Een hal vol jongensdromen
Wie vorig weekend het MECC in Maastricht binnenstapte, werd begroet door een weelderige zee van glimmend blik, verchroomd staal en rubber. Honderden klassieke auto’s stonden rij aan rij opgesteld op de beursvloer van het complex. Volgens de website van InterClassics Maastricht besloeg deze autozee zo’n 3.500 vierkante meter. Een waar walhalla voor de liefhebber en de handelaar, want zo’n beetje elk merk dat ertoe doet, was er goed vertegenwoordigd. En hoewel ik geen doorgewinterde autokenner ben – ik blijf halsstarrig vasthouden aan mijn 12 jaar oude Volvo S60 – laat ik mij ieder jaar tijdens InterClassics graag onderdompelen in wereld van de gemotoriseerde klassiekers, en dit jaar specifiek in de wereld van de Lancia. Het thema was namelijk La Grandezza della Lancia – oftewel, de grandeur van de Lancia.
Botsing
De sfeer zat er goed in die zaterdag in het MECC. Handelaren, vaders met kinderen en fanatieke amateurfotografen liepen gemoedelijk door elkaar heen en er werd druk gedebatteerd over motorinhoud, wielophangingen en cilinders. Hier en daar werd een stevige braadworst met friet naar binnen gewerkt tijdens het bespreken van de ideale route op de beurs. Iedereen leek namelijk bang om juist dat ene topstuk per ongeluk over te slaan.
Sommige autoaficionado’s lieten al lopend hun blik soms net iets te lang rusten op een zeldzame Ferrari Testarossa of een glimmende Alfa Romeo Spider en hielden daarbij geen rekening met tegemoetkomende wandelstromen, waardoor het maar een haar scheelde of ze waren tegen elkaar aangebotst.
Verhalen
Het gaat bij auto’s vanzelfsprekend over pk’s, koppelingen, topsnelheden en kilometerstanden, maar op InterClassics ging het ook over verhalen. Met name de aanduiding ‘rare barn find’ sprak tot mijn verbeelding. De roestige en stoffige VW Kever die dit predicaat droeg, zo fantaseerde ik, werd bij toeval ontdekt in een boerenschuur ergens op het platteland van Groningen of Drenthe. De eigenaar had het ding ooit, toen het zijn praktische vervoerstaak verloor, in de schuur gezet, achter de tractoren en andere landbouwmachinerie, met de intentie om hem nog eens op te knappen. Dat kwam er nooit van en bij het overlijden van de oude boer ontdekte een opkoper het roestige wrak, dat bij nadere inspectie een zeldzaam model bleek te zijn. Nu zou er, hier in Maastricht, een nieuw leven voor de auto beginnen. Iemand zou hem kopen en met liefde en aandacht restaureren totdat hij zijn oorspronkelijke glans zou terugkrijgen.
Anthony Fokker
Bij andere zeldzame vehikels hoefde ik het verhaal niet zelf te verzinnen. Een prachtige klassieke Lancia Lambda uit 1925 bleek bij nadere inspectie van Anthony Fokker te zijn geweest. De vliegtuigbouwer kocht het gevaarte halverwege de jaren twintig van de vorige eeuw en reed erin tot zijn dood in 1933. De auto draagt nog de sporen van zijn illustere eerste eigenaar: bovenop de indrukwekkende radiateur prijkt een miniatuurvliegtuig. Volgens de beschrijving was de Lambda voor zijn tijd een bijzonder innovatief model, want de auto had als eerste een onafhankelijke wielophanging. En dat bleek een groot succes: er werden meer dan 13.000 exemplaren van de auto verkocht.
Spur
Even verderop stond een van mijn persoonlijke favorieten: de Bentley Continental Flying Spur. De auto uit 1960 weerspiegelt een klassieke statigheid die je nauwelijks meer ziet in moderne auto. Ook deze auto had een verhaal: de Bentley werd ooit verkocht aan Prins Varanand van het toenmalige Siam (tegenwoordig Thailand), die het gevaarte van bijna 2.000 kilo gebruikte om zich te verplaatsen rond zijn buitenhuis in Zwitserland. De elegante carrosserie van de auto werd ontworpen en gebouwd de het wereldberoemde bedrijf H. J. Mulliner & Co en onder de motorkap zit een forse 6 liter motor met 8 cilinders. De Bentley is een relict uit langvervlogen tijden, voordat er windtunnels en klimaatdoelstellingen bestonden. Maar de nostalgicus in mij zegt dat auto’s nooit meer zo mooi zullen worden als de Flying Spur.
Wolf
Ook heb ik een zwak voor de ‘moderne klassiekers’, zoals de Audi RS6, die nauwelijks ouder is dan mijn eigen Volvo. Voor de leek is dat een vrij onopvallende gezinsauto waar je makkelijk drie kinderen en een labrador in kwijt kunt, maar onder de motorkap schuilt een 8-cilinder motor met een overdaad aan pk’s. Onopvallend, maar met een motorisch geweld waarmee je stukken asfalt lostrekt. De RS6 is het toonbeeld van Duitse grondigheid en vakmanschap, zonder poespas of opsmuk, maar passeert tegelijkertijd al brullend menige sportwagen. Een wolf in schaapskleren, zou je kunnen zeggen, die bij zijn lancering in 2003 raceprestaties opeens bereikbaar maakte, ook als je geen 300.000 euro te besteden had.
Dromen
Hoewel ik de meeste topstukken niet betalen, en met mij het leeuwendeel van de bezoekers, blijft InterClassics een prachtige plek om je hart op te halen als autoliefhebber. Een paar uur op de beurs sterkt je in het idee dat de auto voor veel mensen meer is dan een vervoersmiddels; het is vooral een jongensdroom. En InterClassics biedt ons weer even de kans om al een kind door deze nostalgische speelgoedwinkel te slenteren en te fantaseren over onze eigen jongensdromen. Ik kijk uit naar volgend jaar.