Demissionair fatsoen
‘Compensatie voor de sluiting van winkels is een kwestie van fatsoen en solidariteit’. Voor Mark Rutte was dat dinsdag de ontlastende boodschap in een deprimerende toestand. Ik appte meteen een zwaar getroffen onderneemster (laten we voor het gemak haar mijn zus noemen), die met haar mode-boutique in Maastricht al bergen kaarsen verbrand heeft richting een opperwezen om weer te kunnen beginnen. Niet omdat ze zo gelovig is, maar omdat zij (en met haar vele collega-ondernemers) de wanhoop haast nabij is.
Sluiting van de winkels is voor verschillende ‘kenners’ een discutabel besluit, maar het is in ieder geval een besluit. En hoe graag we ook onze 17 miljoen meningen willen verkondigen, ik houd wel van duidelijkheid. ‘Zo doen we het, punt!’.
Zo zijn er tientallen, nee honderden, nee duizenden bedrijven die met of zonder steunpakket aan het eind van hun Latijn zijn.
Maar het echte punt, is dat van goed fatsoen niet altijd sprake is. Zoals in het geval van de betrokken Maastrichtse onderneemster. Ze heeft een boutique zonder personeel (dat scheelt gelukkig wel al een paar uur nachtrust), maar wel met kosten. Ze betaalt maandelijks de huur van het pand, gas, water en licht. En ze heeft een ‘stuk of wat’ te verkopen kledingstukken ingekocht, waarvan de leverancier de centen wil zien. Nu biedt het ruimhartige steunpakket een TVL-regeling, waarmee je als ondernemer tegemoet wordt gekomen in deze vaste kosten. Echter dien je dan een omzetverlies van minimaal 30% aan te kunnen tonen, vergeleken met een jaar geleden. En laat dat nu net dat jaar geleden zijn, dat zij haar bescheiden boutique opende. En dus haar verkoop heel bescheiden opstartte.
‘Geen verlies? Geen compensatie!’, luidt de simpele boodschap van het ministerie aan haar adres.
En dus betaalt deze onderneemster zonder reserves de huur van haar laatste spaargeld, dat bedoeld was voor vakantie, een studie of ‘voor later’ en staat een nieuwe lening op stapel. In de onzekerheid of ze überhaupt de zaak kan openen voordat ze definitief kopje onder gaat. Wat is daar nog fatsoenlijk aan?
En ik neem het nu graag voor haar op, omdat ik het leed van dichtbij zie. Maar zo zijn er tientallen, nee honderden, nee duizenden bedrijven die met of zonder steunpakket aan het eind van hun Latijn zijn.
Na de Toeslagenaffaire is het woord fatsoen in kabinet Rutte ll toch al ernstig gedevalueerd. Voor de gedupeerden is deze kwestie al nauwelijks meer goed te maken, al is aftreden en een ruime compensatie een klein symbolisch gebaar. ‘Too little too late’. Laat dan in demissionair Rutte lll voor hardwerkende zelfstandige ondernemers zoals Evelyne, die 7 dagen per week in haar eentje deze boutique opbouwde, corona niet het einde betekenen.
‘Nieuwe steunmaatregelen zijn daarom in de maak’, bedacht door demissionaire collega’s. En die hebben nog wel iets goed te maken, dacht ik zo. Dus beste Mark en andere vrienden van het Haagse fatsoen: Geen woorden, maar daden graag.
Of zoals ze in Mestreech zeggen, ‘fatsoen mos se doen!’.