Zoektocht naar gemeenschappelijke grond
Deze week leek de kloof tussen bevolkingsgroepen verder te groeien. Van de verhitte presidentsverkiezingen tussen Trump en Harris tot de gewelddadige confrontaties tussen Israëlische voetbalfans en pro-Palestijnse activisten in Amsterdam: de verdeeldheid leek groter dan ooit.
In de Verenigde Staten werden de verkiezingen meer dan alleen een strijd om het presidentschap. Ze symboliseerden de toenemende polarisatie in de samenleving. Trump versus Harris. Er was zelfs een campagne die vrouwen aanspoorde om hun eigen politieke keuzes te maken, los van de mening van hun man of partner. Dit laat zien hoe diep de polarisatie is doorgedrongen. Het idee dat de stem van een vrouw wordt beïnvloed door die van haar partner zegt veel over de huidige staat van politieke gesprekken, waarin zelfs persoonlijke keuzes door geslacht of ideologie worden bepaald.
Ik vond het daarom een bittere week, eentje waar weinig hoop uit sprak. En toch blijf ik optimist
Ook in Nederland was er een zichtbare polarisatie, toen Israëlische voetbalfans van Tel Aviv werden aangevallen door pro-Palestijnse activisten. Was dat politiek gemotiveerd? Een bizarre uitlaatklep voor frustraties? Of erger: gewoon beschamend crimineel gedrag? Eén ding is zeker: de politieke verdeeldheid sijpelt over in fysiek geweld, wat het nog moeilijker maakt om gemeenschappelijke grond te vinden.
In de Tweede Kamer eenzelfde tweespalt, waar zogenaamde klimaatdrammers tegenover zogenaamde klimaatontkenners stonden. Er werd zelfs gesproken over een ‘pitstop’ voor klimaatmaatregelen — een pauze in de dringend noodzakelijke maatregelen. Het is zorgwekkend dat zelfs het klimaat, een van de grootste uitdagingen van onze tijd, wordt gebruikt als politieke speelbal in een ideologische strijd.
Des te schrijnender in de week waarin slechts 1600 kilometer verderop in Valencia meer dan tweehonderd mensen hun leven verloren door zware overstromingen. Een ramp die in een wereld van recordhitte en extreme weersomstandigheden niet had mogen plaatsvinden. Toch was de Kamer in Nederland meer gericht op politieke ruzies over klimaatmaatregelen dan op de noodzaak om in actie te komen. 2024 was het warmste jaar ooit, maar zelfs dit feit lijkt de urgentie in Den Haag niet te bereiken.
Ik vond het daarom een bittere week, eentje waar weinig hoop uit sprak. En toch blijf ik optimist en leert ons deze week ook weer iets: dat de toekomst van de samenleving afhangt van ons vermogen om te luisteren, te begrijpen en toch enige gemeenschappelijke grond te vinden, zelfs als de verschillen onoverbrugbaar lijken. En dat begint bij jezelf.