De rijke ziekenkas in Hasselt en de cursus ‘witte suprematie’ in Nederland
Los van het mooie nieuws dat in België de horeca vanaf 1 mei eindelijk weer open mag, vielen mij deze week nog twee zaken in het bijzonder op.
In Belgisch Limburg was dat de arrestatie van een bestuurder van De Voorzorg. Dat is een zogeheten ziekenkas. De goede man wordt ervan verdacht veel geld verdiend te hebben met de verkoop van onroerend goed van de organisatie. Dat belandde plotsklaps op zijn eigen bankrekening in plaats van die van de ziekenkas.
En in Nederland komt er bij het boek ‘Witte suprematie en ik’ een gelijknamige cursus om jezelf te leren hoe de witte suprematie bij je te herkennen en wat je eraan kunt doen.
Allereerst het ziekenfonds in Hasselt. Voor de niet-Belgen is het goed om even uit te leggen hoe die werken. Elke politieke vleugel heeft een eigen ‘mutualiteit’ om de ziekenkas en andere sociale voorzieningen te regelen. Zo heb je die van de christen-democraten, van de liberalen en van de socialisten. Die laatste heet ‘de Voorzorg’.
Wat blijkt, de bestuurders van deze laatste instelling in Limburg hebben vooral goed voor zichzelf gezorgd. Naast hun baan blijken ze meestal nog een eigen adviesbureau te hebben en daar hebben ze de afgelopen jaren honderdduizenden euro’s mee verdiend. Los van hun goed salaris bij de ziekenkas. Dergelijke organisaties doen al lang een hoop dingen waarvoor ze niet in het leven zijn geroepen. Ze kopen en verkopen onroerend goed, hebben hotels en vakantieparken in eigendom en hebben doorgaans een eigen reisorganisatie. Dat allemaal ten dienste van de gezondheid van de leden. De betreffende mutualiteiten krijgen enorme bedragen van de overheid om hun taken uit te voeren maar diezelfde overheid krijgt er niet goed de hand achter wat er vervolgens met dat geld gedaan wordt.
‘De bestuurders hebben vooral goed voor zichzelf gezorgd’
Bovendien vormen die organisaties een niet onbelangrijk onderdeel van politieke burchten waar macht, functies en geld een grote rol spelen. En dat is altijd een gevaarlijke combinatie. Zeker als mensen zich in bepaalde posities onaantastbaar gaan voelen.
Van een Luikse cateraar hoorde ik eens dat hij zijn beste omzet draait op 1 mei, de Dag van de Arbeid. De socialistische vakbond en ziekenkas komen dan bijeen om eerst de Internationale te zingen, om zich daarna ruim te goed te doen aan kreeften en champagne. Nou ja, zo raar is dat misschien ook weer niet, kreeften die uit de pan komen zijn ook rood, dus dat combineert goed.
In Nederland is er door uitgeverij Atlas een cursus uitgegeven onder de titel ‘Witte suprematie en ik’. Dit naar aanleiding van de verschijning van de Nederlandse versie van het boek met dezelfde titel, van de hand van de Afro-Britse schrijfster Layla F. Saad. Je leert dan als witte Nederlander hoe je jezelf schuldig kunt gaan voelen over je positie ten opzichte van ‘nieuwe Nederlanders’ die voor een belangrijk deel niet wit zijn. Want je moet gaan beseffen dat je in een bevoorrechte positie verkeert en dat je klaar moet staan om een aantal zaken in te leveren.
Nu ben ik altijd al graag omgegaan met mensen van andere culturen, die er vaak anders uitzien dan ‘wij’ autochtone bewoners. Je verbreedt je horizon, het maakt het leven veelzijdig. Maar dat gaat altijd op basis van wederzijds respect. Mensen die mij positief benaderen, kunnen van mij hetzelfde verwachten.
Ik heb me altijd verzet tegen discriminatie, omdat dit gebaseerd is op domheid. Iedereen heeft evenveel rechten, de kleur of de seksuele voorkeur doen er niet toe. Alleen, de huidige ‘inclusie- en woke-beweging’ begint hier en daar wat radicale trekken te krijgen. Dan gaat het niet meer om gelijkheid, dan word je als ‘inlander’ geacht min of meer te gaan knielen voor degene die ergens anders vandaag komt.
Dat gaat me wat ver. Ik denk dat de oorspronkelijke inwoners van China, Rusland, Afrika en andere windstreken dat ook niet doen. In Afrika moesten ze het helaas doen vanwege de kolonisaties die met geweld werden uitgevoerd. Door ‘wit’ inderdaad. Alleen, ik vind niet dat ik daar eeuwen later voor hoef te boeten. Respect moet ik tonen voor de medemens, dat wel.
Het thema inclusie is nu teveel gericht tegen ‘de witte mens’. Maar helaas komt er heel veel discriminatie voor waar wit niet bij betrokken is. Ga kijken in Yemen, in Ethiopië, in Kurdistan en vele andere oorden. De ene bevolkingsgroep vindt zich beter dan de andere, de ene religie verklaart de ander de oorlog.
Bij ons komt er zeker ook discriminatie voor. Maar niet alleen door ‘wit’. Vraag het bijvoorbeeld aan homoseksuele mensen die agressief belaagd worden door mensen uit andere culturen. Vraag het bijvoorbeeld aan de Turkse schrijfster Lale Gül. Die beschreef in haar recente boek hoe ze door haar eigen familie en de bijna hele Turkse gemeenschap daarachter zwaar onder druk werd gezet om de relatie met haar Nederlandse vriend te beëindigen. Want, die was geen Turk. Dus niet goed. Volgens mij dus pure discriminatie. De arme meid is gezwicht. Sterker nog, ze gaat kijken of ze in Nederland toch nog ergens een Turkse man kan vinden die wat moderner denkt. Ze is intussen ook gestopt met haar schrijverscarrière. Want ze werd bedreigd, ze durft het huis niet meer uit. En uiteraard kan de politie niks doen.
Degenen die het hardst schreeuwen over discriminatie, kijken soms weg als dat niet past in hun doctrine. De New York Times, een prima krant maar wel steeds meer onder invloed van de radicale vleugel van de Democratische partij (even extreem dan de Trump-gezinde Republikeinen), prees het boek van Layla Saad de hemel in.
Maar het boek van de al even zwarte schrijfster Ayaan Hirsi Ali werd met de grond gelijk gemaakt. Die schreef in haar nieuwe boek over het gevaar dat westerse vrouwen lopen door de massale immigratie van mannen uit streng-islamitische landen. In bepaalde buurten durven ze niet meer alleen op straat en durven ze ook geen zomerse jurk meer te dragen, bang uitgemaakt te worden voor witte hoer, of te worden aangerand. Door de nieuwkomers dus, soms mannen die notabene gevlucht zijn voor oorlogsgeweld in hun eigen land.
Als we het dan toch over inclusie en woke hebben, mogen we daar onze ogen ook niet voor sluiten.
Jo Cortenraedt