Home > Circulariteit & Duurzaamheid > Grivec Bros made in Chevremont

Grivec Bros made in Chevremont

Het is de geloofsbelijdenis van twee broers die zich vanuit de Kerkraadse wijk Chevremont met hun eigen spijkerbroeken behoorlijk in de kijker werken. Het merk Grivec Bros draagt een eigen signatuur. Op het eerste gezicht denk je aan een werkbroek, maar dan wel met een duidelijke expressie van elegant rauwe zwierigheid. De schoonheid van no-nonsense. Basic. Geen poespas, maar een broek die net als de levensgeschiedenis van de broers een eerlijk verhaal vertelt. Hun volhardende ijver en het spijkerharde geloof in duurzaamheid, aandacht en kwaliteit werpen nu ook internationaal hun vruchten af. „Hier bevindt zich de bakermat van de jeans in Nederland.”

Wie bij Grivec Bros binnenstapt, valt met de deur in huis. Direct wordt de aandacht getrokken door een team medewerkers dat achter naaimachines van de merken Singer, Reece en Dürkopp aan het werk is. Er worden broeken gemaakt, aangepast en hersteld. De radio staat aan op putjes-scheppersvolume. Een gemoedelijke sfeer die onwillekeurig associaties oproept met een hakkenbar of sleutelservice, een plek kortom waar je ziet wat je krijgt. En dat is precies wat de tweeling Roger en Marcel Grivec voor ogen stond toen ze de zaak in 1989 op achttienjarige leeftijd van hun ouders overnamen. Eerlijkheid voor alles. Authenticiteit. De mannen zijn trots op de weg die ze hebben afgelegd en dragen dat ook uit in hun eigen kledingkeuze met baseballpet waarop Grivec Bros staat.

„Die heritage koesteren we. Wie onze geschiedenis kent, begrijpt ons”, zeggen de broers. „We zijn trots op onze afkomst.”Roger is in 1971 tweeëntwintig minuten eerder geboren dan zijn broer Marcel. Wie snel kijkt zal moeite hebben ze uit elkaar te houden. Twee karakteristieke figuren. In een film van Quintin Tarantino zouden ze goed getypecast zijn. Type: ruwe bolster, blanke pit. Ergens schuilt er in hun persoonlijkheden nog iets van de noeste mijnwerker die hun opa Jozef is geweest nadat hij in 1932 vanuit Slovenië in Kerkrade neerstreek. Niet voor niets grijpt hun assortiment aan broeken met namen als Cool Pete, Hower, Bricker en Locker terug op die roemruchte mijnwerkerstijd.

„Hier in Kerkrade kwamen de jeans in de jaren zestig als werkmansbroek het land binnen”, zegt Marcel. „Deze Amerikaanse broeken werden in de late negentiende eeuw gemaakt voor mijnwerkers, cowboys en spoorwegbouwers. Men gebruikte letterlijk klinknagels om de denim – de katoenen spijkerstof – op bepaalde plekken te verstevigen. Vandaar het woord spijkerbroek. Aanvankelijk had de broek niets met mode van doen. Het was werkkleding. Pas later, ergens in de jaren veertig, werd het in Amerika een modeartikel, toen de tieners de broek begonnen te dragen. And the rest is history.”

Huis aan huis

Terwijl grootvader Grivec kolen rondreed begon zijn zoon – de vader van Roger en Marcel – huis aan huis spijkerbroeken te verkopen. Zo ontstond uiteindelijk de zaak die door de jaren heen zou uitgroeien tot een begrip in de regio. De tweeling groeide weliswaar op tussen de jeansbroeken, maar had aanvankelijk toch andere interesses dan de zaak van vader en moeder. Na een keer op ski’s geoefend te hebben op de Baraque Michel en een oefenles op de pas geopende skibaan van Sigi Moser (tegenwoordig SnowWorld) beten de broers zich vast in de skisport. „Als we iets doen, doen we het goed. We bleken over voldoende talent te beschikken en schopten het tot het nationale ski-team. Om te trainen en studeren verbleven we op kostschool in Oostenrijk. Maar geleidelijk kregen we andere interesses. Het snowboarden kwam op, dat hebben we eind jaren tachtig ook nog een poos gedaan. Net als skaten en skateboarden. Daarna zijn we in de gevechtssport beland. Drie keer per week trainden we in Eindhoven. Dat ligt nu weer jaren achter ons. Onze gezamenlijke passie geldt nu alweer jaren onze zaak. We hebben ons van onderop opgewerkt.”

Oog voor kwaliteit hadden de broers vanaf het begin, want ze behoorden tot de eersten die merken als G-Star, Chippie, Liberto en Diesel inkochten en verkochten. Ze spelen zich door de jaren heen behoorlijk in de kijker en bouwen op jeansgebied aan een gedegen reputatie als Jeans Institute. Rond 2010 ontstaat het idee voor een eigen label, dat in 2014 uitmondt in Grivec Bros. „Dat was een logische vervolgstap. We hebben niks met de fast fashion die je zoveel om je heen ziet. Zo’n veertig broeken worden bij ons gemaakt. Allemaal handwerk, vakmanschap. Wij maken broeken die heel lang meegaan, die als ze ouder worden alleen nog maar meer expressie krijgen. Zo’n broek heeft een eigen persoonlijkheid, een identiteit. Als je een dergelijke broek koopt, zie ik je twee jaar niet meer.” Lachend: „Tenzij je gewoon zin hebt om weer een nieuwe te kopen. Maar versleten is ie niet. Ik vergelijk zo’n spijkerbroek met een ouwe leeuw die met zijn littekens en karakteristieke kop indruk maakt. We adviseren onze klanten om de broek het eerste halfjaar niet te wassen. Dat is niet alleen beter voor het milieu maar ook mooier voor het ouderwordingsproces, de ageing. Een goede jeansbroek beschouwen wij als een kunstwerk, als een onderdeel van iemands identiteit. Hoe ouder hoe meer expressie.”

Schaalvergroting

De naam Grivec Bros is inmiddels aan een behoorlijke schaalvergroting bezig. Vooral online timmeren ze aan de weg. In landen als Zwitserland, België, Duitsland, Engeland en Scandinavië geniet Grivec Bros een zekere populariteit. Aan borstklopperij doen de broers niet. Ze laten de kleding het liefst voor zichzelf spreken. ,,We weten waar we vandaan komen.” Hun samenwerking met Jason Denham uit Amsterdam, bij wie de broers vanaf 2008 een aantal keren naailes kregen, is een groot succes. Alle tweehonderd broeken waren in een paar minuten in Japan en Europa verkocht. „Mooi dat we nu met Denham samenwerken. Dat bewijst eens te meer dat we op de goede weg zijn, dat we serieus worden genomen door partijen die kwaliteit en eerlijkheid herkennen.”Elk onderdeel van de vervaardiging van een Grivec Bros wordt met zorg en toewijding gemaakt. De jeansdoeken – de spijkerstof met die typische indigokleur – komen uit Japan. „Daar in Japan weten ze nog wat passie en aandacht is. Daar komt de beste kwaliteit vandaan. En die kwaliteit betaalt zich weer uit in de jaren dat je deze broek dagelijks kunt dragen. Hij wordt er alleen maar mooier op.” Hier worden geen broeken voor de massa gemaakt, maar unieke exemplaren. Elke broek wordt verkocht in een pungel, een typische stoffen mijnwerkerstas. „Ja, ook op die manier verwijzen we naar onze roots.” Maar niet alleen in hun productpalet getuigen de broers wie ze zijn. Ook in hun maatschappelijke betrokkenheid schuilt hun verhaal. Toen ze de Syrische vluchteling Zyad een paar keer geïnteresseerd naar binnen zagen kijken, vroegen ze hem binnen te komen. Hij bleek in Syrië ook spijkerbroeken te hebben gemaakt voor merken als Hugo Boss en Benetton. Inmiddels werkt hij met zichtbaar plezier al twee jaar bij Grivec Bros. „Net zoals onze opa ooit naar Kerkrade kwam om een beter leven op te bouwen, zo kwam Zyad ook met zijn familie hiernaartoe. De geschiedenis herhaalt zich als het ware.”

hide auteur

chapeau TV

Iedere week het beste
van Chapeau?

Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!

Vraag je
lidmaatschap aan

Toetreden tot de Chapeau Community kan al vanaf €24,50 per jaar. Daarnaast kunt u kiezen tussen een welkomstkorting of een welkomstgeschenk.

Iedere week het beste
van Chapeau?

Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!
Of word lid van onze community.