Milieuvriendelijk boeren, kan dat?
Moeten we de boeren een kopje kleiner maken, zoals in het stikstofdossier gewenst wordt en ook vanuit Brussel geëist wordt? Of moeten de boeren zelf anders gaan werken? Niet meer als industriëlen maar terug naar het echte, meer kleinschalige werk?
Het antwoord kan ik ook niet geven, het is veel te ingewikkeld. Met evenveel deskundigen die voor de eerste of de tweede stelling zijn.
Van huis uit ben ik zelf een aanhanger van de biologische methode. En wel om de eenvoudige reden dat de grond dan minder uitgeput raakt, dat er geen zware bestrijdingsmiddelen zoals pesticiden gebruikt worden. En omdat de smaak van de producten beter is.
De tomaat bij mij smaakt nog echt naar tomaat
Ik merk het in mijn eigen groentetuin. Ik gebruik geen bestrijdingsmiddelen, enkel wat mest zo af en toe. En in het algemeen is er elk jaar een mooie oogst van prei, diverse koolsoorten, rode biet, courgette, venkel, boontjes, diverse slavarianten en zo nog meer. Ik heb er weinig tijd voor maar doe het toch omdat de smaak gewoon veel beter is dan de groenten uit de ‘moderne’ landbouw, zoals de kassen. De tomaat bij mij smaakt nog echt naar tomaat.
Daar komt bij dat ik de pesticiden en ander gif niet vertrouw. Ze zullen wel effectief zijn tegen plantenziektes en tegen insecten. Maar ik acht het bepaald niet uitgesloten dat ze zorgen voor enge ziektes bij de mens. Kanker, dementie, dat soort aandoeningen. Dan ben je verder van huis. Er is al vaker wetenschappelijk bewijs aangevoerd voor deze stelling, maar dan komen er ook weer tegenonderzoeken van fabrikanten met uiteraard een andere uitkomst.
Op grotere schaal constateer ik dat de boeren steeds meer op een industriële manier zijn gaan werken. Grotere tractoren en machines, meer dieren en vooral veel monocultuur. De weilanden bij mij in de buurt tonen al lange tijd geen weidebloemen meer. Door de ‘moderne’ bewerking met allerlei spul hebben die het loodje gelegd. Maar nu zie ik dat veel weilanden ook nog eens worden omgeploegd om er eentonige maïsvelden van te maken. Alles gericht op de productie van veevoer. Die opgefokte maïsplanten groeien als een gek, ze zien er bijna onaards uit.
In Nederland is het aantal boerenbedrijven in zeventig jaar gedaald van 400.000 naar 50.000. Maar de productie is verveelvoudigd. Koeien zie je niet meer in de wei, die zitten in een soort van fabrieken met steeds modernere technologie. Ik vind dat geen vrolijk aanzien. Denk ook niet dat die beesten er veel lol aan beleven.
Moet dan alles terug naar vroeger? Dat kan ook weer niet. Biologische landbouw is in mijn ogen beter, maar brengt iets minder op. Dus in cijfers uitgedrukt minder efficiënt. Zolang de wereldbevolking zo fors groeit, is de vraag groter dan het aanbod.
Toch zou gezocht kunnen worden naar een soort van compromis. Innovatie combineren met meer duurzaamheid en minder gif. In de wijnbouw zie je gelukkig die ontwikkeling al duidelijk. Het aantal wijndomeinen dat gekozen heeft voor een biologische werkmethode, is de laatste jaren flink toegenomen. Met als doelstelling: betere wijn en een betere gezondheid. Een mooie combinatie lijkt mij. Tenzij je daar teveel van drinkt natuurlijk.