Blog Jo Cortenraedt

Waarom geen toprestaurants in Heerlen?

tekst Jo Cortenraedt

Terwijl ik me volledig aan het voorbereiden ben op een hopelijk weer ouderwets succesvolle kunstbeurs TEFAF Maastricht, kwam er deze week nog het bericht voorbij van de sluiting van restaurant Graffiti in Heerlen. Spijtig, want het was maar een van de weinige gastronomische plekken in deze stad.

De vraag van mijn L1-collega was hoe het kwam dat het in Heerlen kennelijk veel moeilijker is dan in Maastricht om er als culinaire zaak het hoofd boven water te houden. Tja. Ik ken heel wat mensen die in de regio Heerlen wonen en die graag goed gaan uiteten. Alleen doen ze dat dan doorgaans in het Heuvelland, in Maastricht, in Midden-Limburg en tijdens vakanties elders. Maar niet in Heerlen.

Feit is dat het beter werkt als er een aantal goede zaken bij elkaar liggen, dan heb je keuze. Die heb je in Heerlen nauwelijks, waar Kasteel Terworm en brasserie Mijn Streek nu nog zowat de enige restaurants zijn waar gastronomie het uitgangspunt is.

Maastricht, Heuvelland en Roermond hebben op culinair vlak meer troeven  

Het is net als met winkels. Hoe groter het aanbod van zaken, hoe aantrekkelijker de stad is voor de shoppers. In Maastricht loopt zeker ook niet alles als vanzelf, maar toch, het aanbod is er veel groter.  Net als Graffiti, dat zegt te moeten sluiten vanwege de hoge kosten voor inkoop en energie, kampen ook in de Limburgse hoofdstad veel restaurants met deze uitdagingen. Plus het tekort aan goede vakmensen, dat overal speelt.

Maar de markt in Maastricht en ook in het Heuvelland is nu eenmaal beter. Dat zie je ook in Roermond. Daar hoeven de gastronomische restaurants het niet alleen te hebben van de lokale bevolking, maar profiteren ze volop mee van de toeristen – met name uit de rest van Nederland – die graag hier naartoe komen. Een weekendje Heerlen zullen niet veel Amsterdammers doen, een weekendje Maastricht wel. Dat is nu eenmaal het voordeel van de historische binnenstad, die zorgt voor sfeer, hoef je niks aan te doen. In Maastricht en ook in het Heuvelland is het in de topzaken in het weekend daardoor moeilijk om nog een tafel te vinden. En dan is er nog een factor: de Belgen. Van huis uit lekkerbekken, die houden van goed eten. Ook die komen massaal naar Maastricht en veel minder naar Heerlen. Niet voor niets trok Servais Tielman, de vorige uitbater op het adres van Graffiti, enkele jaren geleden naar Maastricht, omdat hij wist dat de markt daar groter is.

Niet dat het succes dan vanzelf komt, je moet er heel veel voor doen. Goede kwaliteit leveren, zorgen voor verrassing op het bord, het creëren van een warme ambiance, goede bediening enzovoorts. Ga er maar aanstaan. Maar toch, veel zaken zitten er goed vol, zeker in het weekend. Niet alleen Maastricht weet de culinaire liefhebber te trekken. Kijk naar het Heuvelland met vier topzaken op een paar vierkante kilometer: Brut 172, Julemont in Château Wittem, Atelier en De Leuf. Die liggen allemaal buiten de stad, maar weten wél de liefhebbers te trekken. Die hebben ook te maken met dure inkoop en energie, maar kennelijk kunnen ze dat voor een behoorlijk deel doorberekenen aan de gasten. Want de prijzen zijn er bepaald niet gering, maar toch vinden voldoende gastronomen de prijs-kwaliteit-verhouding er in orde en gaan ze voor de totale beleving. Graffiti benadrukte de muurschilderingen aan de buitenkant van het gebouw. Maar eerlijk gezegd komt de liefhebber van lekker eten daar niet voor.

Maastricht en ook Roermond hebben dan ook nog het voordeel dat ze de combinatie van shoppen en dineren kunnen bieden. Dan wordt het ‘een gezellig dagje uit’.

Ik zou ook niet zo gauw weten hoe je de situatie in Heerlen op dit gebied kunt veranderen. Een stadsbestuur kan daar ook weinig aan doen. Ik denk dat er voor goede zaken in het middensegment wel publiek is daar. Het betere eetcafé, een eigentijdse lounge met kwalitatieve tapas, een klassieke dan wel hippe brasserie met eten dat het niveau van de groothandel ontstijgt. Daar zou in Heerlen en omgeving plaats voor moeten zijn. In ieder geval heeft het niets te maken met de vaak opgeklopte tegenstelling Maastricht-Heerlen. De Limburgse consument weet zelf wel waar die het moet zoeken en is niet te beroerd om daarvoor een deur verder te gaan. Een neus voor kwaliteit hoeft ons niet te worden aangeleerd.

Deel dit artikel:
Meer artikelen over:
Blog Jo Cortenraedt

Jo Cortenraedt

Hoofdredacteur, uitgever en allround journalist

Jo Cortenraedt is allround journalist met tientallen jaren ervaring in Nederland en daarbuiten. Hij werkte onder meer voor het ANP, het NOS-journaal en De Telegraaf. Hij startte in 1997 als hoofdredacteur en uitgever Chapeau Magazine, in hetzelfde jaar was hij betrokken bij de start van de regionale televisie in Limburg.

Voor beide media is hij nog steeds volop actief met verhalen, reportages, columns en beschouwingen. In de eerste fase van zijn carrière stonden vooral het actuele nieuws en politiek centraal. Tegenwoordig zijn dat eerder specialisaties zoals kunst- en cultuur, gastronomie, human interest en de kwaliteit van leven.

Zijn brede netwerk, van TEFAF tot André Rieu, draagt bij aan de positie van Chapeau in zowel Limburg, als ook in de rest van Nederland en in België.

Jo Cortenraedt 's topic(s):
Uitgelicht

Gerelateerd nieuws