Nadat bekend werd dat de Brand Brouwerij haar grotere volumes verplaatst naar andere delen van het land, zat de schrik er even goed in in Wijlre. Nu duidelijk is dat Brand Bier in Limburg blijft, met onder meer een micro-brouwerij, is de rust in het lieflijke Heuvellanddorp weergekeerd.
Kom niet aan het bier van de Limburgers. Doe je dat wel, dan raak je de ziel van de samenleving, zo leert een snelle duik in de geschiedenis. We schrijven 1986. Als de directie van Brand Bier, de oudste bierbrouwerij van Limburg geen aanstalten maakt het immens populaire speciaalbier Imperator – geïntroduceerd in 1959 – het hele jaar door op de tap verkrijgbaar te laten zijn, trekt een delegatie verongelijkte Maastrichtse bier-liefhebbers naar Wijlre, om daar voor de Brand Brouwerij luid-keels protest aan te tekenen. ‘Maak geine flater, oet de kraon d’r Imperator’, klinkt het. De actie heeft succes. Begripvol als altijd, besluit de Brand directie het amberkleurige Imperator, het oudste speciaalbier van Nederland, voortaan het hele jaar op fust te leveren.
In 2022 wordt Imperator alweer een tijdje niet gebrouwen. Maar het speciaalbier, waar nog altijd veel belangstelling voor is, komt terug, belooft Brand regiodirecteur Martijn Wijnhoven. „Nu de productie van alle grote volumes zich verplaatst naar Den Bosch en Zoeterwoude – om economische redenen, maar ook vanwege duurzaamheid – ontstaat er hier in Wijlre weer ruimte voor mooie speciaalbieren, waaronder Imperator. Tot voor kort hadden we daar geen ruimte meer voor. Hoe zeg je zoiets? Te groot voor het servet, te klein voor het tafellaken. Het succes van Imperator bewijst dat Brand Bier in de jaren ’50 al een goede neus voor speciaalbieren had en die hebben we nog steeds. De komende tijd gaan we ons hier verder op toeleggen. Zojuist zijn we begonnen met de bouw van onze microbrouwerij, waar we vanaf komend voorjaar prachtige Limburgse bieren gaan brouwen. Iedereen is straks van harte welkom om hier in Wijlre te komen proeven.” Ondanks alle mooie vooruitzichten is het nieuws over het besluit van het moederbedrijf hard aangekomen, erkent Wijnhoven. „Onze medewerkers zijn niet alleen werknemers, maar ook mensen die houden van dit bedrijf. Ik denk dat ik namens iedereen spreek als ik vertel dat het veel met ons gedaan heeft. Ook wij hebben even moeten wennen aan de gedachte dat er veel verandert. Maar we zijn trots op onze brouwerij en dat blijft ook zo, zeker nu voor iedereen duidelijk is met hoeveel liefde en zorg binnen het moederconcern over ons gesproken wordt. Om toekomstbestendig te blijven moesten we een keuze maken. Een keuze die lastig was, maar wel noodzakelijk.”
Bovenop het feitelijke nieuws kwam de polarisatie en negativiteit. „Ik zal niet verhullen dat dit ons zwaar geraakt heeft. Helaas is het verhaal een eigen leven gaan leiden, met name in de social media, waar ook zeer negatief gereageerd is. Laat ik het daarom nogmaals herhalen: ja, de productie van de grote volumes verdwijnt uit Limburg. Maar Brand blijft in Limburg. Er komt zoveel moois voor in de plaats.” Wijnhoven kan nog niet alles verklappen, maar als nauw betrokkene bij de transitie die moederbedrijf Heineken in Wijlre heeft ingezet, is hij, als maar weinig anderen, op de hoogte van wat er de komende anderhalf jaar te gebeuren staat. Hij gelooft er heilig in dat er een nieuwe gouden toekomst gloort voor het Limburgse biermerk dat in heel Nederland een be- grip is. „We worden nu al vanuit het hele land benaderd door ambachtelijke brouwerijen die met ons willen samenwerken. Zij zien onze toekomstige microbrouwerij niet als een speeltje van de ‘reus Heineken’, maar als een interessante plek waar over niet al te lange tijd mooie, nieuwe streekproducten worden ontwikkeld. Voor de uitstraling van een regio als Zuid-Limburg, is dat alleen maar positief.”
Toch loopt hij als directeur ook niet weg voor de realiteit. „Het nieuws over de aanstaande reorganisatie kwam hard binnen”, geeft hij toe. „De mensen die hier werken hebben het allemaal een dag of wat moeten laten bezinken. Wat gebeurde hier? Waarom was het nodig? Vergeet niet dat een aantal van onze mensen hier al tientallen jaren werkt. Sommigen al hun hele werkzame leven lang.” Pas toen het verhaal in volle omvang op tafel lag, werd duidelijk dat Heineken de werknemers – drie van hen kunnen aan het werk in de toekomstige microbrouwerij – niet zomaar in de steek zou laten. Het overgrote deel van hen wordt zorgvuldig van werk naar werk begeleid. Binnen het Heineken-concern of erbuiten. Er is sprake van een ruimhartig sociaal plan, waardoor medewerkers die de overstap maken naar een eigen bedrijf op passende wijze worden gecompenseerd.
Bij het personeel maakte de aanvankelijke treurnis al snel plaats voor een zekere mate van opluchting. Om niet te zeggen blijdschap. Zeker na de boodschap dat de concerndirectie voornemens is om miljoenen te investeren in de toekomstige microbrouwerij. Daarmee blijft Brand Bier zwaar verankerd in de lokale gemeenschap. ‘Fijn dat er zo goed voor ons gezorgd wordt’, was de boodschap die Wijnhoven van zijn mensen terugkreeg. „Heineken heeft daarmee opnieuw laten zien een topwerkgever te zijn.” Jop Wilms is accountmanager voor Brand Bier in Maastricht. Door zijn dagelijkse contacten met de talrijke kasteleins in de Limburgse hoofdstad, weet hij maar al te goed wat er speelt in de caféwereld. „Ik begrijp heel goed waar het sentiment vandaan komt”, zegt hij. „Voor mijn komst naar Brand heb ik acht jaar lang een café gehad in Maasbracht. Als voormalig ondernemer heb ik ook de andere kant gezien. Ik weet precies wat een horecaondernemer nodig heeft om te kunnen ondernemen. Het belangrijkst is dat je je gasten wilt verrassen. Elke dag opnieuw. Wij als brouwers hebben de taak dat mogelijk te maken. Wij moeten de ondernemer ontzorgen. Met bier waarvan de smaak constant hetzelfde is, maar ook met de nieuwe, verrassende biertjes die we hier gaan maken. Ons pils mag dan straks elders worden gebrouwen; aan de smaak verandert niets. Een Brand-biertje smaakt altijd hetzelfde.”
Op de dag dat het nieuws over de verplaatsing van onder andere de pilsproductie naar buiten kwam, pakte Wilms meteen de telefoon om al zijn klanten te gaan bellen. „De meesten stonden er niet eens van te kijken. ‘Ik weet waarom je belt’, kreeg ik menigmaal te horen. ‘Het maakt mij niet uit waar het bier gebrouwen wordt. Als ik het maar op tijd geleverd krijg, met de juiste smaak’. Intussen zijn veel café-eigenaren razend benieuwd naar onze toekomstige micro-brouwerij. Ik heb al diverse keren de vraag gekregen wat hun dat gaat opleveren.” De man die antwoord op deze vraag kan geven is Nils Reichhardt, die de transitie tot microbrouwerij van Brand Bier in Wijlre gaat leiden. Hij rondde in Duitsland de ingenieursopleiding af, gevolgd door een tweeënhalf jaar durende specialisatie in de brouwcultuur aan de Bayerische Staatsbrauerei Weihenstephan in Freising, vlakbij München. Sinds 2015 werkt hij bij Brand Bier.
Als geboren en getogen Duitser, die ook de ontwikkelingen op de biermarkt in zijn vaderland nauwgezet volgt – ook daar is de vraag naar speciaalbieren groot – is Reichhardt optimistisch over de toekomst. „We blijven de brouwerij die we altijd zijn geweest”, klinkt het vastbesloten. „Voor mij als specialist is de micro brouwerij één grote uitdaging, omdat we de mogelijkheid hebben te experimenteren, direct aan te haken bij nieuwe ontwikkelingen en daarmee – in elk geval in Nederland – voorop te lopen. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen straks trots is op wat hier gebeurt. We hebben hier de vrijheid om nieuwe recepturen te ontwikkelen en nieuwe bieren te produceren, al dan niet samen met andere Craftbrouwerijen, waarbij we bij- voorbeeld gebruikmaken van nieuwe gistsoorten. Daarnaast komt er weer ruimte voor een mooi Limburgs biertje als Brand UP dat precies zestig jaar geleden, in 1952, is ontwikkeld. Het is momenteel alleen op fust verkrijgbaar, maar straks ook weer op fles.” „Elke brouwer kiest zijn eigen koers, wat een ander doet is voor Brand eigenlijk niet zo van belang”, zegt directeur Martijn Wijnhoven, doelend op het ‘spel’ met de aloude slogan van Brand Bier. „Uit de talloze bemoedigende reacties die we hebben gekregen blijkt wel dat de Limburgers ook trots op ons zijn. Dat zal zo blijven.”