De vertutteling van het dierenrijk
Op 4 oktober is het werelddierendag en blijkbaar inspireert dan heel wat redacties van kranten, tijdschriften en televisieprogramma’s. Complete bijlagen worden gewijd aan de huisdieren van vandaag. Die zullen daar zelf weinig van meekrijgen, maar toch.
Ik heb het idee dat wij dieren wat veel beginnen te vertuttelen. Oei, dat is een gevoelige uitspraak. Want er zijn heel veel mensen die op de andere manier troost zoeken en vinden bij hun hond, poes, vogel, konijn of ander dier. Dus wie ben ik om daar wat van te moeten vinden.
We hebben zelf ook regelmatig een hond gehad. In mijn kinderjaren was dat zo’n aardige Schotse collie, eenvoudig weg omdat ik die tv-serie ‘Lassie’ zo mooi vond.
En later kwam er een labrador, ook al zo’n vrolijke, vriendelijke hond. Problemen hebben we er nooit mee gehad. Maar nadelen waren er ook, want je bent toch gebonden aan zo’n beest als je regelmatig van huis moet.
Honden kunnen vaak leuk zjin als gezelschapsdier, om met de kinderen te spelen en als het nodig is om met wat geblaf eventuele dieven van huis te houden.
Toch heb ik het idee dat we als westerse maatschappij soms een beetje doorslaan, dat dieren beter worden behandeld dan sommige mensen. Zo lees ik vandaag een citaat van een PVV-Kamerlid die er altijd prat opgaat dat hij voor de dieren opkomt. ‘Meer verdriet om een dode hond, dan m’n overleden vader’. Dat zegt veel over de ethiek van zo’n politicus.
Het is een hele handel geworden, juwelen voor de hond en straks de as in een mooie urn of op een dierenkerkhof. De show er omheen is overgewaaid vanuit Amerika, daar gingen ze al eerder op de softe toer.
Nu ben ik een groot voorstander van een fatsoenlijke behandeling voor elk dier. De mishandelingen die soms gebeuren, daar word je helemaal beroerd van. Maar van de andere kant denk ik, zouden we de dieren niet meer moeten behandelen zoals dat in het dierenrijk eigenlijk het oorspronkelijke idee is. Dichter bij de natuur, want een dier heeft vooral dierlijke instincten, en die zijn toch anders dan bij de mens. Het lijkt me dat we een hamster in zo’n kooitje geen plezier doen, een kanarie ook niet.
Honden zijn niet net als mensen, het zijn dieren. Laatst werd een voorbijganger op een terras in Maastricht flink toegetakeld door een vechthond, die met z’n baasje dat terras bezocht. ‘Normaal is ie heel lief en hij was aangelijnd’, meldde de eigenaar nog.
Ja, dat hoor je altijd als iemand gebeten wordt. Dat die dat normaal niet doet. Maar ondertussen beland je als voorbijganger wel in het ziekenhuis. En deze was dan nog aangelijnd, bij wandelingen in de natuur kom je ze vaak loslopend tegen. Niet alleen van die kleine ongevaarlijke keffertjes, maar ook van die doodenge staffordsen pitbulls. Treurig dat de vredelievende wandelaar, jogger of fietser daarvoor moet vrezen tegenwoordig. De overheid doet er weinig aan. Hooguit bekeuren als het te laat is.
We hebben besloten om geen huisdieren meer te nemen. We hebben er te weinig tijd voor, we vinden dat er nog verschil is tussen mens en dier. En we genieten vooral van dieren in de natuur. Van die prachtig zwevende en zwemmende zwanen, van die indrukwekkende buizerds. Of zelfs van een gezonde koe in een wei. Maar ook hier is de mens tussengekomen, de koe staat in de stal, met een dak boven de kop, en aangesloten op een robot. Ver weg van de natuur.