werden afgeleid door weer een piepje of een trilling van die polscomputer. Ik merkte dat ze niet meer hun volle aandacht bij het gesprek hadden. Sterker nog, in enkele gevallen moest ik m’n eigen zinnen herhalen, nadat ik vriendelijk maar afwezig de vraag kreeg: ‘sorry, wat zei je ook alweer?’
Hoe meer apparaten om te communiceren, hoe minder échte communicatie, hoe minder onderling begrip. Kijk naar de autoritaire dwazen die het dezer dagen voor het zeggen hebben. Donald Trump die zijn gedachten en beslissingen niet of nauwelijks toelicht, maar enkel gefragmenteerd via Twitter de wereld in slingert. Datzelfde doet dictator Erdogan, die het goed kan vinden met de president in het Witte Huis. De Turkse narcist kondigde de oorlog tegen de dappere maar kansloze Koerden ook via Twitter aan. Een dergelijk gebruik kan niet de bedoeling zijn geweest van de bedenkers van dit social media-platform. Overigens, Erdogan heeft gelijkertijd aangekondigd dat iedereen in Turkije die het in zijn hoofd haalt om via social media kritiek te uiten op zijn oorlog, in de gevangenis wordt gegooid. Zo gaat dat bij onze NAVO-vrienden achter de Bosporus.
Maar zoals ik in het begin van dit verhaal al stelde, de miscommunicatie zie je ook dicht bij je. Ook op kantoor bijvoorbeeld. Dan zie ik geregeld mensen enthousiast bezig met een verhaal of project. Maar hun telefoon ligt pal naast het toetsenbord en om de paar minuten komt dat ding met een melding. Hup, dan moet er toch gauw even gekeken worden. En dan weer verder met het werk. Niet efficiënt en heel slecht voor de concentratie. Diezelfde mensen hoor ik ook wel eens klagen dat het wel ‘erg druk’ is. Ja, dat wil ik geloven.
Op televisie zag ik een reportage over een bedrijf waar ze de eerste paar uren niet alleen hun telefoon niet mogen gebruiken, maar zelfs niet met elkaar mogen praten, om zo tot rust te komen en hun werk te kunnen doen. Dat gaat me wat ver, maar het wordt hoog tijd dat we die apparaten opzij gaan leggen en alleen gebruiken als het echt nodig is. Dan gaan we elkaar weer beter begrijpen en krijgen we het ook minder druk.
Jo Cortenraedt