Blog Jo Cortenraedt|Society

Knock out na woensdag

Woensdag was ik in Amsterdam. Nee, niet ‘s avonds in de Johan Cruijff Arena, maar ‘s middags bij de Nationale Asperge Partij in het chique Amstel Hotel. Daar kreeg gouverneur Theo Bovens de Gouden Asperge overhandigd voor zijn verdiensten om Limburg ‘verbindend’ uit te dragen naar de rest van Nederland. Het feest was wat vroeger dan gebruikelijk, omdat zowat de helft van de ruim driehonderd genodigden daarna nog naar dé wedstrijd gingen.

Al rijdend en lopend door de stad proefde je een lucht van hoop, van positieve nervositeit. Die avond zou hét gaan gebeuren, de internationale wederopstanding van Ajax. Ik heb de tijd nog meegemaakt dat Ajax enkele malen de Europa Cup won. En wat was ik blij, ik als supporter van Johan Cruijff en in zijn kielzog mannen als Piet Keizer, Sjaak Swart, Gerrie Mühren en al die andere goochelaars. Ik was er dagen mee in de weer, met dat soort wedstrijden. In een tijd dat er nog geen voor- of nabeschouwingen waren, waarin zelfs sommige uitwedstrijden niet eens op televisie kwamen, vanwege verbindings- of andere problemen. Dan moest je genoegen nemen met de radio.

In de jaren erna ben ik onbewust het voetbal wat gaan relativeren. Al liep ik wel degelijk lichte trauma’s op bij de WK-finales van Oranje, tegen Duitsland, tegen Argentinië en tegen Spanje. Hadden ‘we’ alle drie kunnen en moeten winnen. Maar het gebeurde niet. Die momenten blijven je altijd bij.

Ik leerde vele jaren na zijn voetbalcarrière Johan Cruijff persoonlijk kennen, via een zakelijk project. Had niks met voetbal te maken maar met een golfresort in Spanje. Hij was gevraagd voor promotie (voor een leuk bedrag) en ik zou met hem als voedingsbron zorgen voor ‘publicitaire content’.  We hebben elkaar in die tijd – zo ongeveer de periode 2003-2004 –  een aantal keren uitvoerig gesproken, samen gegeten en wat gedronken. Op dat moment was ik helemaal niet meer in de rol van fan of supporter, we waren gewoon samen aan een klus bezig. Dan verdwijnt dat heilige aureool rondom zo’n ‘ster’ vanzelf. Net als grote acteurs zijn ook de bekendste sporters uiteindelijk gewoon mensen van vlees en bloed.

Dat project is niks geworden, we zijn er beiden rap uitgestapt, want de initiatiefnemer had het allemaal wat rooskleuriger voorgesteld dan het was. Een zakelijk leermoment. En ook een rijke ervaring, zeker met Cruijff die daadwerkelijk sympathiek was in al z’n vezels.

Ik realiseerde me ook dat hij weliswaar een god was in Spanje, maar dat hij destijds voor naar ik meen maar 1,5 miljoen gulden getransfereerd werd van Ajax naar Barcelona. Veel geld was dat toen, maar in vergelijking met de absurde bedragen die nu voor topspelers wordt betaald, was het heel weinig. Hij moest na zijn voetbalcarrière nog wel degelijk bijklussen, zoals bij zo’n golfproject.

Woensdagavond was ik net op tijd terug uit Amsterdam om met mijn jongste kinderen naar Ajax – Tottenham te kijken. Het zijn geen typische Ajax-supporters, maar die avond absoluut wel. En ja hoor, het ging de goede kant op. Ik waarschuwde wel onder de rust dat er toch niet te vroeg gejuicht moest worden, ik had inmiddels ervaringen in teleurstellingen op dat vlak. De rest van het verhaal is bekend. Mijn kinderen schreeuwden het uit van ellende. En hoewel ik zelf ook getroffen werd door een emotionele black-out, probeerde ik me vooral op te werpen als therapeut voor mijn kinderen. Dat het allemaal maar sport was en relatief. En dat zondag misschien Max Verstappen zou gaan winnen in Barcelona. Het maakte allemaal geen indruk.

De dag erna stond ik op met een kater. En iedereen die ik sprak, van collega’s tot professoren en doktoren, iedereen was knock-out. Zelfs een paar Feijenoord-fans die ik ken. Tja, op dat moment is voetbal blijkbaar iets mythisch, eindigend in een Grieks drama.

Lof was er niettemin van alle kanten voor Ajax, dat met zó weinig geld toch zó ver gekomen was. Nou ja, ze hebben nu natuurlijk veel meer geld dan toen. Maar toch veel te weinig, want in tegenstelling tot vroeger kunnen oliesjeiks en andere miljardairs tegenwoordig clubs opkopen, hetgeen ze vooral in Engeland doen. Die kopen dan overal de beste spelers weg voor veel te veel geld, soms doet er geen enkele speler van die stad of van dat land nog mee. En daar valt dan niet meer tegenop te boksen. Ik weet niet wie dit ooit bedacht heeft en heeft toegelaten, maar ik vind het volledig bezopen. Het systeem van vroeger met maximum twee of drie buitenlandse spelers zou de internationale competities weer veel eerlijker en veelzijdiger maken. Nu verdwijnt de mythe van het voetbal en wordt het een potje pokeren. Al hadden we woensdag even de illusie dat het toch nog anders zou kunnen lopen. Maar die droom is voorbij, wellicht voor de komende jaren.

 

Jo Cortenraedt  

Deel dit artikel:
Meer artikelen over:
Blog Jo Cortenraedt, Society

Gerelateerd nieuws