De schwung van Limburg
Bij de opening van de tentoonstelling Zilver met schwung in Bonnefanten in Maastricht, drong het besef tot me door dat het een titel is met een diepere gedachte. Wat blijkt, het gaat om zilveren kunst- en gebruiksvoorwerpen die gemaakt zijn in Maastricht, met name in de 18e eeuw. En die onderscheiden zich van zilverwerk uit andere regio’s door met name de ‘draaiingen’ die je zit op kandelaars, wijnkoelers en andere voorwerpen.
Daardoor heeft die Maastrichtse stijl een meer zwierig karakter en sluit die goed aan op de rococostijl, zoals we die ook kennen vanuit de wereld van antiquiteiten, met al evenzeer zwierige kenmerken. Minder strak, minder sober.
Je zou dus kunnen zeggen dat het meer zuidelijke temperament van de Limburgers ook in dat zilverwerk te herkennen valt. Deskundige dr. Reinier Baarsen van het Rijksmuseum in Amsterdam wees er in zijn lezing bij de opening op dat Maastricht zich destijds vooral oriënteerde op Luik en niet op ‘Holland’.
Niet zo vreemd want beide steden liggen in een regio met een katholieke cultuur, minder streng dan de calvinistische. Die schwung vind je ook terug in de muziek. Niet alleen bij André Rieu die de bekendste Limburgse muzikant is. Maar ook bij de vele muziekgezelschappen, meestal in de amateursector. Limburg, zowel aan de Nederlandse als aan de Belgische kant van de Maas, kent in verhouding met andere regio’s de meeste amateurmuziekgezelschappen. Van harmonieën tot fanfares, van koren tot ensembles. Niet vreemd dat internationale toporkesten in de klassieke muziek nogal wat Limburgse muzikanten aan boord hebben.
Het blijft jammer dat Limburg in 1839 in tweeën werd gesplitst, een Nederlands en een Belgisch deel. Spijtig, want historisch en cultureel zijn er veel overeenkomsten en vormt deze regio binnen Europa een eigen entiteit in taal en cultuur, maar helaas niet op bestuurlijk vlak.
Meer zwierigheid, van zilverkunst tot muziek
Er wordt nu veel gesproken over de ‘maakindustrie’. Welnu, die bestond in Maastricht en in Luik vooral in de 18e eeuw. Puur handwerk van vakwerklieden. Ze verdienden er niet veel mee, maar wat ze maakten heeft vaak museale kwaliteiten. Veel objecten van de nu geopende Zilverkamer in Bonnefanten zijn van TEFAF-niveau. Dat werd me bevestigd door een aantal TEFAF-handelaren die ik sprak tijdens de ceremonie.
Dat ambachtelijk vakmanschap betrof niet alleen het zilver, maar bijvoorbeeld ook de meubels uit die periode. Het Luikse antiek is internationaal vermaard, maar de topstukken uit Maastricht mogen er ook zijn. En ook die hebben als kenmerk die ‘schwung’, met mooie sierlijke krullen, draaiingen en ornamenten. Niet van dat strakke, maar meer de zwier die we ook kennen van de muziek en de dans.
Ik vind dat mooie eigenschappen van die Limburgse stijl. Die sluit goed aan op het gezegde dat je in het leven zelf de slingers moet ophangen. Nou, dat kun je Limburgers wel toevertrouwen. Ook slingers geven schwung.