Home > Mode en Beauty > Lise's Mode > De kunst van het flaneren op het Preuvenemint

De kunst van het flaneren op het Preuvenemint

Wie voor Chapeau in een rubriek op zoek gaat naar de stijl van Limburg en daarvoor verschillende mensen spreekt, hoort veelal hetzelfde, zij het in andere woorden. ‘Kleren maken het feest.’ Lees de interviews er maar op na; Kiki Niesten, Ruby Cathalina, Lino de Vrede, allemaal geloven ze niet in zoiets als overdressing. Wie zich goed kleedt en zich kleedt voor de gelegenheid, maakt daarmee niet alleen zichzelf, maar ook de wereld een stukje mooier. 

Met het Preuvenemint voor de deur is het wellicht goed om even stil te staan bij deze queeste. Van oudsher is het culinaire festival de plek waar tout Maastricht naar toe komt om zich van zijn beste kant te laten zien. Mannen in pak of op zijn minst in hemd en colbert (vaak in lichtblauw en donkerblauw) en vrouwen hooggehakt in hun mooiste jurkjes. Daar op het Vrijthof doet Maastricht waar Maastricht goed in is: flaneren. 

Maar wist u dat flaneren afkomstig is van flânerie, een term afgeleid van flâneur? In 1859 omschreef de Franse dichter Charles Baudelaire hiermee “een kunstenaar die het nieuwe stadslandschap bewerkte’: de flaneur.” Hiermee probeerde hij de impact van de enorme sociale, economische en artistieke veranderingen tijdens de tweede helft van de 19de eeuw te duiden. “Hij slenterde langs de Parijse boulevards, nam de drukte en hectiek van de moderne stad in zich op, maar bleef toch een geïsoleerde entiteit – observerend, niet deelnemend.” Later volgde door Walter Benjamin de afgeleide term flânerie, waarmee het fenomeen voor altijd aan de Fransen toebehoorde. Dat ze er een hele avenue op hebben ingericht, de Champs Elysées, is het ultieme bewijs.

Maar wat pas echt interessant is om te weten, en u kunt dit ook als gespreksonderwerp tijdens het vele netwerken gebruiken, is dat flaneren eigenlijk zijn oorsprong vindt in Nederland. De eerste sporen van flaneren brengen ons terug naar de 17de eeuw, naar de gloriejaren van de Nederlandse handelsdrift. Vrijwel alle lagen van de Nederlandse bevolking zaten in de lift – iets waar Nederland uniek in was. Je geboorteplaats en -klasse bepaalden niet langer je status, ook hardwerkende, succesvolle brouwers, kooplieden, handelaren, drukkers en zelfs schrijvers konden dankzij hun zakelijk inzicht, scherpe handelsgeest en reeds verworven fortuin op de sociale ladder omhoogklimmen. De bevolking, vooral die in Amsterdam, groeide exponentieel en daarop moest de stad opnieuw ingericht worden. Baanbrekend was dat de Amsterdammers bij het vormgeven van de stad rekening hielden met brageeren, zoals ze dat zo mooi op het Voorhout in Den Haag hadden gezien. 

Brageeren vraagt u? Uit liedjes uit die tijd blijkt dat Nederlanders toen al een term hadden voor het ‘zich grootsch voordoen langs de straat’, of “het doelloos wandelen”. Het was iets waar het Voorhout, een uitloper van dat mooie Haagse Bos dat zich ook al zo goed leende voor deze activiteit, uitermate geschikt voor was. De lindebomen aan weerszijden van de laan gaven precies de juiste schaduw, daarachter stond al een aantal statige huizen die het geheel nog meer allure gaven. De laan werd zelfs tussen 1621 en 1631 geplaveid om brageeren – niet te verwarren met baggeren – nog beter mogelijk te maken. 

Na het Voorhout volgde de Herengracht in Amsterdam; de eerste van de drie hoofdgrachten die was bestemd als eersteklas woongebied zonder verkeer langs de gracht of op de oevers. Met zijn grote stadswoningen, zeer brede, geplaveide kades met bomen op regelmatige afstanden en nette trottoirs, was de Herengracht het Amsterdamse antwoord op het Haagse Voorhout. Hiermee was Amsterdam een van de eerste steden in het vroegmoderne Europa die een dergelijk gemeentelijk plan voor groen ontwikkelde. De imposante iepen versterkten niet alleen de constructie van de kades en haalden stof uit de lucht, maar verfraaiden vooral de stad. Dat bleef niet onopgemerkt door buitenlandse bezoekers. Al in 1610 schreef de Venetiaanse ambassadeur in de Nederlandse Republiek, Tommaso Contarini, in zijn officiële rapport dat hoewel de grachten in het ‘nieuwe deel’ van Amsterdam hem deden denken aan die in het Canareggio-gebied in zijn geboortestad, de grote bomen die in rechte lijnen langs de kades waren geplant, ze veel aantrekkelijker maakten. En dat opgeschreven door iemand afkomstig uit Venetië! Leuk triviaatje tussendoor: niet alleen de Amsterdamse Herengracht, maar ook de Berlijnse Unter der Linden, de bekendste laan in de Duitse hoofdstad, is geïnspireerd op het Haagse Voorhout.

Maar terug naar brageeren, later flaneren: niet alleen de plek deed ertoe, ook het tijdstip is van belang. Brageeren deed je alleen in maanden als juni – niet te koud en niet te warm – en pas na het eten tot een uur of tien. Dat je dan – om maar bezig te blijven – meerdere keren op en neer liep om de tijd te doden, daar keek niemand gek van op. In die zin is het Preuvenemint niet anders; het Vrijthof is tijdens het voorlaatste weekend van augustus de plek en het moment om jezelf ten toon te stellen. Bij iedere feestelijke partij heb je mensen die het feest bezoeken en mensen die het feestje opsieren. Beschouw dit daarom gerust als een betoog en zet de komende dagen je beste beentje voor: laat zien waar je vandaan komt – namelijk uit het Parijs van Nederland – door je opperbest te kleden.

show auteur

Auteur: Lise Steegmans

Modeliefhebber met een grote schrijfpassie

Lise Steegmans

chapeau TV

Iedere week het beste
van Chapeau?

Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!

Vraag je
lidmaatschap aan

Toetreden tot de Chapeau Community kan al vanaf €24,50 per jaar. Daarnaast kunt u kiezen tussen een welkomstkorting of een welkomstgeschenk.

Iedere week het beste
van Chapeau?

Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!
Of word lid van onze community.