Met de handrem op, het is wennen
In normale tijden vliegen autojournalisten wekelijks van hot naar her om nieuwe auto’s te testen, om u te kunnen informeren over pro en contra van de nieuwkomers op de markt. Dat worden er van langsom meer omdat de volume- en premiummerken in elkaars vijver vissen. Elke constructeur, klein of groot, wil zo veel mogelijk niches afdekken met eigen modellen, in een poging de concurrenten voor te zijn. De concurrentie tussen de merken is moordend.
Voor alle duidelijkheid: het vliegen gebeurt met een vliegtuig, laagvliegen met de auto op de openbare weg raad ik iedereen af. Meestal gaat het richting een zonnige bestemming met een bergachtig hinterland, dat biedt ons ideale testomstandigheden. Voor ik achter het stuur plaatsneem, moet ik telkens een verklaring ondertekenen dat ik de verkeersreglementen van het land respecteer. Enkel op afgesloten circuits mag en kan ik plankgas geven.
De topsnelheid waarover autojournalisten soms enthousiast berichten, die halen we dus zelden of nooit. De laatste keer dat ik 275 km/u chronometreerde, was op 6 februari op het circuit van Estoril (P) aan het stuur van de nieuwe Porsche 718 GTS. Aan mijn zijde Walter Röhrl, viervoudig winnaar van de Rally van Monte Carlo. Ik kon mij geen betere copiloot dromen. Sinds hij zijn carrière als rallypiloot heeft beëindigd, werkt hij voor Porsche als testrijder en consultant. Af en toe treedt hij ook op als gelegenheidschauffeur van VIP’s die een bezoek brengen aan de Porsche-fabriek in de omgeving van Stuttgart. Einde van het jaar hangt de 73-jarige tweevoudige wereldkampioen rally zijn helm definitief aan de haak.
Terug naar de actualiteit van de dag. Sinds begin maart ziet mijn werkdag er helemaal anders uit. Eerst was er het afgelasten van de Geneva International Motor Show waar ik een exclusief interview met Adrian van Hooydonck had gepland. Die is afkomstig uit het Zuid-Limburgse Echt en is Head of Design van BMW Group. Op de site van Chapeau zou ik ook verslag uitbrengen over de nieuwigheden in Genève maar ene Corona-virus heeft die plannen overhoop gehaald. Aansluitend hebben alle autoconstructeurs alle presentaties van nieuwe modellen gecanceld en verschoven naar een niet nader bepaalde datum. De automerken in België en Nederland stellen ook geen testwagens meer ter beschikking. Gelukkig heb ik nog wel enkele testverslagen achter de hand maar als de huidige situatie nog enkele maanden aanhoudt, moet ook ik in lockdown.
Hoe mijn werkdag er nu uitziet? Langer slapen dan gebruikelijk, dus niet meer om halfvijf uit bed. Vervolgens lees ik online enkele binnen- en buitenlandse kranten, rond de klok van acht is het tijd voor een uitgebreid ontbijt. Nadien kruip ik achter mijn computer, lees en beantwoord mails en begin te schrijven. Na de lunch in huiselijke kring ga ik anderhalf uur stevig stappen in de natuur, daar geniet ik ondertussen echt van. Frisse lucht opdoen, conditie opbouwen en nadenken over wat de toekomst zal brengen. De vooruitzichten zijn weinig hoopgevend. Overal ter wereld vechten met corona-virus besmette mensen voor hun leven, wie nog gezond is moet ‘in zijn kot blijven’ – zo tamboereert de Belgische minister van gezondheid. De industriële en economische activiteiten liggen op hun gat, wanneer en hoe de opstart zal verlopen, dat weet niemand. Zelfs Trump niet.
Voor iemand die gewend is om gas te geven, is het rijden met de handrem op niet vanzelfsprekend. Meestal ga ik nu vroeger naar bed dan in normale tijden, met een relatief gerust geweten. Mijn vrouw, kinderen en kleinkinderen stellen het immers nog altijd goed. Tot gauw en blijf gezond.