Zorro in de supermarkt
Met mondmasker zie ik er gevaarlijk uit. Ik kan geen andere conclusie trekken. Sinds het mondmasker in de supermarkt verplicht is, heb ik regelmatig een aparte ervaring. Dat is niet zozeer dat ik gemaskerd langs de schappen loop, dat doet iedereen tegenwoordig. Met véél minder afstand dan op de terrassen overigens.
Maar het is de combinatie van mondmasker en de automatische kassa, daar gaat het bij mij fout. Ik weet inmiddels – ben niet de handigste in die zaken – hoe dat scanapparaat werkt, dus met het scanpistool geef ik een piep aan alle artikelen die ik in de tassen in mijn karretje zet. En ik probeer heel goed op te letten, want stel voor dat ze je aan de automatische kassa voor een controle eruit pikken, en je blijkt stiekem een of meer producten niet te hebben gescand. Dan ben je in feite een dief. Dat is het laatste dat je wilt zijn, althans in mijn opvoeding.
Soms loop ik op het apparaat het rijtje nog even langs, bij twijfel. Of daadwerkelijk alles is ingescand. Ik kan ook langs de gewone kassa, maar dat is ouderwets. Want je haalt de producten uit de schappen, zet ze in het karretje en bij de kassa uit het karretje op de lopende band, een voor een. Dan vervolgens weer terug in het karretje. En dan ga je pas naar buiten. In de auto, en daarna thuis weer uitladen en inruimen. Een zogezegd logistieke operatie.
Met dat scanapparaat zet ik het product, van verse vis tot tandpasta, meteen in de betreffende zak of tas, en hoef het aan de kassa niet meer over te laden. Absolute winst in efficiency.
Met mondmasker word ik bijna altijd gecontroleerd bij de automatische kassa’
Alleen, in de supermarkt waar ik al meer dan dertig jaar kom – niet voor de prijs maar vooral voor het uitzonderlijke culinaire assortiment – herkennen ze me niet meer sinds ik een mondmasker draag. Of anders gezegd, ze vertrouwen me niet meer. Ik vermoed dat ze in 1 op de 25 gevallen bij de automatische kassa een controle doen. Of de producten in de kar ook wel zijn gescand. Verstandig dat ze dat doen, want anders wordt het proletarisch winkelen. Overigens, die automatische kassa’s zijn er niet alleen voor het gemak van de klant. De supermarkt bespaart zo fors op de personeelskosten, dat zal de belangrijkste reden zijn.
Maar enfin. Zónder masker word ik praktisch nooit gecontroleerd aan die automatische kassa. Mét masker in 9 van de 10 gevallen. Ik schijn dan een soort Zorro-uitstraling te hebben. Ik loop met het karretje naar die kassa, ik druk op Scan, en binnen een paar seconden verschijnt de volgende mededeling in beeld: ‘Even geduld, u wordt zo geholpen’. Dat is een vriendelijke vertaling voor: we komen u controleren want we vertrouwen het niet helemaal. God allemachtig, daar gaan we weer.
Ik ben het inmiddels gewend, ik sta al in de wachtstand als ik aankom bij de kassa. Vervolgens loop ik dan naar het buitenraam, om afstand te nemen van het proces. Ik heb er geen zin in. Dan hoor ik daarna iets van ‘ok vriend’ of ‘ok chef’. Dan druk ik op betalen en vertrek. Maar deze week komt me de betreffende controleur nalopen op de parking. Mijnheer, u hebt deze tas vergeten. Ik vroeg: hoe kan dat dan?. Wetende dat hij de enige was die in mijn karretje had zitten rommelen. ‘Geen idee mijnheer’, antwoordde hij met veel gevoel voor theater. Och, ik ben er het type niet voor om dan een discussie te beginnen. Ik zuchtte en verheugde me op de langoustines die in die tas lagen. En die ik had ingescand en dus betaald had.
Vraag is nu, hoe zit dat qua uitstraling? Zijn mijn ogen gevaarlijk en worden die gecompenseerd door mijn misschien wel vriendelijke mond, die wegvalt onder het masker? Voer voor psychologen en wellicht een mooi scenario voor een goed boek of film.
Jo Cortenraedt