Alles gaat sneller, behalve het maken van een krant
Het leven gaat veel te snel, zo is een veelgehoorde klacht. Vooral door de technische vooruitgang kunnen we à la minute communiceren. Dat klopt, dat is enerzijds handig, maar zorgt anderzijds ook voor stress, want van afschakelen en rust in het hoofd komt zo niet veel terecht.
Voor media is snelheid van groot belang, zeker voor nieuwsmedia. Toch gaan sommige processen juist langzamer, met name bij kranten. Ik las enigszins tot mijn verbazing in een column van de hoofdredacteur van De Limburger dat ze speciaal vanwege de parlementsverkiezingen de afgelopen week de deadline een uur hadden kunnen verlaten, van 22 uur naar 23 uur. Dat was toch maar mooi geregeld, vond hij zelf.
Mijn gedachten gingen terug naar enige decennia geleden toen ik in de avondploeg verantwoordelijk was voor het binnen- en buitenlandnieuws bij deze krant. Tot 0.30 uur konden we voor alle edities nog kopij wisselen op de voorpagina. En tot 02.00 konden we pagina 1 van de stadseditie nog ombouwen bij calamiteiten. We sloten maar liefst 4 uur later – en dus actueler – dan nu, enkele tientallen jaren later.
En dat met heel ouderwetse techniek. We hadden niet eens computers, enkel elektrische tikmachines waar we het verhaal op moesten tikken. De kop van het verhaal maakten we op een apart stukje papier, dat we met een lijmkwast vastplakten aan het uitgeprinte verhaal. Dat ging vervolgens naar de afdeling die het verhaal moest overtikken (!!!!) naar een techniek die geschikt was voor de zetterij. Daar zaten de vakbonden voor een stuk tussen…
En vervolgens kwam er uit een machine een soort plakpapier, dat dan op een model krantenpagina werd gehecht door grafisch opgeleide mensen die ‘plakkers’ werden genoemd. Met vlijmscherpe mesjes sneden ze de 1 en 2 koloms-berichten en koppen en plakten die dan op die pagina als een soort puzzel. Ook de lijntjes tussen de berichten werden nauwkeurig geplakt. En als we die pagina dan goedkeurden, dan werd die gefotografeerd en kon die richting de drukmachine die een etage lager stond.
In wezen een enorm traag proces, ondenkbaar in de huidige tijd. Maar tóch waren we toen een compleet dagdeel actueler dan vandaag! Ja, ik snap het wel, vanwege allerlei kostenbesparingen staat er geen drukpers meer bij de redactie. Alles moet ‘efficiënter’ en dat betekent dat de drukpersen van de huidige kranten ergens tientallen kilometers verder op een industrieterrein staan, met alle benodigde transport van dien.
Van de andere kant, de oplage van de krant was destijds meer dan dubbel zo hoog in vergelijking met nu. En er waren ook meerdere edities die apart gedrukt en getransporteerd moesten worden. Dat ging. Nu blijkbaar niet. Het is ook niet makkelijk nu het veel lastiger is geworden om de bezorging goed te regelen. De krant wordt bij lange na niet deur aan deur in de bus gestopt en de bezorgers die er zijn, moeten ook andere, vaak landelijke kranten meenemen, om op andere adressen af te leveren. Heel complex allemaal.
Bij de landelijke krant NRC is die deadline blijkbaar helemaal dramatisch geworden. Die openden in de papieren krant daags na de verkiezingen dat het spannend zou worden met nog vijf partijen die streden om de koppositie. Ze plaatsten de foto’s van de leiders van PVV en GL/PvdA bovenaan, dus die dichtten ze kennelijk nog de meeste kansen toe. Blijkbaar sluiten die dus al vóór 21 uur, dan ben je helemaal niet meer actueel. Die voorpagina was compleet achterhaald, nog voordat de vrachtwagens klaar stonden.
Natuurlijk, het dagelijkse nieuws wordt steeds meer digitaal geconsumeerd, dus in die zin is het misschien minder noodzakelijk om in de papieren versie met het laatste nieuws te komen. De papieren versie is inmiddels meer voor de achtergrondverhalen. Maar daarmee vergroot je de overlevingskansen van de gazet bepaald niet.
Hoe dan ook, die vroege deadline en een papieren krant die het nieuws (deels) gemist heeft, dat voelt voor mij toch als een achteruitgang, in plaats van een vooruitgang. Ondanks alle technische snufjes die er nu zijn.









