Klimaatdiscussie met een borrel
Discussiëren over klimaatverandering op feesten en partijen is niet zonder risico. De gesprekken over stijgende temperaturen, recent verschenen rapporten of de noodzaak om minder te consumeren, komen met een glas wijn in de hand slecht van de grond. Meestal is een verjaardagsfeestje verdeeld in twee kampen. Het ene kamp luidt de noodklok en het andere kamp heeft de klassieke ‘het zal zo’n vaart niet lopen’-houding. Het is grofweg paniek versus relativering.
Het eerste kamp kan je tot op de liter nauwkeurig voorrekenen hoeveel badkuipen vol kerosine een reiziger verstookt tijdens een retourtje New York. Het andere kan feilloos uitleggen waarom een Tesla model X niet beter voor het milieu is dan (laten we zeggen) een Volvo S60 uit 2005. Er vliegen cijfers en feiten over tafel die moeilijk te verifiëren zijn met een mini frikandel in de ene hand en een glas chardonnay in de andere. Gedurende de avond verlegt het strijdtoneel zich naar windmolens (mooi of lelijk), olieproducenten (noodzakelijk of kwaadaardig) en kerncentrales (levensgevaarlijk of onvermijdelijk). En tot niemands verrassing komen de partijen, de wijn ten spijt, niet dichter bij elkaar.
Wanneer de discussie landt op stikstof, ligt verdere escalatie op de loer. Dat onderwerp kan zomaar ontaarden in een frontale grondoorlog, met alle gevolgen van dien. Dan wordt de op hol geslagen natuurbeschermer gepositioneerd tegenover de nobele boer die in het zweet des aanschijns zijn geld verdient. En een gesprek over stikstof is onmogelijk te voeren zonder dat een van de partijen een stevige dosis agrariërromantiek tentoonspreidt. Het sluiten van enkele grote boerenbedrijven wordt gezien als een aanval op ons cultureel erfgoed. Terwijl het andere kamp de boeren beschouwt als relicten uit het verleden, gedreven door geldlust en de behoefte het klimaat eigenhandig om zeep te helpen.
Mijn eigen rol aan de oververhitte borreltafel is meestal die van de mediator. ,,Kijk,” hoor ik mezelf dan zeggen, ,,we zijn het er allemaal over eens dat er iets moet gebeuren.” Je zou het ‘klimaatde-escalatie’ kunnen noemen. Of een gebrek aan ruggengraat. Maar de behoefte om de lieve vrede te bewaren wint het vaak van mijn zendingsdrang. Daarna brabbel ik meestal nog iets over vlees eten en hoe lekker een vegetarische curry kan zijn. Dat doet de gemoederen meestal bedaren. Iedereen kan zich er wel een voorstelling bij maken dat je prima vega kipstukjes in een curry kunt gebruiken. Als je tenminste niet te zuinig bent met de kruiden.
De kou lijkt dan uit de lucht. Totdat een broer, neef of vriend – meestal een man – zich in het gesprek mengt die zijn informatie over het klimaat uit heel andere bronnen haalt. Vallen de woorden ‘Agenda 2030’, ‘Great Reset’ of ‘World Economic Forum’, dan is het beter om even een sigaretje te gaan roken of te gaan plassen, en je daarna bij een andere statafel te vervoegen. Aan die discussie valt geen eer te behalen.