De balans tussen voor en na corona
Opeens zie ik iedereen weer rennen, van hot naar haar. Op de autoweg is het verkeer weer even druk als voor corona, zo lijkt het toch. En de agenda begint flink vol te lopen.
Oef, dat tempo waren we niet meer gewend. Zoals we ook niet gewend waren om plotsklaps elke avond thuis te zijn, omdat alles gesloten was. Hoe bizar kan het zijn?
Ik merk hoe dan ook dat veel mensen graag weer ergens naar toe willen. Niet alleen natuurwandelingen, hoe mooi ook. Maar ook weer anderen ontmoeten. Ik ken mensen die de coronaperiode zonder afspraken en sociale verplichtingen vermoeiender vonden dan daarvoor, want ze misten de impuls van het dagelijkse contact.
Zo erg is het bij mij niet, maar ik merk dat ik het fijn vind om weer een hoop lui te ontmoeten. Tijdens werkafspraken, in het theater, in het museum, op bijeenkomsten en ook privé. En eerlijk gezegd heb ik toch alweer heel wat handen geschud. Ik dring me niet op, ik geef zeker niet zo’n beklemmende hand zoals Trump pleegde te doen. Maar ik ben ook niet bang om een handdruk geven, dat gebaar zit diep in onze cultuur ingebakken en ik vind dat ook wel vriendelijk en voorkomend.
De agenda begint weer aardig vol te lopen
Wellicht zullen er wel minder wangkussen worden uitgedeeld bij dat soort ontmoetingen, of het nu een, twee of drie kussen zijn. Die gewoonte is nog niet terug en zal wellicht ook niet helemaal terugkomen. Ik heb me zover ik weet nooit opgedrongen op die manier, het moet zeker geen automatisme of onaangenaam gedoe worden. Van de andere kant vind ik het heel persoonlijk en extra vriendelijk, om dat wel te doen bij mensen (in mijn geval vrouwen) die ik om een of andere reden graag mag en van wie ik denk of hoop dat zij het ook op prijs stellen. Maar ik ga nooit voor de vorm het rijtje af. Deed ik vroeger niet, en nu al helemaal niet.
In vele opzichten zal de vraag zijn of we naar een soort van balans gaan tussen de overvolle agenda van voor corona en de totale stilte tijdens de pandemie. Ik streef naar een middenweg, maar begin al gauw te beseffen dat dit heel lastig gaat worden. Immers, als je je werk goed wil doen, dan moet je er voluit voor gaan, zeker als je het graag doet. En ik krijg er energie van, dus ik ga niet te veel op de rem trappen.
Maar ik vermoed wel dat ik toch nog ietsje selectiever zal worden, vooral in de avonduren en de weekends. Ook dan zal er werk zijn, dat is inherent aan mijn beroep en ik ben ook helemaal geen nine-to-five type. Maar ik hoef ook niet overál bij te zijn. En als ik ga, kan ik mijn bezoek ook iets korter maken. Dat ik doelgericht mijn zelf gestelde opdracht voltooi, en dan ook weer vertrek.
Of dat helemaal gaat lukken weet ik nu nog niet. Maar het is een streven. Voorop staat in ieder geval dat het leven geleefd moet worden, dat doe je niet de hele dag op de bank of achter de computer.