Een complexe zoektocht naar de feiten
Hoe meer communicatiemogelijkheden er zijn, hoe moeilijker het vreemd genoeg lijkt te zijn om achter de ware feiten te komen. Dat blijkt vooral bij grote conflicten zoals die nu zijn in Oekraïne en in Israël en Gaza.
Hét probleem is dat professionele journalisten nauwelijks nog ter plaatse kunnen komen om de gebeurtenissen met eigen ogen te aanschouwen. De rol van oorlogsverslaggever wordt steeds kleiner, omdat het met al het moderne wapentuig te gevaarlijk wordt om ter plekke te overleven. Een helm en een kogelvrij vest met de woorden PRESS volstaan absoluut niet meer.
De nieuwsvoorziening is meer en meer in handen gekomen van ‘de autoriteiten’ ter plaatse en die hebben veel belang bij oorlogspropaganda, om zo hun positie en die van de vijand te ‘framen’. Als het gaat over Oekraïne, dan weet je vrijwel zeker dat alles wat van Russische kant komt, gekleurd is want het land kent geen persvrijheid. Oekraïne zal het nieuws ook zoveel mogelijk naar eigen hand zetten, maar laat wel meer (westerse) journalisten toe, waardoor je daar iets meer hoop kunt hebben op meer waarheidsgetrouwe berichtgeving. Maar dan nog is de nieuwsvoorziening heel beperkt, ook door de heel lastige situatie aan het front.
Om zo goed mogelijk op de hoogte te blijven probeer ik mijn toevlucht te zoeken tot internationale media.
In het Midden-Oosten en meer bepaald het gebied rond Israël, Gaza, de Westelijke Jordaanoever en Libanon is de situatie nóg veel lastiger. In Israël kunnen journalisten – die er altijd in grote getale zijn – nog redelijk hun werk doen, omdat het land ondanks alle tegenstellingen gestoeld is op een vorm van westerse democratie, inclusief persvrijheid. Maar het is voor hen heel moeilijk om werkelijk aan het front te komen, en zeker om de Gaza in te t rekken. En aan die kant van de grens is er sowieso geen persvrijheid, want de radicale beweging Hamas duldt geen democratie en dus ook geen pottenkijkers. Ze hebben wel een eigen ‘persbureau’ dat dagelijks vele berichten de wereld instuurt, maar geen journalist kan ze controleren.
Daarom vind ik het des te vreemder dat gerespecteerde media in Nederland zoals het NOS-journaal – waar ik jaren voor heb mogen werken – en de NRC deze week in eerste instantie klakkeloos berichten overnamen van ‘de Palestijnse autoriteiten’. Zoals het nieuws dat Israël een compleet ziekenhuis had platgebombardeerd, met meer dan vijfhonderd doden als gevolg. Verschrikkelijk nieuws natuurlijk. Alleen, het bleek naderhand niet te kloppen, maar dat duurde zowat 24 uur voordat dit doordrong tot de redactieburelen. Het bleek een afgezwaaide Palestijnse raket te zijn, met minder doden. Nog altijd heel gruwelijk, maar wél een heel ander verhaal.
De nuance kwam te laat, de duizenden betogers op straat scandeerden al ‘Israël moordenaar’ en prezen Hamas, de beweging die een religieuze dictatuur naar het model van de Taliban nastreeft.
De burgers die sneuvelen in Israël en de Palestijnse gebieden hebben er niks aan, hoe het nieuws gebracht wordt, zij zijn het slachtoffer. Maar met hun lijden wordt gegoogeld in de berichtgeving, voor het politieke gewin.
Om zo goed mogelijk op de hoogte te blijven probeer ik mijn toevlucht te zoeken tot internationale media. De nieuwsbulletins van de eerste en tweede Duitse tv-zender vind ik al een stuk voorzichtiger en genuanceerder en ook de nieuwsbulletins van de Franse en de Britse televisiekanalen, en een zender als CNN, zijn qua informatievoorziening breder. Dan nog moet je heel voorzichtig zijn met aannames over wat er echt gebeurt. Maar voorzichtigheid is geen populair woord in deze alles verwoestende conflicten die een schande zijn voor de mensheid.