De flappentap vullen
Deze week leidde ik een verkiezingsdebat, met maar liefst 14 partijen. Het ging over de kunst-, cultuur- en erfgoedsector in Limburg. In het Toon Hermans Theater in Sittard debatteerden de partijen van links naar rechts over de toekomst van kunst en cultuur in deze regio. Over gelijke kansen voor talenten, over aandacht voor de makers, over musea die meer de wijk in moeten, en over het idee dat we ánders naar cultuur moeten gaan kijken.
Dat cultuur niet enkel entertainment of volksvermaak is, maar ook bijdraagt in de strijd tegen grote maatschappelijke problemen. Het debat werd getriggerd door de uitspraak van gouverneur Roemer tijdens zijn nieuwjaar-speech dat ‘de Limburgse flappentap’ leeg raakt. Met andere woorden: ‘Berg je maar, het geld is op. We moeten scherpe keuzes maken’. Nu vind ik de term flappentap sowieso niet best. Alsof je met een druk op de knop geld ontvangt van de provincie en je er vervolgens nooit meer iets van ziet.
Preventie is goedkoper dan repressie
Want juist in een regio waar sprake is van achterstanden op het gebied van fysieke en mentale gezondheid kan je kunst, cultuur (en sport!) heel goed gebruiken. Nee, inzetten!
Nog los van het volksvermaak bieden kunst- en cultuurmakers en sporters mogelijkheden om die achterstanden goed te maken. Via sportclubs is er contact met mensen in achterstandswijken, soms beter dan welke professional in de zorg dan ook in die wijk. Die sportclub en de saamhorigheid bieden ook vaak houvast. Nog los van het belang van bewegen en gezond leven. En in de wijk Geleen-Zuid heeft de woningcorporatie theatermakers ingezet om te zorgen voor noodzakelijke verbinding. Slimme zet met geweldige resultaten.
Door die inzet kan je aan de voorkant erger voorkomen. Preventie is goedkoper dan repressie. Met andere woorden: wellicht hoef je niet te kiezen met de beperktere beschikbare middelen, maar kan je twee vliegen in een klap slaan. Goed voor de sector en goed voor de maatschappij.
Een andere nieuwe kijk op kunst, cultuur, erfgoed en sport. Geen trekkers van de flappentap, maar op den duur vullers van die tap.