Wel of geen horecavergunning ?
Nee, over het Songfestival ga ik het niet meer hebben. Als kind keek ik ernaar, het scheen van belang te zijn. Daarna ben ik gestopt. Op uitzonderingen na deden er alleen nog maar clowns mee die moesten zorgen voor een mediahype. Het ging vooral NIET om muziek, laat staan de kwaliteit ervan.
En dat nu de Nederlandse inzending al snel voor een schandaal heeft gezorgd, vind ik niet vreemd. Ook deze persoon werd allicht niet gekozen om zijn muzikale kwaliteiten, maar om z’n absurde gedrag. Blijkbaar is dat een voorwaarde om daar op het podium aandacht te trekken. Welnu, dat die aandacht kwam er al voordat het podium werd bereikt, dus missie geslaagd zou ik zegge, proficiat.
Over al die studentenprotesten zal ik het ook niet hebben, de nuance is al vanaf het begin ver te zoeken. Wat mij wel in het bijzonder opviel is dat de bezetters van de Universiteit van Amsterdam het niet zo’n probleem vonden om bijzondere kunst ter waarde van honderdduizenden euro’s te vernielen, omdat dit niet op zou wegen tegen het leed in Gaza. Met dat soort houthakkers heb ik niet zoveel. En je zult toch maar je kinderen laten studeren aan een universiteit waar kennelijk de nodige geradicaliseerde docenten rondlopen. Die kiezen voor een activistische opstelling in plaats van afgewogen alle kanten van een bepaald thema toe te lichten. De kans op objectief wetenschappelijk lesmateriaal lijkt me dan gering.
Maar in plaats van dit wereldnieuws toch nog even aandacht voor m’n blog van vorige week, die ging over de Koestraat in Maastricht. M’n gedachte was dat ik het een spijtige ontwikkeling vond dat er nu een burgerzaak gaat komen. Menigeen was dat met me eens, maar sommigen meenden dat ik te snel oordeelde over de nieuwe ondernemer, zonder het geproefd te hebben. Dat snap ik. Misschien zijn het wel de beste hamburgers ter wereld. Ik vind het gewoon spijtig dat zelfs in dit bijzondere straatje ook weer een burgertent moet komen. Verder gun ik de betreffende uitbater alle goeds met zijn keten.
Ondernemers en ambtenarij, het blijft vaak een ongelukkige combinatie.
En de eigenaar van de nog twee leegstaande panden aldaar had een punt met zijn reactie dat hij al jaren zijn locaties wil verhuren, maar daarvoor geen horecavergunning krijgt. Tja, dat is nogal een handicap in een straat waarin zowat alle andere panden wél een horecavergunning hebben. Dat is de wonderlijke wereld van de ambtenarij, waarin op grond van onnavolgbare regelgeving de een wel en de ander geen horecavergunning krijgt. Ik kan me voorstellen dat het gemeentelijk standpunt is dat er al genoeg horeca is. Maar als een héle straat die bestemming heeft – en ook tot een succes is uitgegroeid – dan is niet logisch om enkele panden zo’n vergunning niet te geven.
Want de kans dat je op zo’n locatie een goed lopende modezaak of andere winkel kunt exploiteren, is nihil. Ondernemers en ambtenarij, het blijft een hoogst ongelukkige combinatie. Natuurlijk moet er vanuit een bestuurlijk apparaat regie worden gevoerd, omdat het anders een chaos kan worden. Maar ik vrees toch dat in nogal wat gemeenten regelmatig een muur aan regels wordt opgemetseld, in plaats van mee te denken met degenen die iets willen opbouwen. Meestal zijn dat geen clowns en brengen ze ook geen vernielingen aan.