Gastronomie|Wijnen

Chianti herondekt: kwaliteit boven classificatie

tekst Adriaan Visser

De mensen die mij kennen, weten dat ik gek ben op Italië. In de woonkamer thuis hangt zelfs een grote poster met alle labels van de topwijn van Montevertine: Le Pergole Torte. Maar mijn liefde voor Italië betreft niet alleen wijnen, ook de keuken en de mensen hebben mijn hart veroverd. En als er in het weekend wat tijd over is, trek ik op mijn Ducati de heuvels in.

Dat gezegd hebbende: Italië is als wijnland behoorlijk complex. Met honderden inheemse druivenrassen – steeds meer producenten maken gebruik van ‘vergeten’ variëteiten – is het een wijnland waar je nooit uitgeleerd raakt. En met gepassioneerde wijnmakers van de Alpenregio’s in het noorden tot aan Pantelleria, vlak bij de Afrikaanse kust.

Afgelopen maand heb ik veel sangiovese’s kunnen proeven, in allerlei verschillende stijlen. Het is het meest aangeplante druivenras in Italië, goed voor wijnen van absolute wereldklasse tot anonieme bulk in het laagste segment. Zo kennen de meesten van u waarschijnlijk nog de bolle Chianti-flessen in stro die vroeger in elk Italiaans restaurant stonden. Heerlijk nostalgisch, al viel de inhoud meestal tegen.

De bekendste sangiovese’s komen uit Chianti en Montalcino (Brunello), maar de stijlen verschillen nog altijd enorm. In dit blog focus ik op Chianti, een regio die net als Montalcino in Toscane ligt. Dit wijngebied beslaat 15.500 hectare, met grote verschillen in terroir en temperatuur. Veel wijnboeren produceren hier onder de DOCG’s Chianti en Chianti Classico, maar er zijn ook genoeg wijnmakers die de wetgeving liever links laten liggen.

Zo produceerde Montevertine zijn wijnen als Vino da Tavola. Letterlijk vertaald: tafelwijn, wijn zonder specifieke afkomst- en/of kwaliteitseisen. Inmiddels doet het domein dat onder IGT Toscana, een specificatie die aanduidt dat de wijn in Toscane wordt geproduceerd. Toen zij begonnen, was het in Chianti verplicht om witte druiven toe te voegen aan de blauwe, iets waar men bij Montevertine fel op tegen was.

Toen ik een bezoek bracht aan Fontodi – de wijnmaker en eigenaar was destijds voorzitter van het Consorzio del Vino Chianti – bleek zelfs hij zijn topcuvee Flaccianello nog steeds onder IGT Toscana te bottelen in plaats van als Chianti. Volgens Fontodi is deze wijn te verschillend van hun reguliere Chianti’s.

Dat gebeurt ondanks de introductie van kwaliteitscategorieën zoals Gran Selezione, waarmee wijnmakers hun topcuvees onder een hogere classificatie kunnen verkopen. Het leek erop dat men — net als in het Classico-gebied — meer nadruk wilde leggen op kwaliteit. Toch werd in 2019 het maximale restsuikergehalte verhoogd van 4 naar 9 gram per liter, waarschijnlijk om beter aan te sluiten bij de Aziatische markt, waar iets zoetere wijnen populairder zijn.

Afgelopen maand proefde ik Pian del Ciampolo van Montevertine, een rauwe stijl van sangiovese met canaiolo en colorino, gerijpt gedurende een jaar in grote, oude eiken vaten. Een krachtige wijn uit het dorp Radda. Aan de andere kant van het spectrum: Ciglianello van Cigliano di Sopra — fruitig en zacht. Beide zijn echte aanraders voor deze herfstdagen. Opvallend genoeg dragen beide wijnen geen Chianti-label, ook al voldoen ze aan de eisen van de DOCG.

Gaan meer wijnboeren afstand nemen van Chianti, of weten ze door kwaliteit hun eigen naam én die van Chianti hoog te houden? De tijd zal het leren.

Deel dit artikel:
Meer artikelen over:
Gastronomie, Wijnen

Gerelateerd nieuws