Mediatraining
Je kunt tegenwoordig voor de gekste dingen een cursus volgen, van hoe je met je vrouw om moet gaan tot hoe je je hond moet opvoeden. Geen van beiden heb ik gevolgd overigens, de laatste is zonder hond ook niet van toepassing.
En zo kun je ook een cursus volgen hoe je met journalisten om moet gaan. Voor menigeen staat dat gelijk met zo’n hondentraining, want menig journalist wordt als een Duitse herder beschouwd, hoewel sommigen meer op een poedel lijken.
Enfin, ik loop al enige jaren mee in het vak en ik merk dat er steeds meer mensen zijn die een mediatraining hebben gevolgd. En niet zomaar, nee echt tot in detail. Ik kan u alvast zeggen: hoe meer training ze gevolgd hebben, hoe saaier ze worden in interviews. Zeker voor de televisiecamera valt het gauw te merken.
Voor mijn eigen televisieprogramma hou ik ervan om mensen spontaan iets te vragen, meestal rond een thema of een gelegenheid waarvoor ik hen op locatie ontmoet. Dus de kans is groot dat ik het daar dan over ga hebben. Maar van tevoren prop ik geen vragen in mijn hoofd, ik doe het zo naturel mogelijk. Los van dat ik dat prettig vind om te improviseren, is het belangrijkste doel om de persoon die ik iets vraag, zo spontaan mogelijk te laten antwoorden. Dat lukt gelukkig nog vrij aardig, maar ik moet soms flink ‘op en neer’ met mijn vragen, om mensen zo naturel mogelijk te houden. Met name dan bij degenen die mediatraining hebben gekregen. Zij hebben geleerd – vaak ook nog van oud-journalisten – om héél voorzichtig te zijn, om duidelijk te formuleren maar in feite niet te antwoorden. Ja, ze zeggen wel iets maar gaan niet echt op de vraag in. En dan ook nog zo kort mogelijk. Ze houden gewoon na twee zinnen op, ook al hebben ze dan nog niks gezegd.
In feite heeft dat met de angstcultuur te maken die vooral bij de overheid steeds meer opvalt. Door allerlei affaires en schandalen, die dan weer in de pers komen, zijn politici, bestuurders en andere overheidsdienaren als de dood dat ze iets verkeerd zeggen. Het zou hen de kop wel eens kunnen kosten.
Wat ze niet in de gaten hebben, en ook niet hun zo ervaren mediatrainers en de talloze communicatiedeskundigen, dat juist die globale, nietszeggende volzinnen niet natuurgetrouw en welgemeend overkomen. Zelfs voetballers en hun coaches volgen tegenwoordig mediatraining. Nou, dat heeft tot de meest saaie televisie geleid die je tegenwoordig kunt zien. Staand voor een bord vol sponsors, en dan met een stalen gezicht: ‘Als we achter de zaak gesloten hadden gehouden, hadden we geen doelpunten tegen gekregen’. Of: ‘Als we een paar kansen benut hadden, dan hadden we gewonnen.’
Ik denk dat je moet proberen om elk gesprek boeiend te maken. Of dat nu op het terras is of voor de camera. Het moet ergens over gaan, geen slap gewauwel. Ik heb wel eens de neiging om, als ik dan toch iemand voor de camera krijg die ondanks mijn pogingen om er wat meer schwung in te krijgen, vasthoudt aan wat hij op de cursus geleerd heeft, om dan de camera te laten stoppen. Om dan eerst een glas met die persoon te gaan drinken. Niet voor de alcohol, maar om even tot een normale conversatie te komen. En dan nadien het thema nog eens op te pakken, maar dan in gewone mensentaal.
Natuurlijk is het goed om na te denken wat je zegt, als je iets gevraagd wordt, zeker voor een camera. Maar degenen die antwoorden vanuit hun eigen kracht, vanuit hun eigen persoonlijkheid en kennis, die komen veel sterker over, dan de mensen die nazeggen wat de mediatrainer hen geleerd heeft.
Aangezien ik heilig geloof dat de kijker verstandiger is dan ze doorgaans in Hilversum en andere medialocaties denken, zou ik iedereen aanraden om met die gekunstelde antwoorden op te houden. Tenzij ze als een waar dressuurpaard voor de lens willen verschijnen. Ook al zeggen ze dan wat, in feite staan ze toch met hun mond vol tanden.
Lees meer over dit artikel in editie 6 van Chapeau!
Wilt u Chapeau Magazine iedere twee maanden ontvangen om meer reportages te zien, word abonnee!
De losse verkooppunten vindt u hier.
U Kunt Chapeau Magazine ook lezen op de Ipad.