Kunst en Cultuur

Hoe blijft het collectief creatief?

Auteur: Nina Simons

Afgelopen zaterdag vond het zomer openingsweekend bij C-Mine in Genk plaats, waar ik de nieuwe tentoonstelling Black, het LABO heb bezocht. De tentoonstelling is opgedeeld in twee delen, te beginnen bij deel 1: FLASHBACK. De openingstekst in het begin van de ruimte vertelt mij dat het LABO een ontwerperscollectief is dat in 1987, een jaar voor mijn geboorte, is ontstaan en werkzaam is op de grens tussen toegepaste en beeldende kunst.

Deze samenwerking ging van start vanuit het oude laboratorium van de voormalige Gelatinefabriek in Hasselt. Al snel werd dit een ontmoetingsplaats voor liefhebbers van kunst en vormgeving. Samen werkt dit collectief, als in een laboratorium, aan de ene expo na de andere. Het netwerk groeit, en als ze in 1992 het pand moeten verlaten, blijven ze samenwerken vanuit verschillende locaties. Het eerste deel van deze tentoonstelling kijkt terug op 30 jaar samenwerking, met een blik in het grafisch archief en meer dan 120 objecten uit een selectie van 30 LABO-projecten.

 

Wanneer ik de ruimte binnenloop waarin dit eerste deel te zien is, ben ik in eerste instantie een beetje overweldigd door de bonte verzameling aan experimentele ontwerpen. Aanvankelijk is de samenhang tussen deze werken mij niet geheel duidelijk. Wanneer ik plaatsneem in glazen kas in het midden van de ruimte, waar een film te zien is, raak ik aan de praat met een man naast me, die zich voorstelt als Simon Jones, en onderdeel van het LABO blijkt te zijn.

Vriendelijk biedt hij aan mij en de vriendin met wie ik gekomen ben een rondleiding te geven. Hij vertelt hoe de werken binnen dit collectief tot stand komen. ,,Maak iets nieuws van een strijkplank”, kan een opdracht zijn. Waarmee iedereen dan op zijn eigen manier aan de slag ging.

Een ander voorbeeld zijn de brillen, die door de verschillende kunstenaars en ontwerpers op experimentele wijze zijn aangepast. Duidelijk blijkt uit de

voorbeelden te zien op de foto’s, dat de aanpak niet in de eerste plaats draait om de functionaliteit van het object. De opdrachten stimuleren creatieve vrijheid, en een nieuwe manier van kijken naar alledaagse objecten.

Wat een geluk hadden wij rondgeleid te worden door een van de makers. Misschien hadden korte tekstjes met een opdrachtomschrijving iets meer duiding kunnen bieden aan de objecten voor degenen die niet ditzelfde geluk hebben. Simon legt namelijk uit dat je toentertijd lang niet altijd een camera bij de hand had, en vele van hun producties daardoor grotendeels ongedocumenteerd zijn gebleven. Overzichtsbeelden van deze producties konden

daarom niet de structuur bieden binnen deze tentoonstelling. Alhoewel de bonte verzameling, met slechts de titels en de makers van de werken erbij vermeld, ook wel erg goed past bij de vrije, creatieve aanpak van het LABO.

Deel 2 van de tentoonstelling, BLACK TO THE FUTURE, toont ruim honderd werken rondom het thema zwart. Deze nieuwe productie van het LABO is niet enkel uitgevoerd door het collectief zelf, maar werd geplaatst als open oproep. Zwartwerk van honderd ontwerpers en kunstenaars van verschillende disciplines en nationaliteiten is te zien op de eerste verdieping.

Wat ik vooral erg bijzonder vind is dat dit collectief al dertig jaar, weliswaar met een veranderende samenstelling, maar met een onveranderde kern van ‘leden’, maandelijks samenkomt om aan deze opdrachten te werken. Naast hun vaak vaste banen, want met de objecten geproduceerd voor het LABO verdienden ze niets, voelden ze allen de motivatie hun creativiteit te blijven prikkelen.

 

Dit is de belangrijkste les die ik meeneem uit deze tentoonstelling. Om niet vast te roesten in je vaste baan of routine, is het een ware verrijking jezelf uit te dagen op een creatieve manier naar je omgeving te blijven kijken. Het mooie van dit doen binnen een collectief, is dat je natuurlijk ook nog van elkaar kan leren, en het enthousiasme aangewakkerd blijft. Dit is een relevante les, gezien de hedendaagse versie van dit werken in creatieve collectieven, de Creative Hubs, nu in meerdere steden als paddenstoelen uit de grond schieten. Gezamenlijke opdrachten als ‘herdenk de stropdas’, waarbij het verdienmodel geen rol speelt, houden de werksfeer fris en stimuleren de uitkomst van originele resultaten. Zoals hierboven te zien My Brooch is Your Tie door Lore Langendries, en hieronder te zien The Ties that Hide door Jenny Stieglitz. Zelf benieuwd? De tentoonstelling is nog tot 27 augustus gratis te bezoeken.

 

Fotografie: Nina Simons

Deel dit artikel:
Meer artikelen over:
Kunst en Cultuur

Gerelateerd nieuws