Internationale Dag van de Moedertaal
Vandaag is het Internationale Dag van de Moedertaal. Een super sjoene daag, want op deze dag wordt er aandacht gevraagd voor de wereldwijde diversiteit aan talen. Als Brabander in Maastricht hoor ik nog bijna iedere dag woorden die ik nog niet ken.
De liefde bracht mij tien jaar geleden naar Maastricht. Diezelfde liefde heeft er ook voor gezorgd dat ik nu iets meer dan een jaar in deze prachtige stad woon. Inmiddels kan ik het dialect meer dan goed verstaan, maar dat was tien jaar geleden wel anders.
Meh me lepke!
Ik verstond geen woord van wat er gezegd werd toen ik voor de eerste keer bij mijn schoonouders aan tafel zat. De klanken kwamen me niet bekend voor, en de woorden al helemaal niet. Meh me lepke!, dacht ik steeds verbaasd. Al gauw kwam ik erachter dat het Mestreechs een heuse taal is met een andere grammaticale structuur, andere woorden en vervoegingen, die lastig te leren zijn voor een buitenstaander als ik. Verstaan gaat goed, praten iets minder. De woorden kun je leren, maar de Mestreechse klanken leer ik daarentegen veel minder makkelijk. Mestreech is neet breid, meh laaank, dat weet ik inmiddels wel, maar probeer het allemaal maar eens goed uit te spreken. Het komt allemaal neer op precisie en timing. En over alle vervoegingen van werkwoorden maar niet te spreken, want dat is pas echt moeilijk.
Verschillende dialecten
Na wat research te hebben gedaan over de Mestreechter taol (of Mestreechs dialek, dat is nog niet helemaal duidelijk), kwam ik erachter dat er eigenlijk twee varianten van het Maastrichts zijn: Standaardmestreechs en ‘Laank Mestreechs’.
Standaardmestreechs wordt gesproken door de oudere generaties die in Maastricht geboren en getogen zijn en die Maastrichts als moojertoal (moedertaal) hebben. ‘Laank Mestreechs’ wordt óók gesproken door de lui die Maastrichts als moedertaal hebben en die hier zijn geboren. Grootste verschil is echter dat gebruikers van het ‘Laank Mestreechs’ van origine tot de ‘werkende klasse’ behoorden en minder goed waren opgeleid, maar dit onderscheid gaat als gevolg van allerlei ontwikkelingen tegenwoordig niet meer op.
Het grote verschil tussen de beide varianten? Het meest karakteristiek voor het ‘Laank Mestreechs’ is dat klinkers en tweeklanken iets langer worden aangehouden dan in het Standaardmestreechs. En dan gaat het hier echt om een fractie van een seconde. Zoals ik al eerder schreef: precisie en timing. Maar er zijn ook weer allerlei invloeden vanuit het Nederlands of andere dialecten. Veel Maastrichtenaren praten bijvoorbeeld ‘verhollands’ Maastrichts. Goonsdag wordt vervangen door woensdag en get wordt vervangen door iets. Om het allemaal nog maar makkelijker te maken…
Mocht je het interessant vinden om meer te weten te komen over de Mestreechter taol, kijk dan zeker even op de website van mestreechtertaol.nl, want ik heb weer een heleboel nieuws geleerd. Maar eigenlijk is er maar één goede oplossing om het Mestreechs goed te leren: door het gewoon te doen. Gelukkig hebben we vorige week genoeg Mestreechse wäörd kunnen oefenen tijdens Vastelaovend.
Lees ook:
10 Maastrichtse uitdrukkingen die je als buitenstaander moet kennen
5 dingen die je herkent als je als buitenstaander in Maastricht komt wonen