Elvis comes alive op filmfestival Cannes
De 75e editie van het filmfestival in Cannes sluit dit weekend af met de bekendmaking van de prijzen, waarvan de belangrijkste de Gouden Palm voor beste film. Een sterk programma dit jaar en de ervaring leert dat de voorspellingen lang niet altijd uitkomen aan de Côte d’Azur.
Een film die in ieder geval niet in de prijzen zal vallen is Elvis van de Australische regisseur Baz Luhrmann. En wel om de eenvoudige reden dat zijn film buiten competitie wordt vertoond, zoals dat bijvoorbeeld ook met Top Gun het geval was. Op die manier kan de organisatie toch grote namen naar het festival halen, ook als die geen zin hebben om mee te doen aan een soort van wedstrijd.
Bijna 45 jaar na het overlijden van het rockfenomeen Elvis Presley wordt zijn personage overtuigend neergezet door acteur Austin Butler. Minstens zo opvallend is de rol van Tom Hanks, die de beruchte colonel Parker speelt. Dat was de van oorsprong Nederlandse manager, die het talent van de jonge rocker in Amerika meteen kon inschatten. Hij zorgde enerzijds ervoor dat Elvis in eigen land als een komeet werd gelanceerd en mede daardoor grote successen behaalde. Anderzijds vulde hij zeer ruim zijn zakken met de gages die zijn pupil wist op te strijken. Colonel Parker regelde alles, op een heel gewiekste manier.
Tom Hanks was er op de persconferentie heel helder over. „Het was een uitgekookte vent, een beetje een kermistype. Maar hij zorgde wel voor bekendheid. Jammer dat hij niet wilde dat Elvis ook buiten de Verenigde Staten op tournee ging. Dat had er misschien mee te maken dat Parker geen paspoort had en mysterieus deed over zijn afkomst.”
De film werd in geheel gedraaid in Australië, om praktische redenen volgens de regisseur. Je hebt in ieder geval als kijker gewoon het idee dat je in Amerika zit. Je krijgt zowat het hele verhaal te zien van de legendarische zanger die sterk beïnvloed was door de zwarte muziek in zijn land en daardoor aanvankelijk verguisd werd door een deel van de blanke Amerikanen.
Een heel andere stijl is de film Tori et Lokita van de Luikse broers Dardenne. Gewoontegetrouw kwamen zij met een sociaal thema naar het festival en meestal speelt zich dit af in de ietwat sombere buitenwijken van hun stad. Deze keer gaat het over twee Afrikaanse kinderen die los van elkaar als vluchteling in België terechtkomen en daar hun weg proberen te vinden. Het is niet film voor een gezellig avondje uit, maar de maatschappelijke discussies die Jean-Pierre en Luc Dardenne aansnijden, doen het vaak goed bij de jury. Al twee keer wonnen zij de Gouden Palm. Dat is geen garantie dat de film daarna een kaskraker wordt, maar dat is ook niet het uitgangspunt van de festivaljury. De Waalse minister-president Elio di Rupo vloog er speciaal voor naar Cannes om de première bij te wonen.
Gevoelige politieke kwesties worden in Cannes afgewisseld met veel glamour, zodat alle ingrediënten van de internationale cinema voorbij komen. In dat kader viel het op dat thema’s als woke niet echt ‘hot’ waren in Cannes. Die discussie krijgt in Frankrijk, anders dan in Nederland, nog weinig vaste voet aan de grond.