Decadente proeverij op een zondagnamiddag
De titel ‘wijnkenner’ is een understatement voor de goede vriend die ons met enige vrienden uitnodigde voor een late zondagbrunch met ‘passende wijnen’. De goede man is een lopende wijnencyclopedie en proeft blind al snel de herkomst van de wijn qua land, streek, druivenras en vaak ook nog het domein. Het zou een illusie zijn om ons met hem te meten, maar een aangename cursus op de Dag des Heren kon geen kwaad, zeker omdat we ons dagelijks brood al verdiend hadden met het nodige werk dat af moest.
Uit de indrukwekkende wijnkelder kwam een serie wijnen naar boven die ongetwijfeld voor plezier zou gaan worden, alleen werden ze zorgvuldig gemaskeerd zodat er nog wat te raden over viel bij de door hem zelf bereide rijk gevulde vissoep, de zacht gegaarde eend en en de rijpe kazen.
De toon werd al meteen gezet bij de frisse oesters, die gezelschap kregen van een champagne Grande Dame 1993 Veuve Clicquot. Met een ‘sensuele smaakintensiteit’, zoals onze gastheer die omschreef. Inderdaad, op die leeftijd nog zo nobel en subtiel, dat zou je niet verwachten. Daar betaal je nu zo’n € 162 voor.
Als wit een Chardonnay. Die maken ze overal in de wereld. Maar deze kenden we zeker niet: La Serra del Vent 2018 Costers del Segre DO Tomas Cusiné. Daar worden jaarlijks maar goed 1600 flessen van gemaakt. Gezien de voortreffelijke kwaliteit en mooie lengte valt de prijs van rond de € 24 dan nog enigszins mee. Voor een goede Meursault betaal je meer.
Het échte examen kwam met vier maal rood naast elkaar. Oef, allemaal topwijnen, dat kon je wel ruiken. Maar verder? Ja, onder meer Frankrijk, maar dan? Het bleken drie Franse te zijn en een Hongaarse. Om met die laatste te beginnen, een Mondivin uit 1995. ‘Complex en smaakrijk, met nog een behoorlijk bewaarpotentieel. Is nu zo’n € 32 waard. Zeker een feest.
Kandidaat 2: een Domaine de Trévallon 1990, Coteau d’Aix en Provence les Baux. Robijnrood, indrukwekkend in de neus, elegant, fris met prachtig versmolten tannines, wat een verfijning. Kom je tegenwoordig wel al uit op € 168 in de markt.
Maar goed, in het derde glas een grote klassieker uit de Bordeaux: Château Cheval Blanc 1990, 1er Grand Cru Classé Saint Emilion. Een heiligdom op zich. In de neus en in het glas werd je meteen verleid alsof het een zwoele mooie dame betrof (vanuit mijn perspectief gezien dan). ‘Magistraal mondvullend’, concludeerde onze wijnvriend, om eraan toe te voegen: ‘Een gigantisch smaakoppervlak’. Daar konden we niks tegenin brengen. Je zou zeggen: doe maar een kist van 12. Hoewel, toch maar niet, gezien de huidige marktwaarde van € 1085 per fles.
En als afsluiter mochten we dan nog een Château Margaux 1989 proeven, een 1er Grand Cru Classé Margaux. Ook al zo’n monument. Nog indrukwekkend fris na zoveel jaar, vol op kracht. Onze connaisseur vatte het als volgt samen: ‘Ongekend beschaafd en smaakrijk, de materie danst en ontroert’. Ja, dat had ik net ook zo willen zeggen. Voor ‘slechts’ € 570 ben je al eigenaar van zo’n fles uit dat jaar.
Ik had het geluk dat ik niet naar huis hoefde rijden, daar had ik tevoren over nagedacht. Dronken was ik niet, maar ik zweefde wel van al die smaakschakeringen. ’s Avonds was wat water en een kopje thee meer dan voldoende.
Een voorrecht om zoiets te mogen beleven. Nu ben ik niet zo dat ik voortaan alleen maar die ‘blockbusters’ kan waarderen. Een plezierig glas rosé uit een fles van pakweg 10-12 euro kan me ook plezieren bij het juiste domein. Je hebt mensen die niet weten waar ze het geld moeten laten, en enkel en alleen over die wijnen praten, die enorm kostbaar zijn. Dan wordt het een soort statussymbool, zo van ‘kijk mij nou eens’. Daar heb ik niks mee.
Maar ik kan het wel zeer waarderen om dergelijke iconen te mogen proeven en je leert er heel veel van.
Ik heb me voorgenomen als revanche ook een proeverij te organiseren voor dezelfde vrienden, alleen zal de komma bij de prijzen wat verschuiven. Naar links dus.
Jo Cortenraedt