Blog Sander Kleikers

Negative Nation Branding, hoe Nederland zich al jaren onbewust profileert

tekst Sander Kleikers

‘We komen overal net in de buurt: finales, halve finales, penaltyseries waar we onze hoop aan vastklampen, om het uiteindelijk op een spectaculaire manier te verknallen.’

In de strijd tegen de illegale immigratie wordt nu de zogeheten ‘negative nation branding’ in Europa geïntroduceerd. Denemarken heeft daar kennelijk al jaren goede ervaringen mee, en weert vluchtelingen met een eigen afschrikweekend imago. „Want daar wil je als vluchteling dan niet naar toe…” Alsof je gezellige vakantiekeuzes maakt!?

En ik dacht: als er één land is dat de kunst van “negative nation branding” onder de knie heeft (zonder dat het dat doorheeft), dan is het ons landje wel. Terwijl andere landen zich druk maken over hun internationale imago, lijken wij een meesterwerk te hebben gemaakt van het – laten we zeggen – bescheiden houden van onze reputatie. En dat al decennia lang! Sterker nog, het lijkt bijna alsof we het erom doen.

Laten we eens kijken naar de hoogtepunten van onze eigen, onbewuste nationale anti-reclamecampagne.

Te beginnen met onze nationale trots. In het buitenland roept iedereen Van Basten, Cruijff en Gullit wanneer je zegt dat je uit Holland komt. Het Nederlands Elftal: de trots van het land… Althans, tot je je realiseert dat we al jaren de koningen zijn van het “net niet”. We komen overal net in de buurt: finales, halve finales, penaltyseries waar we onze hoop aan vastklampen, om het uiteindelijk op een spectaculaire manier te verknallen.  ‘Het land van valse hoop.’ Als dat geen branding is…

Of onze intellectuele problemen. Terwijl de wereld zich buigt over klimaatverandering, internationale conflicten en economische crises, voeren wij al decennia een nationale oorlog over de enige kwestie die echt belangrijk lijkt: zeg je “frites” of “patat”? In sommige landen breken rellen uit vanwege politieke kwesties, bij ons kun je ruzie krijgen in een snackbar (of is het frituur?) als je het verkeerde woord gebruikt. En eerlijk is eerlijk, het zegt veel over ons land dat we hierin al generaties geen enkele progressie hebben geboekt. Dus hier moet je niet wezen voor besluitvorming of vooruitgang!

We hebben ook een soort nationale sport gemaakt van het feit dat politici als Geert Wilders vrijwel alles kunnen zeggen wat ze willen, zonder dat er veel van komt. Het maakt niet uit hoe controversieel, hij blijft gewoon zijn gang gaan en krijgt er nog gratis airtime voor ook. Wat heet: inmiddels zelfs een eigen kabinet inclusief loze beloftes. Nation branding op z’n best. En wat doen wij? We pakken er een zak patat (of frites) bij en kijken rustig toe, lachen toch. Is dat het beloofde land??

En dan is er nog Baudet. (Ja, ik heb toevallig veel Algemene Beschouwingen gevolgd…) Als je dacht dat Wilders het toppunt was, dan hebben we altijd Thierry om het af te maken. Je zou denken dat één bombastisch politicus genoeg is voor een klein landje als het onze, maar nee, wij houden wel van variatie. Thierry overtreft zichzelf met samenzweringstheorieën en quotes die zelfs in Nederland wenkbrauwen doen fronsen. Ondertussen blijft hij vrolijk verder praten over boreale werelden en niet bestaande maanlandingen. Het enige wat wij kunnen zeggen is: “Ach ja, hij is nu eenmaal zo.” Wie wil daarheen, het land dat zichzelf al niet meer serieus neemt?

We zijn ook een land dat weer dol is op ‘grenzen controleren’, letterlijk en figuurlijk. Want ja, we willen graag weten wie er binnenkomt, maar niet te streng, want dat is ook weer zo’n gedoe. We moeten er als transportland ook geen last van krijgen. Maar het staat wel stoer, met minister Faber in geel hesje ernaast. Ook hier excelleren we weer in de net niet-aanpak. Een meesterwerk van halfslachtigheid.

Dus terwijl landen als Frankrijk zich zorgen maken over hun internationale reputatie en Duitsland de boel nog enigszins op orde probeert te houden ondanks opkomst van AfD, genieten wij van onszelf en onze volstrekt unieke benadering van ‘negative nation branding’. We winnen niks, we ruziën over patat of frites en geven politieke ruimte aan mensen die elk normaal land een diplomatieke hoofdpijn zouden bezorgen. Nee hoor, gaat goed: onze branding is dik in orde.

Deel dit artikel:

Gerelateerd nieuws