Zelensky en Tom Cruise domineren Cannes
Dat topacteur Tom Cruise naar Cannes zou komen, was vooraf al bekend. Maar dat president Volodomyr Zelensky van Oekraïne ook zijn stempel zou drukken op het filmfestival, was een surprise voor iedereen. Ook voor de genodigden in de grote zaal die de openingsceremonie bijwoonden. De Brusselse actrice Virginie Efira, vorig jaar nog op de rode loper als hoofdrolspeelster in de film Benedetta van Paul Verhoeven, presenteerde de hele avond en deed dat uitstekend.
Nadat ze de jury had voorgesteld en zelfs had gezongen, kondigde ze ineens Zelensky aan, die op het grote scherm via een live-verbinding de aanwezigen kon toespreken. De organisatie van het festival had slim ingespeeld op het oorspronkelijke beroep van de ‘oorlogspresident’, namelijk die van acteur. Hij greep zijn kans en verwees naar de vele films die over oorlogen zijn gemaakt. ‘Maar de cinema is uiteindelijk altijd de weg naar de vrijheid geweest en zal dat ook in de toekomst zijn.’ Met dit soort boodschappen kun je uiteraard thuiskomen in Cannes.
Dat deed ook Tom Cruise na een lange afwezigheid. Hij lanceerde aan de Côte d’Azur zijn volgende Top Gun , die weliswaar niet meedoet in de competitie voor de Gouden Palm, maar wel alle aandacht kreeg. Op het moment dat de Amerikaanse ster de rode loper betrad, vloog een squadron straaljagers van de Franse luchtmacht over, als ultiem eerbetoon. Ruimer had de organisatie niet kunnen uitpakken en de filmster was zichtbaar opgetogen over deze stunt. Eerder op de dag nam Cruise alle tijd om tijdens een masterclass van meer dan een uur te vertellen over zijn beroep.
Uit alles bleek dat Cruise een en al cinema is. ,,Al vanaf mijn kleutertijd was dat mijn droombeeld. Ik heb allerlei klusjes gedaan, van grasmaaien tot folders rondbrengen, om wat te verdienen om naar de film te kunnen gaan. Uiteindelijk kreeg ik op mijn 18e een eerste kleine rol. Die heb ik met beide handen aangegrepen.”
Tom Cruise vertelde dat hij er alles aan doet om zijn films zo goed mogelijk te maken. ,,Ik moet alles zo goed mogelijk onder de knie krijgen. Ja, ik doe de stunts zelf. Natuurlijk ben ik wel eens bang, maar ik denk dat het een toegevoegde waarde heeft als de mensen zien dat ik zelf die acties doe. Dat versterkt het filmkarakter. En als een film eenmaal uit is, dan reis ik de wereld rond, ik vermom me een beetje en ga in de zaal zitten tussen het publiek. Dan wil ik zien hoe de reacties zijn. Op die manier kan ik beter aanvoelen wat ze willen. Daar kan ik met een volgende film weer op inspelen.”
De topfitte acteur vindt dat films in de eerste plaats in een bioscoop moeten worden getoond. ,,Als je samen met een groot publiek naar een groot scherm zit te kijken, dan pas ervaar je alle ingrediënten. Dat zo’n film dan een hele tijd later ook nog via andere kanalen wordt verspreid is dan niet erg. Maar eerst is de bioscoop aan de beurt, daar horen films thuis.”
En ook dat is een principe dat de organisatie in Cannes als muziek in de oren klinkt.
