Woorden als stukjes van een legpuzzel. Al zoekend naar een beeld werkt schrijver Merlijn Huntjens (Heerlen, 1991) aan een gedicht. Om te doen waarvoor hij leeft, organiseert hij naar eigen zeggen zijn vrijheid. Hij heeft ruimte nodig om inzicht te krijgen, om het beeld te laten ontstaan. „Inspiratie is vooral een kwestie van discipline. Schrijven is herschrijven. Al schrijvend los ik mysteries op. Het is als het leggen van een puzzel.”
Plezier als doel
Met zijn vriendin woont hij links van het spoor in Heerlen, van oudsher het sociaaleconomisch zwakkere deel van de stad. „Men zegt dat dit het begin is van de slechte buurt”, merkt Merlijn Huntjens grijnzend op als we zijn jaren vijftig-appartement betreden. Samen met zijn vriendin was hij bezig met een legpuzzel die in stukken op tafel ligt. Dat brengt rust in zijn soms overprikkeld brein, beweert hij. Geen televisie, wel boeken, platen en cd’s, lego en bordspellen. Iemand die jolijt serieus neemt. „Plezier hebben in het leven is de reden om op te staan.”
Voor een dichter-performer die nog geen bundel heeft uitgebracht, geniet hij toch enige bekendheid. „Je moet dat niet overdrijven. Ik bevind me in de niche van de niche. Poëzie kent een kleine afzetmarkt. Dat laat onverlet dat ik het schrijverschap als mijn staat van zijn beschouw. Het is mijn beroep. Daar leef ik van en vooral vóór.” In de wereld van de poetry slams en poëziefestivals is Huntjens geen onbekende. Zijn performances balanceren op de rand van ernst en luim, tussen observaties en gedachten die als een spervuur aan rake typeringen, sprekende beelden en klinkende woorden worden uitgeserveerd.
PANDA en verzet
Met theatermaker Nina Willems is hij in 2015 theatercollectief PANDA gestart. Een combinatie van poëzie, performance en – volgens de website – pseudopsychologie. In 2017 en 2018 was hij stadsdichter van Heerlen. Hij werkte als adviseur letteren bij het Huis voor de Kunsten Limburg. „Daar ben ik inmiddels mee gestopt. Het gaat goed met het Huis, dus vertrek ik. Ik heb meer ruimte nodig.”
Aan discipline geen gebrek. Af en toe geeft hij les, zoals ook eerder deze ochtend. Hij gaat dan met leerlingen aan de slag met poëzie. „Met die lessen heb ik de ambitie om de leerlingen te engageren en ze vooral plezier te laten beleven in lezen en schrijven. Plezier – ik kom er weer op terug – legt de basis voor de literatuur. Het valt niet mee om ze als het ware bij de les te houden. De grondhouding van vrijwel iedere puber is immers protest. Ze verzetten zich tegen de wereld. Vaak vormt juist dat verzet de grondstof voor inspiratie. Uit verzet kan iets boeiends ontstaan.”
Verandering
Zelf is hij eerder iemand die zich voegt, die verbindingen zoekt met zijn omgeving. Minder een revolutionair als wel meer iemand die op zoek gaat naar de verandering binnen het systeem. „Ik geloof in verandering, niet per se in vernieuwing…