‘Museum Louwman uniek door authentieke collectie in de breedte’
De oldtimerbeurs Interclassics Maastricht is aan zijn dertigste editie toe. Voor één keer heeft niet de organisator maar het publiek bepaald welke modellen van 16 tot en met 19 januari tentoon worden gesteld in het MECC.
InterClassics Maastricht behoort bij de top van de oldtimersbeurzen in Europa en is de onbetwiste nummer één in de Benelux. Driehonderd exposanten, verspreid over een oppervlakte van 35.000 vierkante meter, stellen in het MECC hun meest exclusieve modellen tentoon. De organisator hoopt op 35.000 bezoekers uit binnen- en buitenland.
Publiek heeft gekozen
Om de dertigste verjaardag van InterClassics een bijzondere uitstraling te geven, heeft de organisator voor één keer het publiek laten bepalen welke modellen in het showpaviljoen tentoon worden gesteld. Uit de stemming kwam de Ferrari 250SWB met vierduizend voorkeursstemmen als eerste uit de bus. Het silhouet van de publiekslieveling prijkt op het affiche van InterClassics 2025. Ereplaatsen zijn er voor de Aston Martin DB3 en DB5 alsook voor de Jaguar D-Type. Het trio is niet toevallig eigendom van het Louwman Museum in Den Haag. Dat bestaat sinds 1934 en omvat negentig jaar later meer dan 275 voertuigen, afkomstig uit negentien landen. Het officieel geregistreerde museum behoort tot de absolute wereldtop, is het levenswerk van twee generaties Louwman en toegankelijk voor het publiek sinds 1969.
De collectie is volgens directeur Ronald Kooyman uniek in de wereld omdat ze de geschiedenis van de automobiel van zijn prille begin tot de beginjaren ’70 schetst. Zowat alle carrosserievormen en belangrijke mijlpalen komen aan bod. Ook de uitgebreide collectie posters staat internationaal hoog aangeschreven, sommige dragen de signatuur van bekende kunstenaars. Het automuseum verwelkomt jaarlijks zo’n 170.000 bezoekers, onder hen gefortuneerde oldtimerfans die het gewend zijn dat zij met geld alles kunnen kopen. Hun ontgoocheling is dan ook groot wanneer zij van Ronald Kooyman te horen krijgen dat zij enkel een entreekaartje kunnen kopen. „Wij zijn autoverzamelaars en geen autoverkopers. Louwman Museum haalt zijn inkomsten uit de entreegelden en donaties. Wij werken ook samen met organisatoren van gerenommeerde internationale oldtimersbeurzen door tijdelijk collectiestukken uit te lenen. Zo stellen wij in januari drie modellen ter beschikking aan InterClassics die in de loop van de voorbije decennia te zien waren in het MECC en recent door het publiek werden verkozen om de jubileumeditie extra glans te geven. InterClassics behoort intussen tot de top drie in Europa en trekt ook oldtimerfans aan uit onze buurlanden. Die kunnen op hun beurt potentiële bezoekers worden voor het Louwman Museum. In die zin is er sprake van een kruisbestuiving.”
Minder handel
De onzekere geopolitieke situatie zorgt ervoor dat de handel in oldtimers lichtjes terugloopt. Minder vraag resulteert in lagere prijzen waardoor een beurs zoals InterClassics mogelijkheden biedt voor wie op zoek is naar de oldtimer van zijn of haar dromen. Een verklaring wellicht voor de verrassend grote onlinevoorverkoop van entreekaarten.
Exclusieve eyecatchers
Zoals gezegd, de keuze van de tentoongestelde wagens voor de jubileumeditie van InterClassics is bepaald door het publiek. Dat geldt dus ook voor de Aston Martin DB3 en DB5 en Jaguar D-Type. Wat maakt deze wagens zo uniek én geliefd bij het grote publiek? Wie beter dan Ronald Kooyman kan hierop een antwoord geven. „De tentoongestelde Aston Martin DB3 met een 3 liter zescilindermotor is een zogenaamde Works car, voorbehouden aan fabrieksrijders. Peter Collins nam in 1952 met deze DB3 deel aan de Grand Prix voor sportwagens in Monaco en in 1953 aan de 12 Uren van Sebring en de Mille Miglia.
De Aston Martin DB5 met een 4 liter zescilindermotor is wellicht de beroemdste auto ter wereld, met dank aan Sean Connery. De tentoongestelde DB5 is het originele exemplaar van geheimagent James Bond in de film Goldfinger en is uitgerust met tal van technische snufjes die werden bedacht door de Britse oorlogspiloot Ken Adam. Onvergetelijk zijn de twee Browning-mitrailleurs achter de richtingsaanwijzers aan de voorzijde, de hydraulisch uitschuifbare bumpers, de draaibare nummerplaat met Engelse, Zwitserse en Frans kentekens, het mechanisme om kraaienpoten op de weg te strooien, het navigatie-/radarsysteem om auto’s te volgen en last but not least de schietstoel om ongewenste passagiers uit de DB5 te katapulteren. Alle modificaties zijn in de fabriek van Aston Martin aangebracht.
De derde in de rij is de Jaguar D-Type met een 300 pk sterke 3,7 liter zescilindermotor waarmee Flockhart/Bueb van het Schotse privéteam Ecurie Ecosse in 1957 de 24 Uren van Le Mans wonnen met liefst negen ronden voorsprong. De winnende wagen, beter bekend als de XKD 606, legde een recordafstand af van 4.397 kilometer met een gemiddelde snelheid van 183 km/u.”
Over de marktprijs van deze exclusieve auto’s mét een waarachtig verhaal kan zelfs Ronald Kooyman geen antwoord geven. Sowieso zijn zij niet te koop.
