Van André Rieu tot de Rode Duivels
Twee fenomenen die ik er deze week wil uitpikken.
Te beginnen met de Vrijthof-concerten van André Rieu. Ik was er de eerste twee avonden voor opnamen, die we nou monteren voor een extra lange Limbourgeois morgenavond vanaf 18.45 uur op L1 TV.
Er zijn drie categorieën Limburgers die er niet naar toe gaan. Dat zijn in de eerste plaats de mensen die niet van die muziek houden. Of er geen geld voor hebben. Dan heb je de categorie die behoort tot ‘Eine van us, dat keen niks zien’. Die altijd wat te zeveren hebben, vooral als degene die succes heeft uit de eigen stad komt. Een soort van omgekeerd minderwaardigheidscomplex, geprojecteerd op iemand anders. Met een tikje afgunst erbij. En dan heb je nog de categorie semi-intellectuelen, die vinden dat het niet ‘bon-ton’ is om te zeggen dat je naar Rieu bent geweest. Want dan behoor je te zeer tot de massa en daar mag je als intellectueel natuurlijk niet bij horen. De eerste categorie kan ik begrijpen, de andere twee een stuk minder.
Nou zal dat André Rieu zelf een zorg zijn. Hij is niet afhankelijk van zijn eigen streek, want de fans komt uit de hele wereld, dit jaar uit 88 landen. Ik sprak nogal wat buitenlandse fans en opvallend vond ik de spontane woorden van een charmante Colombiaanse, die speciaal was komen overvliegen. Geland op Brussel en van daaruit was het nog een uitdaging om naar Maastricht te komen. Inderdaad, de internationale bereikbaarheid is verre van optimaal. Toch had ze het gedaan. En spontaan zei ze dat dit toch een heel professioneel bedrijf rondom Rieu moest zijn om dit allemaal zo te organiseren. En, wat zij geweldig vond, dat hij zoveel doet voor zijn stad. „Wereldwijde bekendheid, extra werkgelegenheid, een betere hotelbezetting, meer toeristen en een levendige zomer.” Wijze woorden waar ik categorie 2 en 3 graag naar verwijs. Soms ziet iemand van buitenaf beter de realiteit dan iemand van binnenuit.
Opmerkelijk voor mij dit jaar is niet zozeer de ‘Special Guest’ in de personen van Los del Rio, maar zijn eigen broer Robert, die in Marseille woont en decennia lang daar in het opera-orkest heeft gespeeld. En nu voor het eerst met André in het Johan Strauss-orkest. Robert Rieu oogt op het eerste oog 180 graden anders dan zijn beroemde broer. Ingetogen, bijna verlegen. Maar in het openhartige gesprek met hem na afloop bleken er toch grote overeenkomsten. En verrassende anekdotes. Alleen al daarom extra de moeite waard om te kijken morgenavond.
En kijken, dat deed ik met de kinderen naar België- Brazilië. Ik volg het voetbal niet op de voet, maar heb genoten van de levendige wedstrijd, het aanvallende spel en de winst van de underdog. De Rode Duivels mogen wat mij betreft de wereldbeker winnen. Bert van Marwijk tipte hen in de vorige Chapeau al als een serieuze kanshebbers. Lijkt me dan meteen een goed moment op te stoppen met de neerbuigende Hollandse houding richting de Belgen. Laat die maar schuiven. Vooral met de bal.
Jo Cortenraedt