Een avondje met Caroline van der Plas
Hoe zal die of die in het echt zijn, dat vraag je je vaak af als je iemand die niet van de beeldbuis en andere media is weg te slaan, in levende lijve ontmoet. Tijdens een diner nog wel, dat geeft altijd wat meer ruimte tot inzichten. En als journalist, zij het tegenwoordig niet met politiek als hoofdthema, is het altijd goed om politici te spreken, van links tot rechts.
Daarom had ik de uitnodiging van Leo van der Kant, peses van het genootschap ‘De nalatenschap van Hendrik VIII’, aangenomen om aan tafel aan te schuiven naast Caroline van der Plas, de politiek leider van de BoerBurgerBeweging (BBB), in La Butte aux Bois in Lanaken. Met aan de andere kant naast me Annetje Schoolmeesters, de kartrekker van deze partij in Limburg. Die kende ik nog vanuit haar MECC-verleden, lange tijd geleden. Nog altijd even opgewekt.
Omdat de hoofdgast van de avond in de file stond, had ik nog even de tijd om twee andere gasten aan tafel te spreken. Ik kende ze niet, ze waren aanvankelijk wat gereserveerd. Begreep ik echter, want zij waren van de politie Lanaken. Zelfs in de Belgische grensstreek weten ze inmiddels al dat het in de Nederlandse politiek soms hectisch eraan toe gaan, dus was het nuttig om een oogje in het zeil te houden, mede ter bescherming van de spreekster en de rest van het gezelschap. Dat dit vandaag de dag nodig is, zegt heel wat over hoe onze maatschappij ervoor staat.
Dat ze de polarisatie niet aanwakkerde, maar juist met argumenten afzwakte, deed me in ieder geval plezier.
Enfin, de BBB-leidster deed op enig moment haar intrede, ze had zelf een flinke rit achter de rug vanuit de Randstad. „Ik rij altijd zelf, dan ben ik alleen in de auto en kan ik even mijn hoofd leegmaken”, zei ze monter.
Ze hield een helder betoog, zonder opzienbarende uitspraken. Dat ze zich bijvoorbeeld zorgen maakt over de taalverruwing in de Tweede Kamer. En jawel, ze was optimistisch voor wat betreft de komende Kamerverkiezingen. „Wij scoren uiteindelijk altijd hoger dan in de peilingen, want die nemen vaak het platteland niet mee.” En dat was de kern van haar betoog, het platteland is ondervertegenwoordigd in Den Haag, men heeft er geen oog voor vanuit de Randstad. „Ook niet voor Limburg”, voegde ze er gezien de locatie van de avond handig aan toe. Ze wilde wel een gokje wagen: ’25 zetels’.
Na haar speech wilde ze aan tafel ook nog wel kwijt dat op de lijst van haar partij meer mensen uit de regio staan dan bij collega Pieter Omtzigt, hoewel ze wel hoopte met hem in een coalitie te kunnen stappen. En ze hekelde de ‘cancelcultuur’ in Nederland. „Iedereen is uit op elkaars bloed en zodoende zijn veel parlementariërs bang om fouten te maken. De media loeren daar ook op.”
Al etend had ik het nog over de industriële landbouw en de biologische landbouw, waarbij ik aangaf een voorkeur voor de laatste te hebben. Dat kon ze begrijpen en gaf toe dat een biologische tomaat meer smaak heeft dan een ‘industriële’. „Maar ja, in het huidige systeem is die veel te duur, daarom wordt die maar door drie procent van de bevolking gekocht. Dan moet je het hele systeem anders gaan inrichten zodat dit voor de boer interessant wordt.”
Daar konden we nog uren over doorpraten maar enkele vragenstellers wilden het hebben over migratie. Tot verbijstering van Van der Plas en een aantal aanwezigen vlogen er ineens heel radicale standpunten door de zaal. Dat ik echt even dacht, waar ben ik nou beland? De BBB-leider reageerde er afkeurend op en gaf een veel genuanceerde mening over dit heikele vraagstuk. Weliswaar kritisch, maar wel met realistische afwegingen. Dat ze de polarisatie niet aanwakkerde, maar juist met argumenten afzwakte, deed me in ieder geval plezier. Af en toe wat boerenverstand kan geen kwaad, ook niet tijdens zo’n diner.
En daarna stapte ze in haar auto voor de terugreis naar haar woonplaats Deventer. Of ze daar ergens aan de rand in een boerderij woonde? „Nee hoor, gewoon in een rijtjeshuis.”