Polestar-topman Michael Lohscheller over koershouden, klimaat en China: een gesprek zonder blad voor de mond
Voor de eerste keer in mijn lange carrière als autojournalist heb ik onlangs een interview met de topman van een automerk in mijn moedertaal kunnen voeren. Meestal is de voertaal Engels, Duits of Frans. Polestar-topman Michael Lohscheller spreekt inderdaad een mondje Nederlands, naast nog vijf of zes andere talen.

De boomlange Duitse automanager heeft een verleden als financieel directeur bij Volkswagen en als CEO bij Opel. Sinds 1 oktober 2024 werkt en woont hij in Göteborg waar de hoofdzetel en het designcentrum van Polestar zijn gevestigd. Lohscheller is een man met principes, het prototype van een leider die vooropgaat in de strijd en geen blad voor de mond neemt. „Polestar is een automerk met een missie dat resoluut kiest voor elektrische aandrijving en op die manier anticipeert op de klimaatverandering. Elektrische aandrijving is geen doel op zich maar wel het meest efficiënte middel om de CO2-uitstoot te verminderen. Hoewel wij eigendom zijn van de Chinese autogroep Geely, profileert Polestar zich als een Zweeds premiummerk dat inzet op duurzaamheid, puristisch design en high performance. Zelfs de Chinezen beschouwen ons als een Zweeds merk. In feite zijn wij de kleine broer van Volvo. Onze merknaam verwijst naar de eertijds succesvolle autosportafdeling van onze grote broer.”
Persoonlijk engagement
„Zero-uitstoot en duurzaamheid zijn thema’s die mij ook als privaat persoon bezighouden. Samen met mijn vrouw heb ik vorig jaar een boek geschreven over ons persoonlijk engagement. In ‘Happy climate, happy life’ vertellen wij open en bloot hoe wij er als gezin in geslaagd zijn om onze CO2-footprint met 40 procent te verminderen door onder andere banale dagelijkse handelingen te overdenken en een ander verloop te geven. Voor onze verplaatsingen binnen de stad gebruiken wij meestal de fiets of het openbaar vervoer. Op die manier willen wij het ook het goede voorbeeld geven. Vele kleintjes maken een groot.”
Wat vindt u van het voorstel van een aantal Europese automerken om de invoering van het verbod op de verkoop van auto’s met een verbrandingsmotor in 2035 naar een latere datum te verschuiven?
Lohscheller: „Ik ben 100 procent tegen. Batterij-elektrische aandrijving is de meest efficiënte technologie om te komen tot een klimaatneutrale en gezondere samenleving. Ik begrijp sommige van mijn collega’s niet en roep op tot bezinning. Mijn boodschap is duidelijk: koershouden en niet afwijken van het overeengekomen tijdsschema. De toekomst ligt voor ons, niet achter ons! Wie denkt de technologische voorsprong van de Chinese automerken ongedaan te kunnen maken door de klok terug te draaien, vergist zich. Ik werk voor én met Chinezen en ben min of meer vertrouwd met hun manier van leven, werken en zakendoen. Mij valt op dat Europa, inbegrepen de politieke elite, de technologische voorsprong van de toonaangevende Chinese bedrijven zwaar onderschat. Ook in de autosector is dat intussen het geval. Waarmee ik niet wil zeggen dat alles koek en ei is in China.”

Lohscheller heeft gelijk. Het persagentschap Reuters heeft deze week de resultaten bekend gemaakt van een grootschalig onderzoek waaruit blijkt dat 70 procent van de Chinese automerken met verlies werkt en overkop dreigt te gaan. China hanteert een productiegericht industrieel model dat weinig rekening houdt met wat de consument wil. Dat leidt al enkele jaren tot overproductie en dumpingprijzen. Het goede nieuws vanuit Europees perspectief is dat de grote Chinese automerken van plan zijn meer nieuwe auto- en batterijfabrieken in Europa te bouwen. Zij proberen via die weg eventuele boycotmaatregelen en invoer- en milieuheffingen te omzeilen. Wat mij verontrust is dat de Europese automerken in een razendsnel tempo marktaandeel verliezen in China, de grootste automarkt ter wereld. Tot voor 2024 realiseerden de Duitse premiummerken tot 40 procent van hun omzet én winst in China. Die tijd komt nooit meer terug. Tegenover 2020 is hun marktaandeel met de helft gedaald.