Draven we niet een beetje door met korter werken?
Je komt het in zowat alle sectoren tegen, ‘we’ willen korter werken, meer aandacht voor ‘life-work-balance’. Dat zou zijn wat de jeugd van vandaag wil, althans in West-Europa.
Je ziet het onder meer in de horeca, waar ze tegenwoordig voor elke baan twee mensen nodig hebben. En vier dagen open is voor veel restaurants de norm geworden. Dat wordt met name voor het personeel gedaan, want anders vinden ze niemand meer voor in de keuken of in de bediening.
En zo gaat het ook met veel andere beroepen. Ook die waar je fysiek weinig inspanningen voor hoeft te doen zoals kantoorwerk. Bij sollicitatiegesprekken komt vrij snel de vraag naar boven ‘hoeveel vrij ik heb’.
Nou kan ik me voorstellen dat lang niet alle werk leuk is. En voor pakweg een stratenmaker kan het ook wel zwaar worden, als je dat werk zoveel uren achter elkaar moet doen.
Maar, in het algemeen wordt het wel steeds moeilijker om de economie nog draaiende te houden, want overal is er een tekort aan mensen, mede omdat we veel minder uren willen werken. Als voorbeeld ga ik wat dieper in op de horeca. Gelukkig zijn de tijden voorbij dat een patron van een gerenommeerde zaak zijn team elke dag de huid kan volschelden. En dat leerling-koks nog net geen pak rammel kregen, maar blij konden zijn dat ze zwaar onderbetaald de groenten mochten snijden. Respect voor elkaar, dus ook voor het personeel, is wel zo prettig en noodzakelijk.
Toch vrees ik dat we een beetje aan het doorslaan zijn. Ik gun iedereen zeeën van vrije tijd, om voor de kinderen te zorgen, de relatie gezond te houden, te gaan sporten, te reizen en zoveel meer. Maar we moeten oppassen dat we van de jongeren geen kweekplantjes gaan maken, die bij de eerste de beste zucht wind omwaaien.
Het dragen van een eigen verantwoordelijkheid, daar lijkt minder belangstelling voor. ‘De baas’ moet zorgen voor dit en voor dat. Maar waar houdt dat op en waar begint je eigen rol?
Op zich zou het allemaal niet zoveel uitmaken, meer of minder werken. Ware het niet dat we voor de lange termijn onze positie als sterk Europa aan het ondermijnen zijn. Niet alleen omdat we vergeten waren om te zorgen voor een eigen defensie, maar ook omdat we menen dat we veel minder hoeven te werken dan bijvoorbeeld in landen als de Verenigde Staten en China.
Het resultaat wordt steeds meer zichtbaar. De concurrentiekracht van de West-Europese landen ten opzichte van die andere wereldmachten brokkelt langzaam af. Er wordt hier in vergelijking steeds minder aan privaat kapitaal geïnvesteerd. EU-president Charles Michel concludeerde deze week dat Europa de interne markt, bron van onze welvaart en macht, de laatste jaren verwaarloosd heeft. En nog altijd werkt veel nationale regelgeving in de afzonderlijke EU-landen een goede financiële doorstroming tegen.
Deze bureaucratie en de behoefte om steeds minder uren te werken, leiden ertoe dat we straks achteraan lopen. Dan hebben we wel veel vrije tijd maar geen geld meer om daar iets leuks mee te doen.