Chinezen in de wijn: eigen schuld dikke bult
Zeker in de luxe sector is er alom vrolijkheid dat er steeds meer koopkrachtige Chinezen deze kant op komen. Zo landt er tegenwoordig zelfs drie keer in de week een jumbo op het vliegveld van Luik, vol met Chinezen die meteen richting het koopcentrum Maasmechelen Village worden getransporteerd.
In het vlakbij gelegen Designer Outlet in Roermond komen al geruime tijd heel veel Chinezen en die geven daar twee keer zoveel geld uit dan de bijvoorbeeld toch al niet zuinige Duitse shoppers. In Amsterdam weten ze er al langer van mee te praten. In de PC Hooftstraat zou het goud een stuk minder blinken als er niet zoveel Chinese kopers kwamen die niet schrikken van horloges van 50.000 euro of merkjurken van 3.000 euro.
En hoewel Maastricht wat achterbleef, gaan er hier nu ook stemmen op om wat van die Chinese markt mee te pikken. Och, als ik ondernemer en winkelier zou zijn, dan zou ik wellicht hetzelfde doen.
Maar toch, er zit ook een andere kant aan. Chinezen zijn dol op luxe, op merken, op dure namen. Al eerder heeft de wijnmarkt dat ontdekt. De meest fantastische Franse wijnen, zeg maar in de hors catégorie waar bijvoorbeeld Château Petrus zit, die gaan voor een groot deel naar China, want daar willen ze gerust enige duizenden euro’s per fles ervoor betalen. En ik zal u zeggen, ik heb die Petrus éénmaal mogen proeven, een geweldige wijn. Maar duizenden euro’s voor een fles, dat is onzin. Die is namelijk niet honderd keer beter dan een mooie andere Bordeaux voor pakweg 15 euro. Misschien vijf keer beter, of tien keer beter. Maar honderd, nee.
De Chinese wijndrinkers gaan naar mijn informatie niet zozeer uit van de smaak, ze gooien er doodleuk een paar klontjes ijs in of nog erger, ze doen er een scheutje cola bij. Maar ze willen gewoon indruk maken op hun zakelijke relaties door zo’n wereldberoemd etiket op tafel te zetten.
De Franse château-bezitters konden hun lol niet op. Ze sloegen hun trouwe Europese klanten over want die konden de waanzinnige prijsstijgingen niet meer volgen. En de bankrekeningen van de Franse wijnboeren in de hoogste regionen groeiden tot ongekende hoogten. Maar, zo heeft ons de geschiedenis geleerd, hebzucht leidt uiteindelijk tot ellende.
De Chinezen willen méér. Intussen zijn al ruim honderd châteaux in de Bordeaux in handen van rijke Chinese investeerders. Die bepalen nu in dit topwijngebied van Frankrijk wat er gebeurt. Daarmee hebben ze dus een deel van de markt al in eigen handen. Maar het gaat nog verder. Inmiddels hebben de Chinezen de beste wijndeskundigen naar eigen land gehaald. In China worden meer en meer wijnstokken geplant, nu al op zo’n 800.000 hectaren. Een enorme oppervlakte. De stokken zijn doorgaans Frans, de deskundigen ook.
Straks hebben de Chinezen de Fransen niet meer nodig en kunnen ze alles zelf. Ze drinken dan hun eigen variant op de uitgelezen Pomerol of St. Emilion. Vervolgens kelderen de Franse châteaus dan enorm in waarde. Gedaan met het gespeculeer. Misschien nog niet eens zo ongunstig voor ons, eenvoudige wijnliefhebbers. Wie weet drinken we dan nog eens een Petrus voor pakweg 100 euro in plaats van 3.000.
Gezondheid !
Jo Cortenraedt