De quarantaine begint te wringen
Maar de ons opgelegde quarantaine begint te wringen. Enerzijds zijn de meeste mensen zich wel bewust van de ernst van de medische situatie. Anderzijds groeit de opvatting dat tot nu toe het hele beleid bepaald wordt door virologen, althans in Nederland. En dat je toch ook naar de economie en de hele maatschappelijke situatie zou moeten kijken. Want als de virologen alleen het voor het zeggen hebben, dan blijven we misschien met z’n allen nog een heel jaar thuis. En dan zijn vervolgens de meeste bedrijven over de kop en hebben weinigen nog een baan. Dat kan dus ook niet.
Helaas wordt de toonzetting van de discussie, zeker op sociale media, tamelijk grof. Iedereen vindt gezondheid belangrijk, maar degene die het ook durft te hebben over de economie, wordt in veel media meteen neergesabeld. Ik snap dat wel, want mijn ervaring is dat veel journalisten weinig op hebben met economie, de specialisten daar gelaten. Toen ik nog bij een krant werkte, al heel lang geleden, waren ondernemers voor de meeste journalisten rare mensen, die enkel op geld uit waren. En toen ik mijn contract opzei en me vestigde als zelfstandig journalist, dachten de meeste collega’s dat ik in een vlaag van verstandsverbijstering handelde. Hoe kon ik nou een vaste baan opzeggen? Sommige collega’s van toen bekijken me tegenwoordig nog altijd alsof ik van een andere planeet kom.
Dus begrijp ik dat na de persconferentie van premier Rutte deze week geen énkele vraag over de economische gevolgen werd gesteld. Dat is blijkbaar taboe. Maar de mensen thuis, die bang zijn voor hun baan, de werknemers, de ondernemers, de artiesten en muzikanten, die vragen zich dat wel degelijk af.
Toch zullen er in de crisisteams ook economen moeten worden opgenomen, niet alleen virologen. Want zonder economie hebben we straks helemaal geen gezondheidszorg meer. Niemand heeft – totdat er een vaccin is – de gouden oplossing. Maar het gaat niet lukken om de mensen nog voor lange tijd thuis vast te binden, dan krijg je op een gegeven moment een uitbarsting.
België is politiek dan weliswaar een chaotisch land met al die (deel)regeringen, maar ze hebben nu toch een uitgewerkte planning uitgerold voor de komende maanden. Onder voorbehoud uiteraard, maar dat geeft de mensen wel moed, ze weten nu beter waar ze aan toe zijn.
De Belgische premier Sophie Wilmès is zeker geen communicatiewonder, als ze Nederlands spreekt, is ze nagenoeg niet te verstaan. Maar ze komt dus wel met een concreet stappenplan tot aan de zomer. De Nederlandse premier Mark Rutte communiceert een stuk soepeler, spreekt z’n talen veel beter en is een doorgewinterde, vriendelijke en slimme regeringsleider. Alleen, hij komt uiteindelijk in dit corona-dossier met niks. Geen plan, geen perspectief van bedrijven en werknemers. Ook niet onder allerlei voorbehouden. Hij blijft de leraar die steeds weer doceert: anderhalve meter, handen wassen en zoveel mogelijk thuis blijven. Dat weten we nou wel, we zijn geen kleuters.
Blijkbaar is de RIVM-baas Jaap van Dissel zijn grote navigator. Zal een kundige man zijn, maar twee maanden geleden zei deze nog dat we in Nederland van dit virus weinig last zouden krijgen. En nu beweert hij nog steeds dat mondkapjes voor het publiek geen zin hebben, terwijl ze overal ter wereld worden ingevoerd. Hij duwde de hele regering in de richting van de groepsimmuniteit, tot grote verbazing van alle internationale deskundigen. Je hoort er nu niks meer over.
De regering laat ook de oren hangen naar GGD-directeur Sjaak de Gouw. Terwijl ze in vele landen, ook in Duitsland en België, overgaan tot massaal testen en het natrekken van sporen van besmette patiënten, zegt die goedlachse De Gouw dat hij er persoonlijk nog niet van overtuigd is dat dit zin heeft. En dus ligt het dringende verzoek van het parlement nog in zijn la. Terwijl in Duitsland al duizenden mensen wekenlang met dit project bezig zijn, dat algemeen wordt gezien als basis om het openbare leven te versoepelen en ook de Belgen nu massaal gaan beginnen.
Terwijl de Denen, de Belgen, de Oostenrijkers en andere Europeanen een duidelijk routeplan kunnen gaan volgen, blijven de Nederlanders in onzekerheid achter. Geen plan, geen route, geen perspectief. Je kunt ook té eigenzinnig zijn.